De schilder van Barcelona

Sociale onrust

De hoofdstad van Catalonië kent een traditie van anarchistische en atheïstische acties. Het uitbreken van de Tweede Marokkaanse Oorlog doet in 1909 de lont in het kruitvat ontsteken.

In 1901 is er een grote stakersactie in Barcelona. Het trampersoneel heeft het werk neergelegd, maar de bedrijfsleiding liet werkwilligen hun besmette plek innemen. Aanvankelijk leek het of de Guardia Civil de situatie in de stad onder controle had, maar door deze inzet van werkwilligen sloeg de vlam in de pan. Opeens steeg uit honderden stakerskelen een luid geschreeuw op: ‘Onderkruipers! Klootzakken! Eropaf!’

Dalmau Sala stond op de uitkijk op de Ramblas. Hij zag hoe een brede rij opgewonden mannen, vrouwen en kinderen optrok naar een rijdende tram. De bestuurder durfde niet op de meute in te rijden en stopte. De weinige passagiers sprongen hals over kop uit het voertuig. Even later werd de tram bestormd. Vele handen leunden tegen de zijkant. Degenen die niet bij de tram konden komen, duwden tegen de ruggen van de andere betogers. De tram begon te wankelen op zijn ijzeren wielen. ‘Harder! Harder, harder…’ De tram schommelde mee op het steeds snellere tempo en kantelde onder de herrie van versplinterend hout en ketsend ijzer tegen de kasseien. Relatieve stilte en een wolk van stof was het einde.

Dalmau Sala, de zoon van een geëxecuteerde anarchist, is een jonge schilder die zich voelt ingeklemd tussen twee werelden. Aan de ene kant zijn familie en Emma, de vrouw van wie hij houdt. Zij zijn fervente strijders voor betere woon- en werkomstandigheden van arbeiders en kennen geen angst als ze de rechten van werknemers opeisen.

Anderzijds brengt zijn werk in het keramiekatelier van Don Manuel Bello, een conservatieve katholiek, hem in een omgeving waar rijkdom en creatieve ontwikkelingen de boventoon voeren. De rijke bourgeoisie heeft verlokkingen. Omdat zijn baas met de begaafde jonge schilder wegloopt en hem graag aan zich bindt, heeft hij 1500 peseta’s betaald om Dalmau vrij te stellen van militaire dienst. Het is uiteraard geen cadeautje, want hij moet elk jaar 100 peseta’s terugbetalen.

Ondanks dit voelen Dalmau en zijn familie zich sterk verbonden met de protesten van arbeiders. De omstandigheden waren destijds over het algemeen diep treurig. In de woningen was het uitgesloten dat hygiëne werd nageleefd, kinderen kregen geen onderwijs maar werkten vanaf acht jaar oud in fabrieken en de werkdagen, ook de zondag, duurden 12 of 13 uur. Geen wonder dat sociale onrust voortdurend op de loer ligt.

In 1909 komt het in Barcelona tot een opstand. De regering in Madrid heeft plotseling extra reservetroepen nodig om de Spaanse bezittingen in Marokko veilig te stellen. Als verse troepen worden 520 manschappen in Catalonië aangewezen. Deze hebben op dat moment echter hun complete diensttijd van zes jaar erop zitten en verwachten geen verdere dienstplicht. Men kon voor 400 peseta’s van deelneming aan een nieuwe oorlog in Marokko worden vrijgesteld. De soldaten bezaten een dergelijke som echter niet. Barcelona is solidair en komt op 9 juli in opstand.

Er vielen honderden doden en gewonden. Veel gebouwen, vooral kerken en kloosters, werden in brand gestoken. Bijna 2000 strafprocessen volgden. Ook voor Dalmau Sala en zijn vriendin Emma zal deze ‘Tragische week’ (La Semana Trágica) dramatisch verlopen en hun leven drastisch doen veranderen.

Auteur

ldefonso Falcones (Barcelona 1959) is advocaat en schrijver van de internationale bestsellers De kathedraal aan zee en De erfgenamen. Van het eerste boek maakte Netflix een succesrijke tv-serie.

 

 

 

 

n De schilder van Barcelona maakt de lezer een historische reis door het Barcelona waar men bezig is iconische architectuur op te bouwen in een onrustige maatschappij die vooralsnog geen weet heeft dat het ergste, de Spaanse Burgeroorlog, nog in het verschiet ligt.

Het is een huiveringwekkend voorspel op gebeurtenissen die tot op de dag van vandaag navoelbaar zijn.

Ildefonso Falcones – De schilder van Barcelona. Vertaald uit het Spaans (El Pontor de Almas) door Joke Mayer en Fennie Steenhuis. ISBN 978-90-245-8957-9, 668 pagina’s, € 27,50. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis. Bookmark de permalink.