Ooggetuige
Joods verzet in de Tweede Wereldoorlog.
Dit is de autobiografie van een Joods meisje dat plotseling haar jeugd doorkruist ziet door hordes moordenaars. We kennen de verhalen, de boeken, de tentoonstellingen, de films en de herdenkingen van de holocaust. Na de valse hoop op neutraliteit overrompelt het Duitse leger Nederland en wordt het Joodse leven afgeknepen totdat honderdduizend mannen, vrouwen en kinderen zijn vermoord. Ondertussen komt het verzet in actie en lukt het geallieerde legers Duitsland te vermorzelen. Ruim drie maanden later volgt de capitulatie van Japan. Op naar de volgende oorlog die twee dagen later op 17 augustus 1945 met de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië van start zal gaan. Gelukkig hoeven we de geschiedenis niet te vergeten.
Auteur
Selma Velleman (1922) was zeventien jaar oud bij het uitbreken van de oorlog die onevenredig veel Nederlandse Joden het leven zou kosten. Ze werkte tijdens de Duitse bezetting als koerierster. Ze werd in 1944 verraden en kwam via kamp Vught in het kamp Ravensbrück terecht. Selma onderging ernstige mishandelingen.
Toen ze in 1945 terugkeerde als één van de weinige Joodse overlevenden uit een Duits concentratiekamp, kreeg ze geen onverdeeld hartelijke ontvangst. Gelukkig werd zij opgevangen door één van haar broers met wie ze naar Engeland doorreisde. Daar vond ze uiteindelijk een echtgenoot en begon ze een nieuw leven.
Als Selma van de Perre tekende ze haar levensgeschiedenis op en getuigde van de meest huiveringwekkende genocide aller tijden. Ze heeft de Tweede Wereldoorlog daarmee een gezicht gegeven. Deze stokoude Joodse verzetsvrouw haalt de lezer er met de haren bij en confronteert ons met het onverwachte.
Het verhaal van haar leven begint zo herkenbaar gewoon. Een vader en moeder met twee zoons en twee dochters. Ze hebben allemaal hun hebbelijk- en onhebbelijkheden, maar het ziet er allemaal zo alledaags uit. Ook als er toch wel verontrustende berichten uit Duitsland komen. Ach, dat is toch allemaal ver weg en gebeurt niet in ons ‘goede’ Holland.
Tot Selma op 10 mei 1940 door haar broer Louis wreed uit haar slaap wordt gewekt. ‘Het is oorlog!’, zei Louis. ‘We zijn in oorlog.’ Ik kon niet geloven wat hij zei.
Deze recensie is geschreven in de tijd van het corona-virus. Iedereen heeft het over de eventuele lockdown van een land.
De auteur schrijft over 1942:
…In de maanden april, mei en juni mochten we niet langer gebruikmaken van openbare voorzieningen zoals (…) theaters, bioscopen, hotels, restaurants en zwembaden. Al het vermaak werd ons ontzegd en we mochten nog maar heel weinig buitenshuis doen (…) we werden van de buitenwereld afgesloten. De zoon van de bovenburen liet een antenne zakken zodat we met een klein radiootje de publieke omroep en Radio Oranje van de BBC konden horen…
Zonder onze tijd ook maar voor een grein te willen vergelijken met de naziterreur van toen, ligt associatie op de loer. Eventjes maar, want Selma’s ouders en zus worden in Duitsland vermoord en zij zelf zal als verzetsvrouw worden opgepakt en in het concentratiekamp Ravensbrück voortdurend voor haar leven moeten vrezen. Ze ontsnapt ternauwernood aan de dood.
Selma van de Perre – Mijn naam is Selma. Vertaald uit het Engels (My Name is Selma) door Rebekka W.R. Bremmer. ISBN 978-94-004-0459-5, 256 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Thomas Rap 2020
NB Op 7 januari 2020 werd dit boek in DWDD gepresenteerd en interviewde Matthijs van Nieuwkerk de 92-jarige schrijfster.