Spion buiten dienst

His Majesty’s Secret Service

Met de komst van de Brexit staat in het Verenigd Koninkrijk de geheime dienst op scherp. Zeker als de hete adem van Trump in de nek blaast en de ijskoude lucht van Poetin tegemoet waait.

Nat is de afgelopen vijfentwintig jaar actief lid van de Britse Geheime Inlichtingendienst, voor ingewijden, het bureau. Hij is getrouwd met Prudence, een geslepen advocaat die als het nodig is haar man steunt bij zijn discrete werk. Nat werkte altijd bij de Afdeling Rusland, maar zijn positie is wat sleets geworden. Hij is inmiddels teruggehaald naar Engeland en het zou hem niets verbazen als zijn bazen hem definitief op non-actief stelden.

Hij vergist zich. De dienst heeft hem nog nodig. Hij wordt benoemd bij de ‘Haven’, een soort buitenpost van de Afdeling Rusland in Londen. Een bijkantoor dat waakt over ondergebrachte overlopers en min of meer uitgerangeerde informanten. Hoewel het een vorm van demotie is en waarschijnlijk het sluitstuk van zijn carrière zal zijn, accepteert Nat de benoeming. Met een zekere terughoudendheid begint hij aan zijn nieuwe baan, maar krijgt plotseling weer zin in het werk als de stagiaire Florence bezig blijkt Russische infiltratie te onderscheppen.

In zijn vrije tijd is Nat vaak te vinden op zijn badmintonclub, de sociëteit ‘De Athleticus’, waar hij de hoogst geplaatste is bij het enkelspel. Het is zijn toevluchtsoord. Zelfs in de tijd dat hij in het buitenland verbleef, probeerde Nat zijn verlofdagen altijd zo te regelen dat hij tijd had voor een spelletje.

Op zekere dag stelt de secretaresse van De Athleticus hem een nieuw lid voor. Het is Ed. Hij is de helft jonger dan Nat en wil dolgraag met hem spelen. Nat laat zich uitdagen en weet de nieuweling te verslaan. Ed wil graag revanche nemen en dat lukt hem dit keer.

Beide mannen vinden in elkaar niet alleen een tegenstander in het badmintonspel, maar het zijn vooral de gesprekken na elke partij die Nat waardeert. Met name Ed’s standpunt over de positie van het Verenigd Koninkrijk spreekt Nat aan.

De Brexit betekent zelfverbranding. Het Britse volk wordt uitgekleed door een stelletje rijke, elitaire zakkenvullers. Trump is de antichrist. Net als Poetin. Brexit- en Trump-fanaten zijn allebei racistisch en xenofoob, zo houdt Ed niet op te betogen. Weet je wat Trump is? Nou? Hij is Poetins pleeschrobber! Hij pist op de EG en op de NAVO!

De woorden van Ed maken Nat extra scherp voor de Russische infiltratie waarop Florence is gestuit.

Auteur

John le Carré (David John Moore Cornwell 1931) schreef zijn vijfentwintigste roman. Veel van zijn boeken zijn inmiddels klassiekers en vaak verfilmd, zoals Tinker, Tailor, Soldier, Spy, The Little Drummer Girl (De lokvogel), The Tailor of Panama (De kleermaker van Panama), The Constant Gardener (De toegewijde tuinier) en The Night Manager (De ideale vijand).

Hij is een thrillerauteur die aan de top staat en blijkt op de leeftijd van 88 jaar nog steeds een vlijmscherpe, uiterst actuele spionageroman van hoog niveau te kunnen schrijven.

De lezer mag er opnieuw van genieten hoe informanten en spionnen met hun afleidingstactieken en verwarrende dekmantels elkaar zand in de ogen strooien en geheimen voor de neus van de contraspionage proberen weg te kapen.

De Spion buiten dienst blijkt nog volledig in vorm en verrast als vanouds.

John le Carré – Spion buiten dienst. Vertaald uit het Engels (Agent Running in the Field) door Rob van Moppes. ISBN 978-90-245-8635-6, 336 pagina’s, € 23,99. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff 2019.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller. Bookmark de permalink.