Liefde voor het leven scheurde toch in tweeën
Gelukkig huwelijk bleek op drijfzand gebouwd.
Als Wies (Marie-Louise) en Joost elkaar in 1972 leren kennen worden ze stapelverliefd op elkaar. Ze kunnen praten, vertrouwen elkaar, vrijen heerlijk en hebben plezier. Op zóveel moois durven ze het wel aan om met elkaar te trouwen. In 1975 wordt Wies zwanger. ‘Het wordt een zoon’, weet zij zeker. Vanaf die dag heet de ongeborene ‘ons Keesje’. Joost en Wies zijn in de zevende hemel. Ook als ons Keesje een meisje blijkt te zijn, is de vreugde groot. Joost is verrukt van dochter Julia. Wies stopt met werken, ze wil alle aandacht besteden aan haar knusse gezinnetje en haar lieve meisje. En dan opeens, middenin die gelukzalige tijd, begint Joost te veranderen. Wies heeft het idee dat zijn aandacht vooral naar Julia uitgaat, want zelfs als ze hem speels tracht te verleiden is hij niet tot vrijen te bewegen. Zou Joost een ander hebben?
Joost heeft geen ander. Althans, geen andere vrouw. Van de ene op de andere dag confronteert hij haar nogal koud met de mededeling dat hij homoseksueel is. Hij heeft iemand leren kennen, spreekt met hem tijdens kantooruren af in een mannensauna. Of ze moeten scheiden? Nou niet per se hoor. Maar Wies denkt daar anders over. Na een moeizame en wanhopige tijd neemt ze het besluit met dochter Julia te verhuizen. Ze kan het niet aanzien dat Joost keer op keer verliefd is. Zoals ééns op haar. Ze vindt het vreselijk voor Julia. Het meisje is acht maanden oud als ze uit huis gaat en op deze manier zal ze nooit de veiligheid kennen van een eigen lieve vader die gewoon samen met hun in één huis woont. Wies’ wereld stort in. Ze begint haar ervaringen op te schrijven. Later, zo neemt ze zich voor, wil ze Julia laten lezen hoe gewenst ze was door allebei haar ouders en ook hoe groot het verdriet is geweest toen haar papa een andere weg koos.
Auteur
Marie-Louise Klomp (1952) volgde een opleiding tot functielaborante in een ziekenhuis. Ze werkte daar een aantal jaren. Nadat ze naar een dorp was verhuisd schreef zij 25 jaar freelance voor het Eindhovens Dagblad. Tegenwoordig runt zij een eigen tekstbureau. Dit debuut verscheen eerder onder de titel Omdat de natuur anders beslist.
Zoals gezegd: dit is een egodocument. Klomp wordt in 1977 onaangenaam verrast door de mededeling dat haar man homo is, voelt zich in haar liefde veronachtzaamd, maar is ook vrij onbekend met het gegeven. Het verbaast uw recensent dan ook zeer dat – op het moment dat Joost haar met de werkelijkheid confronteert – hij letterlijk zegt: Het spijt me schat. Ik weet dat het walgelijk is, maar ik val dus op mannen. Hier geloof ik dus werkelijk niets van. Eind jaren zeventig was homoseksualiteit aardig ‘ingeburgerd’, zowel voor mannen als voor vrouwen. En dan zou deze ‘nieuwe homo’ zelf het woord ‘walgelijk’ bezigen? Sorry, maar dát vind ik nu walgelijk, misplaatst en aanstootgevend!
Iets anders. De auteur heeft journalistieke schrijfervaring. Is het dan nodig om door het hele boek heen woorden te gebruiken als allesje, saampjes (dat lees ik heel veel), lieverdje, schatje, wangetje, kusje, sprongetje, eventjes en ga zo maar door, het aantal verkleinwoorden in dit boek is legio. Dat komt nogal poezelig en onvolwassen over.
Klomp wilde haar dochter laten weten hoe moeilijk haar ouders het hebben gehad. Goed idee. Maar ze heeft vervolgens dat privé-project aan de buitenwereld prijsgegeven, terwijl het daarvoor niet rijp was. Emotioneel noch taalkundig.
Marie-Louise Klomp – Homoseksualiteit is geen keuze. Als je homoseksuele man je verlaat en daarna. ISBN 978-94-6389-282-7, 184 pagina’s, €20,50. Soest: Uitgeverij Boekscout 2019.