Opgroeien zonder moederliefde
Een tienjarig meisje maakt deel uit van een boerengezin dat eerst wordt getroffen door de dood van een kind en daarna door mond-en-klauwzeer. Ze krijgt geen aandacht van haar ouders en leeft in een fantasiewereld. Daarbij is ze ook overgeleverd aan haar angsten.
We hebben te maken met een ontwikkelingsroman. Als lezer leven we volledig mee met de gedachtenwereld van een meisje dat vol zit met dwangneuroses en absurde fantasieen. Ze leeft op een boerderij waar ze volop moet meewerken. Het is een gereformeerd gezin waar bij alle gebeurtenissen bijbelteksten worden betrokken. De eerste dramatische gebeurtenis is de dood van haar oudste broer. Zelf is ze daar voortdurend mee bezig. Haar ouders kunnen met dit verlies niet omgaan. De kinderen hebben vreemde experimenten met dieren en doen seksuele spelletjes. De ramp wordt compleet als de veestapel geruimd moet worden door de mond-en-klauwzeer.
Auteur
Marieke Lucas Rijneveld (1991) wordt gezien als een groot talent van de Nederlandse letteren. Haar dichtbundel Kalfsvlies (1915) werd bekroond met de C. Buddingh’ Prijs voor het beste poëziedebuut. Ook deze debuutroman werd goed ontvangen. Zo werd het bij De Wereld Draait Door als beste boek van de maand aangemerkt en kwam het op de longlist van de Libris Literatuurprijs. In 2019 verscheen haar tweede dichtbundel Fantoommerrie.
Hoofdpersoon is de ik-figuur, die Jas genoemd wordt omdat ze haar jas voortdurend aanhoudt. In het eerste hoofdstuk is ze bang dat haar konijn, Diewertje (genoemd naar haar heldin van het Sinterklaasjournaal) met kerst zal worden opgegeten. Haar broer Matthies is aan het schaatsen. Het gezin is erg godsdienstig en Jas bidt tot God om Diewertje te behouden. Ze vraagt aan God of hij alsjeblieft niet mijn konijn maar mijn broer Matthies kon nemen. Dan komt het verschrikkelijke nieuws dat Matthies in een wak is geschaatst en is verdronken. In de gehele roman gaat het om de grote verandering in het gezin na dit verlies. Jas voelt zich schuldig en haar ouders kunnen niet met het verlies omgaan. Vooral moeder functioneert niet meer: ze maakt veel fouten en eet niet meer. Liefde en intimiteit ontbreken. Niet alleen raken de ouders elkaar niet meer aan, maar ook de kinderen worden niet meer aangeraakt.
Jas is een heel wonderlijk meisje met wonderlijke fantasieën. Ze verbeeldt zich dat haar moeder Joden laat onderduiken in de kelder. Ze bewaart twee padden en hoopt dat die gaan paren. Misschien gaan haar ouders dan ook weer vrijen en komt alles weer goed. De eerste zin van het boek is Ik was tien jaar en deed mijn jas niet meer uit. Deze dwangneurose houdt ze in de twee beschreven jaren vol. De eigenlijke reden wordt niet duidelijk. Opmerkelijk is ook dat ze weinig emoties toont. Bij de dood van haar broer kan ze niet huilen en als er dieren gedood worden door haar broer is ze koelbloedig en gevoelloos. Wel is ze heel emotioneel als de koeien worden geruimd.
Ze is heel nieuwsgierig naar seks, maar raakt, als ze met haar zus en broer sekspelletjes speelt, daar niet opgewonden van. Met haar zus heeft ze het plan om ooit naar de overkant van het meer te gaan. Het is hun gezamenlijke droom, aan de overkant is waarschijnlijk alles beter.
De Bijbel, de kerk en het geloof spelen een grote rol. Het aantal Bijbelteksten in het boek is heel groot. Het gezin is streng gereformeerd. De Bijbelteksten staan in de ouderwetse taal van de Statenvertaling. Als Jas een gewoon boek leest wil vader liever dat ze de Bijbel leest. Bij de maaltijd wordt plechtig gebeden. Zo luidt het dankgebed na de maaltijd als volgt: dank voor nooddruft en voor overvloed; waar menig mens eet brood der smarte, hebt Gij ons mild en wel gevoed. Jas zelf heeft moeite met het geloof, hoewel ze veel bidt en offers wil brengen om dingen af te dwingen.
De roman is geschreven in een superieure stijl, literair met veel beeldspraak. Een voorbeeld: In verlies vinden we onszelf en zijn we wie we zijn: kwetsbare wezens als uitgeklede spreeuwenjongen, die zo nu en dan naakt uit hun nest vallen en hopen dat ze weer opgepikt worden. Als Jas vertelt is er sprake van helder taalgebruik. Heel vaak worden haar gedachten verwoord, vaak in de vorm een dialoog-interieur. Haar taal kan ook heel poëtisch zijn, maar als de kinderen met elkaar praten is er vaak sprake van plat taalgebruik, wat helemaal bij die situatie past.
Een meeslepende roman die je bijblijft, vol met aangrijpende tragiek.
Marieke Lucas Rijneveld – De avond is ongemak. ISBN 978-90-254-4411-2, 271 pagina’s, € 18. Amsterdam: Atlas Contact 2018.