Een eiland vol tegenstellingen
Op een fictief eiland, eind 19e eeuw, bevindt zich een gemeenschap die bestaat uit louter schipbreukelingen. Ze vormen geen harmonieuze samenleving. De tegengestelde belangen veroorzaken vele problemen.
De roman begint met de zeereis van de gebroeders Ysbrant en Corylus Dekker. Hun schip gaat ten onder in een zware storm. Het slaat stuk op de kust van een onbekend eiland. De broers zijn de enige overlevenden die aanspoelen op het strand. Ze worden opgewacht door de gastvrije bewoners. Tien jaar later gaat het verhaal verder. De broers hebben hun plaats gevonden bij de bevolking. Het eiland is door een grote storm min of meer verwoest. Met de grootste moeite kunnen de inwoners in leven blijven. Hopelijk strandt er opnieuw een schip, want dan is er weer hout en andere zaken die ze nodig hebben. Corylus probeert met zijn ‘vuurtoren’ juist schipbreuken te voorkomen, anderen nemen hem dat kwalijk. Hoofdpersoon is Elly, de onderwijzeres van het schooltje. Zij wil weg van het eiland, samen met Ysbrant bouwt ze heimelijk aan een schip. Zij heeft nog idealen, anderen berusten in hun lot. Zo zijn er veel tegenstellingen.
Auteur
Dimitri Bontenakel (1971) is een Vlaamse schrijver. Hij schreef de romans Een zwerver met pleinvrees, Mijn ontmantelde wereld, De steek van de schorpioen (genomineerd voor de Hercule Poirotprijs) en Schaduw en vuur. Samen met het theatergezelschap Lucky Leo en Annelies Verbeke maakte hij het absurdistische theaterstuk Gewraakt. De landschappen in deze roman zijn gebaseerd op Patagonië. Het boek vergde veel research over het leven eind 19e eeuw. Ook onderzocht hij hoe een houten schip gebouwd wordt en beschrijft dit in detail met veel vaktermen.
De geschiedenis van het eiland komt wat ongeloofwaardig over. Ooit was er bloeiende scheepsbouw. Op twee werven werden zeilschepen gebouwd. Dit hield op toen al het hout gebruikt was. Het eiland was boomloos geworden. Dan is er sprake van De Grote Storm die het eiland bijna heeft verwoest. Er zijn nauwelijks nog dieren en voedsel kan slechts verbouwd worden in grotten. Toch is er op dit primitieve eiland nog sprake van enige civilisatie. Er is een school en er is een kerk. De oude schoolmeester heeft zijn eigen leerboeken samengesteld (waar werden die gedrukt?). Hij komt nog één uurtje per dag lesgeven. Zijn opvolgster is Elly. De pastoor van de kerk is de machtigste, meest invloedrijke persoon op het eiland. Hij bepaalt de regels. Deze zijn te vinden op plakkaten aan de deur van de kerk.
Op Elly, de pastoor en de schoolmeester na lijkt het eiland bevolkt door zonderlingen. De schrijver heeft personen gecreëerd die heel extreem en vaak primitief zijn. Er is sprake van één schipbreuk. Een Fins zeilschip strandt op de kust. Het wordt direct gesloopt en de twee opvarenden moeten op het eiland blijven. Een mooi beschreven, maar afschuwelijke gebeurtenis is de dood van een jongetje en de daarop volgende boekverbranding. Een leerling valt tijdens een klimpartij te pletter. De schoolmeester, die verteld heeft over een vogel die in de rotsen voorkomt, krijgt de schuld en zijn boeken worden verbrand.
In een interview zegt de schrijver dat zijn roman een dystopisch karakter heeft. Dat wil zeggen dat de samenleving zoveel akelige kenmerken vertoont dat je er geen deel van zou willen uitmaken. Dystopisch kun je als het tegengestelde van utopisch beschouwen. Waarschijnlijk bedacht hij deze samenleving als een soort waarschuwing. Elly wil weg omdat de kunst wordt vernietigd, haar doofstomme vriend Timber moet stoppen met zijn rotsschilderingen. De schoolboeken worden verbrand, want de leerlingen moeten iets nuttigs leren willen ze het kunnen uithouden op het eiland.
Gelukkig dat Elly de hoofdpersoon is, ze is bijna de enige met wie je je kunt identificeren. Zij vormt een groot contrast met de meeste eilandbewoners. Haar zorg voor haar demente moeder is aandoenlijk. Haar omgang met de oude schoolmeester is heel sympathiek. Met haar stiefvader Corylus heeft ze een moeizame omgang, maar aan zijn pogingen om met zijn vuurtoren schipbreuken te voorkomen werkt ze van harte mee. De meeste eilandbewoners willen juist dat schepen voor hun gevaarlijke kust schipbreuk lijden: keiharde hebzucht.
Hoewel het soms moeilijk is te geloven in deze soms onlogische, dystopische roman, is het de schrijver mede door zijn toegankelijke stijl gelukt een boeiende roman te schrijven. Er is ook sprake van spanning, omdat de lezer tot het slot met de vraag zit of het Ysbrant gelukt een zeewaardig schip te bouwen en of Elly met hem het eiland zal verlaten.
Een duidelijke waarschuwing voor een maatschappij vol hebzucht en zonder cultuur.
Dimitri Bontenakel – De berenrug. ISBN 978-90-284-5038-7, 222 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2020.