Brussels Balletbloedbad
Moord tijdens een interculturele balletvoorstelling. Twee commissarissen volgen een Brusselse onderzoeksmethode.
Commissaris Kluft had er totaal geen zin in, maar zijn vrouw Jeanine had hem eenvoudigweg meegetroond. Dat had je er nu van als je echtgenote er door die vervloekte directeur-generaal van belastingen uit was geflikkerd met een stom vervroegd pensioen. Ze moest plaatsmaken voor gedweeë snotneuzen die ratelden van ambitie.
Nou, die ambitie had Jeanine nu losgelaten op culturele bezoeken en zo moest hij mee naar dat theater. Het was allemaal creatief modern, dus stoelen waren er niet, alleen een doolhof aan gangen. Het theater was namelijk een met schotten vertimmerd oud kantoorgebouw waar je niet alleen kon rondlopen, maar ook nog eens flink verdwaalde. Bovendien mocht je er nergens roken. ‘Verdomme’, zei Kluft en hij tastte naar zijn pakje in zijn jaszak.
Jeanine was enthousiast, want er werden door de balletgroep opwindende oorlogsdansen uitgevoerd. Allemaal hartstikke realistisch. Zo lag er in een gangpad zomaar een danseres als lijk. Kuft vroeg nog aan zijn vrouw of dat erbij hoorde, de toeschouwers de stuipen op het lijf jagen. Hij keek nog eens goed en besefte plotseling dat één der balletdanseressen werkelijk dood neerlag.
Op hetzelfde moment voelde Kluft het commissarissenbloed door de aderen stromen. Het was weliswaar niet zijn Brusselse wijk, maar hij voelde zich evenzogoed verantwoordelijk en nam leiding. Binnen de kortste keren was alles afgezet en werd het publiek tot rust gemaand. Dat was soms niet eenvoudig. Zo was een bezoekster volstrekt hysterisch aan het gillen geslagen toen ze in de gaten kreeg al driemaal over het lijk van de onfortuinlijke ballerina te zijn heen gestapt.
Gelukkig was de commissaris van de wijk, Ali Demir, met zijn brigadiers snel ter plaatse. Het was natuurlijk nog prettiger dat deze Ali Demir ooit in vak van politieman was opgeleid door Kluft. Zij waren goede vrienden en konden goed samenwerken.
De moordomstandigheden zijn uiteraard wisselend, maar de moord op een ballerina tijdens een balletvoorstelling met twintig of dertig collega balletmeiden en balletboys is voor de politie zwaar werk.
Over het moordwapen was gelukkig weinig discussie. Wat tijdens de voorstelling een onschuldig toneelmes had moeten wezen bleek een vlijmscherp keukenmes. ‘Zo hebben wij er eentje in het keukenrek’, merkte Kluft nog op.
Terwijl hij dit zei meldden zich de leidster van het balletgezelschap en een schone gekrulde adonis bij het lijk. Het was daarbij niet duidelijk of zij meer compassie voor elkaar of voor hun zojuist doodgestoken collega betuigden. Het leek wel een triootje waarvan eentje zojuist dood was gegaan.
De beide commissarissen zaten er maar mee, want behalve enkele getatoeëerde kruisjes op het lijk, een door de toeschouwers totaal vervuilde plaats delict met tientallen vreemde voetstappen en een later in de modder voor het theater gevonden soort van amulet, waren er geen aanwijzingen. Men moest het doen met de getuigenissen van tientallen ballerina’s die door hun manager waren opgestookt zich in alle opzichten tegen de politie te verzetten.
Auteur
Geert van Istendael (1947) is een Vlaams prozaschrijver die sedert 1978 vele tientallen werken op zijn naam heeft staan. In 1995 werd hij bekroond met de Geuzenprijs. Ook wordt hij gewaardeerd als vertaler. Hij is een voorvechter van een ontmoeting van de Duitse, Franse en Nederlandse taal en in die zin een pleitbezorger van de idealen van de Benelux.
In De danseres en het mes komt deze ontmoeting tot haar recht. Hierbij schuwt hij vanuit het Brusselse ook niet het Arabisch, Turks en Berbers. Al deze talen en ook het Latijn worden met de nodige relativerende humor meegenomen.
De thriller is derhalve niet alleen een luchtige detective waarbij de nodige Vlaamse, of moet men zeggen typisch Brusselse, strapatsen langskomen. Ook is het een pamflet ten gunste van interculturele samenwerking bij een treffen van balletdansers en politiemensen die allen verschillend zijn in kleur, geloof en dus ook in taal.
Af en toe is het een beetje schipperen om iedereen de juiste aandacht te geven en ook de zoektocht naar de dader kent daarom soms wat pauzes. Echter, alles wordt uiteindelijk keurig afgewerkt en de lezers worden niet opgescheept met losse verhaallijnen of een vervelend open einde.
De auteur weet de plot listig te draaien zodat iedereen aan zijn trekken komt en zelfs de vermoorde ballerina plotseling een ereplaats krijgt.
Een echte Brusselse thriller voor wie meer wil dan de zoveelste detective.
Geert van Istendael – De danseres en het mes. ISBN 978-90-892-4859-6, 224 pagina’s, € 21,99. Antwerpen: Houtekiet 2020.