Joop
Het allereerste hoofdstuk van dit boek heet Joop en begint met een groot aantal Jopen die de auteur persoonlijk of uit de media kent, zoals Joop van den Ende, Joop Braakhekke, Joop van Daele (van het brilletje), Joop van Tijn (‘een beruchte ridder met de blanke sabel’) en Zwarte Joop. Dit als inleiding tot de bekendste Joop die we in ons land ooit hadden: de legendarische Joop Zoetemelk.
Dit is het verhaal van de Tour de France van 1980 die hij won met bijna zeven minuten voorsprong op nummer twee, Hennie Kuiper. Die overwinning zorgde ervoor dat op 20 juli 1980 de Champs Elysees werd bevolkt door duizenden Nederlanders, aangevoerd door premier Dries van Agt, die de winnaar spontaan omhelsde. Eén persoon ontbrak, de schrijver van dit boek.
Auteur
Mart Smeets (1947) is sinds jaar en dag de éminence grise van de Nederlandse sportjournalistiek. Hij volgde jarenlang de Tour de France voor radio en televisie en versloeg verschillende zomer- en winterspelen. Van 2003 tot 2014 presenteerde hij tijdens de Tour het populaire televisieprogramma De avondetappe. Hij schreef meer dan vijftig boeken, voornamelijk over sport, maar ook enkele romans. Officieel is hij met pensioen, maar hij duikt toch nog regelmatig op in de media. Dit boek is de uitgebreide versie van de editie die in 2005 onder dezelfde titel verscheen. Hij beschrijft er onder meer zijn lullige schorsing voor één dag in en waarom hij niet bij de huldiging van Joop in Parijs was.
Het grootste deel van dit boek bestaat uit een minutieus verslag van alle touretappes, voorafgegaan door een vetgedrukt overzicht met onder meer de afstand, de winnaar, en de dragers van de gele trui, de groene trui, de bolletjestrui en de witte trui. Aha-erlebnisse voor de wat oudere lezers en interessant voor de echte liefhebbers van jeugdiger leeftijd. Uiteraard zijn deze stukken gelardeerd met mooie verhalen over combines, rekeningen die nog vereffend moeten worden en, indien bekend, hun ‘huisapotheek’. Het boek wordt gecompleteerd door een lijst van alle deelnemers en hun wielerleven en het eindklassement, waardoor het zeker waarde heeft als naslagwerk.
Er staan prachtige anekdotes in dit boek, bijvoorbeeld over renners die de topjes van spaarzaam geklede meisjes langs de kant van de weg weggristen en renners die in zeepproducten werden betaald.
Winnaar Joop Zoetemelk speelt natuurlijk de hoofdrol in dit boek. De schrijver, door Joop steevast met ‘Mark’ aangesproken wordt in zijn pogingen de man te duiden gehinderd door het feit dat deze van nature weinig spraakzaam is en vaak alleen maar reageert met Pfff. Navraag bij voormalige collega’s uit het métier levert ook niet veel op.
De Ierse renner Sean Kelly: Joop is Joop. Desgevraagd wilde hij dat wel uitleggen: Joop is simply Joop… en na vragende blikken van de ondervrager: That’s basically him…He is himself. He’s Joop.
Toch komen we best veel te weten over de Tourwinnaar. Zo wordt er kort stilgestaan bij diens fabuleuze winden. Ook bij de overige renners van de succesrijke Raleighploeg, waaronder de onvergetelijke Kneet (Gerrie Knetemann), wordt uitgebreid stilgestaan.
Nummer twee Hennie Kuiper vindt Joop de terechte winnaar in 1980 en de schrijver legt uitvoerig uit waarom hij het met hem eens is. Hij concludeert dat de vriendelijke anti-vedette als ervaren en slimme wielrenner precies wist wat hij deed en zijn kans greep.
Als modale luisteraar naar Radio Tour de France, eigenlijk vooral vanwege de muziek van bijvoorbeeld The Amazing Stroopwafels, maar toch ook vanwege de kleurrijke verhalen van bijvoorbeeld Theo Koomen, heb ik sommige details maar overgeslagen. Ook zal het me eigenlijk worst wezen of Jan Raas en Cees Priem nu Zoetemelk wel of niet de huid hebben volgescholden. Liever had ik iets vernomen over het culinaire avondgebeuren van De Neel (Jean Nelissen) en De Mart.
Afgezien daarvan een interessant en vlot geschreven stuk Nederlandse wielerhistorie dat zeker in deze rondeloze tijden in een behoefte voorziet.
Mart Smeets – De Tour van ’80. De legendarische ‘Nederlandse’ Ronde in verhalen en feiten. ISBN 978-94-6297-169-1, 288 pagina’s, € 17,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2020.