Herbeleving als mooie euthanasie
Vrienden gaan halve eeuw terug in de tijd.
Lisa, Martine, John, Eric, Sigrid en Roger zien elkaar wekelijks in taverne De Sluwe Vos in Mechelen. Ze kennen elkaar al tientallen jaren, hebben samen moeilijke en mooie momenten meegemaakt. De één verloor een kind, de ander een partner, ze hebben met leedwezen aangezien dat vriendin Sigrid steeds ernstiger begon te dementeren. Het is inmiddels 2039. Ze zijn allemaal de zeven kruisjes gepasseerd en ver over de helft van hun leven. Sterker nog, voor sommigen nadert de dood met rasse schreden. Voor Lisa bijvoorbeeld.
Als Lisa van de oncoloog haar doodvonnis hoort in de woorden: ‘Nog drie maanden’, weet ze dat die woorden geen tijdslimiet inhouden. De kanker waaraan zij lijdt heeft zich overal uitgezaaid, drie maanden zijn het maximum wat zij nog kan verwachten. Zij is op de hoogte van de mogelijkheid tot euthanasie, maar heeft onlangs ook gehoord van het HVH, het Huis Van Herbeleving. Patiënten kunnen, als hun aanvraag door de specialisten aldaar wordt goedgekeurd, een injectie met zwaar hallucinerende middelen toegediend krijgen. De patiënt moet zich concentreren op de tijd uit zijn of haar leven die hij opnieuw wil meemaken. Tijdens een twee weken durende hallucinatie gebeurt dat inderdaad. Als zij na de herbeleving wakker worden zijn zij doodmoe, leggen zich te rusten en overlijden binnen 12 uur als een gelukkig mens. Zij hebben een fout van vroeger kunnen goedmaken, hun eerste liefde kunnen herbeleven, een geliefde die nu ernstig ziek is weer in de bloei van haar leven gezien, wat zij ook hebben gekozen.
Dit is wat Lisa wil. Zij verlangt terug naar Stan, een jongen die zij nooit meer heeft teruggezien. Haar liefde voor haar overleden man Kasper was niet zo intens als haar liefde voor Stan. Had zij een kans gehad bij hem? Het houdt haar al levenslang bezig. Net als de houding van haar stiefvader, een man tegen wie zij zich ernstig afzette maar die alle mogelijke moeite deed Lisa een betere jeugd te bezorgen dan in de tijd dat zij alleen woonde met haar egocentrische moeder Arlette. En, ook bijzonder, in 1986, haar herbelevingsjaar, kende zij ook haar vrienden al met wie ze ouder zou worden. Hoe waren zij in die tijd?
Auteur
Rita Goyens (1958) is ‘met de pen in de hand geboren’. Ze schrijft al van jongs af aan. Zij runde jaren een crèche in het Vlaamse Westerlo. Na haar pensioen ging zij voltijds schrijven. Zij debuteerde in 2017 met Ferdinand, een roman die zowel in het Mechelen van 1515 als 2015 speelt. Zij nam daarin veel historische details over haar geboortestad Mechelen op.
Wat Lisa niet weet is dat het HVH ook in de hoofden van haar goede vrienden rondwaart. En zelfs zodanig dat zij de kans loopt hen niet alleen bij haar oriënterend bezoek, maar ook in het verleden tegen te komen. Details daarover laat ik graag de lezer.
De auteur baseerde zich in haar eerste en in haar tweede roman op een tijdreis, éénmaal vanuit de Middeleeuwen, eenmaal in de toekomst. De wetenschap die de hallucinerende reis naar het rijk van de doden mogelijk maakt is uiteraard fantasie. Maar het is wel een fantasie die bij lezers de vraag oproept: ‘Welke tijd zou ik willen overdoen? Wie zou ik willen ontmoeten?’ Of zelfs: ‘Zou ik dat willen als het kon of vind ik de tijd zo goed?’ Fascinerende vragen, die de lezer niet eenvoudig kan beantwoorden. Want wie terugreist krijgt bagage mee, vele jaren levenservaring die het denken en weten kleuren, ook in de reis naar toen. Is dat een last of een gewin?
Een auteur die de lezer tot dergelijke bespiegelingen oproept verdient een oprecht compliment. Het boek (met achterin een ‘bonusverhaal’) is boeiend en vlot geschreven.
Ik kijk met veel belangstelling uit naar de derde roman van de schrijfster.
Rita Goyens – Nog één keer jong. ISBN 978-94-6266-398-5. 171 pagina’s, €16,99. Almelo: Schrijverspunt 2019.