Vliegende Hollanders

Pioniers van de Nederlandse luchtvaart

Het verhaal van Albert Plesman en Anthony Fokker.

Eind 1919 werd de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën opgericht dankzij de nimmer aflatende ijver van de militaire vlieger Albert Plesman (1989-1953). Het predikaat ‘Koninklijke’ werd echter via Prins Hendrik geregeld door de vliegtuigbouwer en piloot Anthony Fokker (1890-1939). De rivaliteit tussen beide luchtvaartpioniers is het belangrijkste onderwerp van de televisieserie Vliegende Hollanders, die thans wordt uitgezonden met Daan Schuurmans en Fedja van Huet in de hoofdrollen. Het scenario van de serie werd ‘verboekt’ door Chris Houtman.

Auteur

Chris Houtman (1955) is een ervaren scenarioschrijver en televisiemaker. Hij ging schrijven na herstel van een zware ziekte. In 2018 debuteerde hij met de spectaculaire thriller Akte van Berouw, gevolgd door Het negende gebod, eveneens een ijzersterkte thriller met religieuze achtergrond. Daarna schreef hij in hoog tempo achtereenvolgens de thriller Getal van het beest, het historische Young Adult boek Het geheim van de goudenregen en de historische romans De Veleda-voorspelling en De Veleda vloek. Het derde deel van de Veleda trilogie wordt binnenkort verwacht.  

Het boek begint, na een proloog over de jonge jaren van Fokker en Plesman, met de Eerste Nederlandse Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam, die in 1919 in Amsterdam werd gehouden.

In het boek wordt de complexe verhouding tussen Plesman en Fokker uitgewerkt en genuanceerd. Hun persoonlijke verhaal is tevens een stuk Nederlandse luchtvaartgeschiedenis en de geschiedenis van de KLM tijdens het Interbellum. Beide mannen zagen de grote mogelijkheden van de luchtvaart in en wilden die verder ontwikkelen, veiliger maken en populariseren.

De familieman Plesman lukte het, ondanks veel tegenwerking, de KLM niet alleen van de grond te krijgen, maar ook verder uit te breiden. Dat leidde tot grote successen, zoals de zegetocht van de Uiver tijdens de luchtrace van Londen naar Melbourne, waar welhaast het  hele Nederlandse volk euforisch van werd. Maar er was ook veel verdriet om vliegrampen.

De womanizer Fokker was niet alleen een bekwaam vliegtuigbouwer, maar ook een gewiekst zakenman. Hij was ijdel, genoot van belangstelling en liet zelfs zijn eigen biografie schrijven. Voor hem was Nederland eigenlijk te klein. Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwde hij in Duitsland gevechtsvliegtuigen, waarmee onder meer Hermann Göring Franse piloten neerhaalde. Later was hij vooral zakelijk actief in de Verenigde Staten.

Beiden botsten regelmatig, maar hadden elkaar ook steeds weer nodig. Een en ander wordt boeiend beschreven.

In zijn voorwoord waarschuwt Houtman ons: zoals boekverfilmingen nooit hetzelfde zijn als het origineel, is dit ook hier niet het geval. Deze vertelling is bedoeld als aanvulling op de serie en biedt ruimte aan tal van historische details die bij het grote publiek onbekend zijn. En zo is het maar net. Navraag leert dat het boek de waarheid dichter benadert dan de serie.

Het schrijftalent van Houtman is inmiddels genoegzaam bekend uit zijn goed leesbare oeuvre. Dit boek is uitstekend ‘zelfstandig’ te lezen, net zoals de serie ook uitstekend ‘zelfstandig’ te bekijken is. Persoonlijk opteer ik voor de combinatie, die me te denken zet over de verschillen, zoals het optreden van de Fokkerbiograaf Polak, die wel in de serie, maar nergens in het boek voorkomt. Hij blijkt dan ook door de scenaristen verzonnen.

Een cliché hoeft niet onwaar te zijn dus ik meen mijn volgende opmerking: Ik heb dit boek in één adem uitgelezen.

Een fijn en interessant leescadeau voor de feestdagen.

Chris Houtman – Vliegende Hollanders. Pioniers van de Nederlandse luchtvaart. ISBN 978-90-452-1929-5, 319 pagina’s, € 19,99. Haarlem: Xander Uitgevers 2020.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis, Luchtvaart. Bookmark de permalink.