De stad als hoofdrolspeler in het dagelijks leven van de Romeinen
Mensen zoals wij, bijna 2000 jaar geleden.
Het is begin september, 137 na Christus, het zesde uur van de nacht, van 0.00 tot 01.00. Dat lijkt een vergissing in de tijd, maar dat is het niet. Want de Romeinen begonnen de dag van 24 uur weliswaar om middernacht, maar telden de nachtelijke uren vanaf de voorafgaande zonsondergang. Rare jongens die Romeinen? Ach, zij bekeken de wereld anders dan wij nu doen. Ze leidden dan ook een heel ander leven. In onze moderne westerse ogen was dat een kort, ellendig leven vol onrechtvaardigheden en vol standenverschil. Overal lag de dood op de loer, want infecties en ziektes konden amper worden bestreden. Sociale voorzieningen waren er niet. Slechts de geluksvogels en de sterksten overleefden hun eerste vijf jaren en moesten daarna sappelen voor iedere hap in hun mond. Maar: ze woonden in Rome. En dat had veel voordelen ook. Ze woonden met duizenden bij elkaar, zij waren het oude Rome. Niet de huizen, de tempels en de gebouwen waaraan wij ons nu vergapen werden als de stad Rome gezien, maar de mensen die de stad maakten.
Omdat Rome gepersonifieerd werd door haar inwoners kan de stad het best beschreven worden via hun portretten. De auteur koos voor ieder uur van de dag een andere Romein, om wat voorbeelden te noemen: een nachtwaker, een bakker, een moeder, een keizerlijke koerier, een Vestaalse maagd, een jurist, een kroegbazin, een prostituee, een astroloog, een gladiator en een klaploper. Dat zijn er elf van de 24, de keuze is willekeurig. Want het leven verloopt voor allemaal volgens een patroon dat ook wij kennen in het jaar 2019. We staan op, we baden en kleden ons, we eten, werken, ontspannen. We maken ruzie, bedrijven de liefde, zijn vrolijk of humeurig en laten ons opjutten door een ander… Net als Vibius, Misthratius, Ofella, Gaius, Miyrius, Balbilus of Selius, de klaploper die het boek afsluit. Ieder heeft zijn eigen besognes. Zo moet bakker Misthratius voor hij zijn werk gaat doen goed nadenken welk brood hij gaat bakken, van welk meel en in welke volgorde. Niet alleen van hem, maar ook van andere Romeinen staan er oude recepten in dit ‘dagboek’.
Auteur
Philip Matyszak (1958) studeerde Romeinse Geschiedenis aan St. John’s College, Oxford. Hij is een Britse non-fictie auteur van historische werken die (bijna) allemaal te maken hebben met de geschiedenis van het oude Rome. Hij werkt niet alleen als auteur, maar ook als docent Klassieke Geschiedenis aan de universiteit van Cambridge. Hij debuteerde in 2003 met Chronicle of the Roman Republic, een boek over de heersers van Rome van Romulus tot Augustus. In Nederland verschenen Het oude Rome voor vijf denarii per dag (Rome in het jaar 200) en Het oude Athene (terug in het Athene van het jaar 500).
De schrijver verstaat de kunst de lezer aan de hand te nemen en – alsof hij in een tijdmachine zit – over te plaatsen naar dat ene uur in het leven van die ene hoofdpersoon uit dat hoofdstuk. Van ieder van die mensen zou je graag meer willen weten, want een uur vliegt zo voorbij. Maar nee, dan wacht ons een nieuwe Romein die ons opneemt in één uur leven.
Dit is een geweldig fraai boek. Niet alleen qua uitvoering – ook die er mag wezen – maar vooral doordat de auteur zo meeslepend en beeldend schrijft dat je niet alleen als lezer leest, maar vooral als ‘mee-belever’.
Veel wetenswaardigheden uit de stad Rome, achterin een paar pagina’s om de woorden Latijn te vertalen, een uitgebreid register, wat mij betreft is dit boek AF.
Als de 24 uur om zijn, de stad slaapt en de sterrenbeelden verdwijnen, als Rome begint aan een nieuwe dag, heb ik spijt dat dit boek aan zijn eind is.
Philip Matyszak – 24 uur in het oude Rome. Vertaald uit het Engels (24 Hours in Ancient Rome – A Day in the Life of the People who Lived There) door Marijke Overpelt. ISBN 978-90-8268-36-5-3. 256 pagina’s, €20,00. Amsterdam: Hélène Lesger Books 2019.