Portret van Jules Deelder
Het levensverhaal van de befaamde dichter, Spartasupporter en nachtburgemeester van Rotterdam.
Enige tijd geleden bespraken we op deze site het boek Hard Gin, een bloemlezing van teksten van Jules Deelder. In dit boek gaat het om herinneringen aan Deelder. Aan de hand van interviews, fragmenten, gesprekken met betrokkenen en uitgeplozen archieven reconstrueerde de auteur het leven van Deelder. Hij liet ook bekenden van Jules aan het woord, zoals Bart Chabot, Hugo Borst, Kamagurka, Loes Luca, John Buijsman, Boris van der Lek en vele anderen. Deelder wilde zelf niet meewerken.
Het boek beschrijft het leven van Jules Deelder vanaf zijn geboorte tijdens de Tweede Wereldoorlog tot en met zijn overlijden op 19 december 2019. Een week nadat Slotboom zijn werk voltooid had overleed Jules Deelder. Hij hernam zijn werk en zorgde voor wat aanvullingen. Het is volgens de schrijver geen echte biografie, die gaat nog geschreven worden door Deelder’s dochter Ari.
Auteur
Anton Slotboom (1980) is journalist. Hij schreef enkele voetbalboeken en een biografie over Ted Langenbach, de Rotterdamse Partygoeroe.
Persoonlijkheid
Uit alle herinneringen aan Jules Deelder komt een duidelijk beeld naar voren van zijn karakter. Het begint al met een verslag van zijn optreden voor een groep punkers die hem helemaal vol spuugden. Stug en onverstoorbaar maakte hij zijn voordracht af. Hoe hij was als persoon komen we het best te weten door enkele vrienden. Hugo Borst kwam hem vaak tegen bij de voetbalclub Sparta. Hij noemt Deelder een imponerende persoonlijkheid. Bij de ingang liep hij altijd door. Hij dwong dat af. Hij werd altijd met rust gelaten. Deelder bepaalde zelf of hij met iemand in gesprek ging, terwijl hij ook een spraakwaterval kon zijn. Bart Chabot kende hem heel goed. Samen trokken ze als punkdichters door het land. Hij zegt over Jules: Ik ken niemand die zo zichzelf was als Jules.
Uiterlijk
Voor Deelder was zijn uiterlijk van groot belang. Hij sprak laatdunkend over de smakeloze kleding van de gemiddelde Nederlander. In een apart hoofdstuk wordt uitvoerig verteld over zijn kleding. Op de cover zien we daar al een onderdeel van: haar, bril, das en kostuum. Zijn haar was altijd strak achterover gekamd, glimmend van de Yardley brillantine. Zijn bril was vaak van een bijzonder ontwerp. Altijd droeg hij een zwart kostuum. Voor zijn optredens werden dat op den duur peperdure Italiaanse maatpakken. Ook zijn schoenen, zogenaamde two tone shoes, werden door een bevriende schoenmaker uit Italië meegenomen. Dan was er natuurlijk voor op straat de stijlvolle fedora hoed met lint en een fraaie, lange leren jas. In Rotterdam was hij met deze uitmonstering een vertrouwde verschijning, maar ook daar kreeg hij nog veel opmerkingen.
Drugs en drank
In het hoofdstuk Een lijntje in de nase wordt uitgebreid verteld over het drugs- en drankgebruik van Jules. Met speed begon hij toen hij een baantje had bij Van Gend en Loos, zwaar werk. Toen hij van een vriend wat pilletjes kreeg deed hij fluitend zijn werk en was de dag zo om. Hij heeft wat drugs betreft alles geprobeerd, maar meestal beperkte hij zich tot speed en jointjes. Die had hij nodig. Ze hielpen hem ook van zijn verlegenheid af. Ook drank hoorde erbij: calvados, wijn en gin. Met beheerst gebruik van deze middelen kon hij volop blijven functioneren en 75 jaar worden. Zo maakte hij ook één van zijn levensmotto’s waar: opbranden, niet uitdoven.
Zijn grote liefde: Sparta
Al heel jong ging Jules met zijn vader naar Sparta. Met het gezin bezochten ze ook de uitwedstrijden, zelfs in Limburg. Zijn leven lang is hij supporter van Sparta gebleven. Hij had een hekel aan de inmiddels veel grotere topclub Feijenoord. De wedstrijden tegen die club waren belangrijker dan die tegen Ajax.
Als Jules over Sparta ging vertellen was hij niet te stuiten, bijvoorbeeld over de sterspeler van vroeger Rinus Terlouw of over toen het Amerikaanse sekssymbool Jayne Mansfield, door Jules ‘de tietenkoningin’ genoemd, de aftrap deed. De spelers waren zo van slag dat ze met 1-7 van DOS verloren. Bij bepaalde gelegenheden droeg Jules gedichten voor over Sparta. Eén dichtregel staat op de muur van het Kasteel: Dat de hemelpoort verdacht veel heeft van het Kasteel.
Nog veel meer herinneringen bevat dit heerlijke boek, bijvoorbeeld over zijn auto’s van het merk Citroën en natuurlijk zijn passie voor jazz. Heel bijzonder is zijn band met Rotterdam. Overal in de stad hangen dichtregels van Deelder. Het boek geeft twintig van deze aforismen met aanduiding van de straat waarin ze zich bevinden. Een voorbeeld:
Waar de natie bietjes eet,
bikt Rotterdam z’n kroten.
Deze regels stonden op de vuilniswagens in Rotterdam. De verbondenheid met de stad blijkt ook uit zijn bijzondere functie: nachtburgemeester. Toen Jules Deelder was overleden plaatsten de burgemeesters Peper, Opstelten en Aboutaleb een rouwadvertentie met de volgende tekst: Wij treuren om het verlies van een icoon van Rotterdam en oud-collega, die tientallen jaren de nacht voor zijn rekening nam.
Een waar eerbetoon aan een gedenkwaardige Rotterdammer.
Anton Slotboom – De zin van het leven ben je zelf. Het compromisloze bestaan van Jules Deelder. ISBN 978-90-897-5079-2, 288 pagina’s, € 22,50. Meppel: Just Publishers 2020.