Bioloog als vogelwachter
Broedseizoenen door de ogen van een vogelwachter op Plaat.
Nu – sinds de Coronacrisis – wandelen een nationale hobby geworden is beleven steeds meer mensen plezier aan de vogels in de natuur. Ook het aantal vogelaars groeit. Al die kleine wezens hebben eigen namen, nestelen op hun eigen manier, leggen eieren, voeren hun kuikens. Het vogelrijk is een boeiende maatschappij op zich, met talloze rangen en standen.
Auteur
Barwolt Ebbinge (1941) is bioloog. Hij was jaren onderzoeker bij Alterra Wageningen (University and Research Centre). Hij doet al bijna vijftig jaar onderzoek naar ganzen. In 2014 verscheen van zijn hand De rotgans. Zijn eerste seizoen op Rottumerplaat was in 2013. Zijn vrouw Doortje Dallmeijer maakte de mooie foto’s.
In 1971 gingen de schrijvers Godfried Bomans en Jan Wolkers voor een radioprogramma allebei een week in hun eentje naar Rottumerplaat, ook wel ‘Plaat’ genoemd. Van daaruit deden ze dagelijks verslag van hun wederwaardigheden. Bomans viel ten prooi aan grote somberheid. Hij kon niet zonder publiek om zich heen en hij haatte de duizenden krijsende meeuwen. Jan Wolkers had de week van zijn leven. Hij genoot met volle teugen, redde een huiler – een zeehondenjong – spalkte de gebroken poot van een scholekster, rende zo vrij als Adam in zijn blootje over het eiland en had graag veel langer gebleven.
‘Zij wel,’ dachten vogelliefhebbers jaloers. Want Rottumerplaat is verboden terrein voor het grote, onbekende publiek. En dat terwijl iedereen die van vogels houdt en van een ongerept Waddeneiland, dolgraag naar de Plaat zou gaan om van de natuur te genieten.
Nu kan dat. Niet omdat de verbodsbordjes van Plaat zijn verdwenen, maar omdat bioloog Ebbinge samen met Dallmeijer vijfmaal een heel broedseizoen voor Staatsbosbeheer de taak van vogelwachter op het eiland op zich konden nemen. Tijdens zo’n periode zaten de twee er samen. Geen mens om zich heen. Maar wel duizenden vogels, bloemen, vlinders en zeehonden. Ebbinge verhaalt van die tijd. Hij vertelt over bijzondere waarnemingen, over de schijnbare wreedheid in de natuur die nu eenmaal zijn loop moet hebben, over geboren worden om de dag erna door een slechtvalk gedood te worden en ga zo maar door.
Dit boek is bijzonder boeiend en spannend. Weliswaar zal de lezer die bij een soortnaam de vogel voor ogen ziet meer plezier aan het boek beleven dan een niet-kenner, maar ook die zal geboeid raken door de manier waarop Ebbinge schrijft. Ik viel van de ene verbazing in de andere: een noordse stern die (gevolgd met een loggertje) 90.000 km heeft afgelegd, watervogels in alle soorten die bij het wad keurig op pootlengte staan gerangschikt, een door de schrijver aangelegde ‘Vinexwijk voor boerenzwaluwen’, het stuivende zand dat zorgt dat het hele eiland verschuift, een oude meneer die vertelt dat zij vroeger meeuweneieren raapten, kookten, overdwars sneden en dan mayonaise erop: een traktatie. En dan deze woorden, kent u die? Overtijen, op de wieken gaan, pleisterende vogels, een vliegvlug jong… het is maar een keus, u komt ze allemaal tegen.
Bladzijde na bladzijde is dit een meeslepend boek prachtig geschreven vol opmerkelijke verhalen op vogelmaat, geweldig. En minder zin in vogels? Dan heeft u toch dit voor toeristen verboden terrein als Waddeneiland-liefhebber eens helemaal voor uzelf alleen. Dat is ook al goud waard.
Een boek om geboeid te lezen en al lezend de seizoenen mee te beleven. Voor genieters van ruige, pure natuur.
Barwolt Ebbinge – Rottumerplaat. Verboden eiland in de Waddenzee. ISBN 978-90-4503-019-7, 288 pagina’s plus 2 fotokaterns, €24,99. Amsterdam: Atlas Contact 2020.