Gebondenheid en vrijheidsdrang
Wake, waken bij, in dit geval stilstaan bij onder andere de geboorte van een zoontje, van nare herinneringen aan het schoolplein. Ook afkeer van regels tegenover de vrijheid als individu komt aan de orde.
In ruim 50 gedichten spreekt de auteur zich uit over zijn jeugd, het vaderschap, de maatschappij en nog enkele ander thema’s. Hij koos vaak voor sonnetten, die door hun ordening een rustige sfeer uitstralen. Maar er zijn ook gedichten in die een heel vrije vorm hebben, soms met regels van één woord. Deze hebben soms een heel fel ritme. Bij het voorlezen komt dit duidelijk naar voren. Wat opvalt bij deze bundel is dat bijna elk gedicht een uitzonderlijk mooie zin heeft.
Auteur
Kurt de Boodt (1969) is dichter, essayist en dramaturg bij het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Hij was hoofdredacteur van het maandblad Kunst & Cultuur. Als freelance curator stelde hij tentoonstellingen samen over de Belgische avant-garde. Hij publiceerde tot nu toe zes dichtbundels, waaronder bij de Wereldbibliotheek Waarop de klok ontwaakt, Minnezang en Ghostwriter.
Dochter
De bundel begint met veertien sonnetten die gewijd zijn aan zijn dochter. Ze gaan over haar verwekking (alles schoot in bloei toen wij jou maakten), haar geboorte, (verstomd vergat ik tenen te tellen), haar eerste kreetjes (jouw woordenvloed, van vroeg dada-gebral), spelen met haar (vlieger gestrand, het paradijs belast). Ook het loslaten wordt genoemd (het is maar normaal dat haar bed leeg blijft, het is maar normaal dat ze goede raad meerderjarig slaat in de speelse wind). Je niet meer bemoeien met haar leven (Leer mij het afleren. Neem niets van mij aan. Leven is zeven). Allemaal ontroerend en herkenbaar.
Het schoolplein
De tweede serie gedichten, De klank van de klas, gaat over school. Het gaat letterlijk over de leerling op school, maar school staat ook voor de gebondenheid aan regels. Al in het eerste gedicht proeven we gehoorzaamheid en braafheid:
In de rij, in ganzenpas, naar de klas,
Jasjes aan de kapstok, armpjes gekruist.
Behalve regels is er ook ongemak en angst. Daarom maar achteraan zitten (Achteraan kijkt niemand in je nek). Angst voor de wiskundeleraar die een repliek eist.
Enkele gedichten gaan over de speelplaats. De eenling die afwijkt wordt hier uitgesloten omdat hij niet past bij de gemene deler. Op het plein moet je ook leren vechten (de speeltijd wapent vuisten voor later). In Pleinvrees komt de angst weer naar voren (Het is het lege dat het plein afschrikt).
Kaputt
In de derde afdeling van de bundel komen naast enkele sonnetten gedichten voor in vrije vormen. Tussen de regels staan soms enkele woorden. Vaak is er ook herhaling, wat een zeer expressieve werking heeft. We zien hier de thematiek van Het schoolplein terug: regels en in het stramien vallen tegenover vrijheid, bijvoorbeeld in Patroon. Met zijn naaimachine houdt hij zich aan het patroon, maar het gedicht eindigt met Maak mij. Vrij.
In Saltimbanque is er hetzelfde thema
Ongebonden en vrij vliegt de vogel
in de val van kat-in-boom-politiek.
Het gedicht over de euthanasie van Hugo Claus Genoeg. Claus bestaat voor het grootste deel uit enkele woorden. Het is heel krachtig en de inhoud is toch helder.
Ik voel het in mijn knoken
alles moet/gebroken
Kaputt gekneusd ontstoken.
De dichter stelde een zeer gevarieerde bundel samen. Eerst de sonnetten met hun verplichte veertien regels, de kwatrijnen en terzetten en het rijmschema. Hij moet zich hier onderwerpen aan strenge regels en dat in een bundel die nadrukkelijk gaat over vrijheid. Overigens is het toch wel fijn om sonnetten te lezen, er gaat rust vanuit. In deze bundel zijn het mooi afgeronde gedichten rondom een onderwerp. Het is wel grappig dat er een gedicht van Franse dichter André Breton is opgenomen als inleiding op het tweede deel. Daarin worden sonnetten aangeduid als cette horreur sénile de la spontanéité. In derde deel kiest hij voor de vrijheid. Het is opmerkelijk dat deze gedichten heel krachtig overkomen.
Een zeer geslaagde dichtbundel van rustig wandelen en hardlopen.
Kurt de Boodt – Wake. Gedichten. ISBN978-90-284-5013-4, 63 pagina’s, € 20,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2019.