Spookverhaal met reële tintjes
De Australische Thea Rust gaat op het Engelse platteland geschiedenis doceren aan een groep meisjes die voor de eerste keer wordt toegelaten op een jongenskostschool. Er wachten haar echter mysterieuze zaken.
In 1768 begint Rowan Caswell aan haar baantje als dienstmeid in het huishouden van Patrick en Caroline Hollander, het Zijden Huis. Rowan heeft een misvormd oog en onder haar muts verbergt ze witblond, ragfijn haar. Eenieder weet dat iemand met zulk haar ongeluk brengt. Bovendien heeft ze ‘het zicht’. Wanneer haar moeder dit bij haar dochter ontdekt waarschuwt ze haar dat ze het tegen niemand mag vertellen; ze zou van hekserij kunnen worden beschuldigd. Van haar moeder heeft ze ook kennis over geneeskrachtige kruiden geleerd.
Patrick is zijdehandelaar en komt in contact met Mary Stevenson, een vrouw die graag ontwerper van stoffen wil worden, een beroep dat voorbehouden is aan mannen. Maar haar ontwerpen zijn zo bijzonder dat Patrick graag met haar in zee gaat. Toch loopt een en ander spaak en voelt Mary zich genoodzaakt de reis vanuit Londen naar zijn zijdehandel te maken om verhaal te halen.
De zijden stoffen die Mary heeft laten maken, zijn namelijk wel aangekomen, maar geld heeft ze nog niet ontvangen en verdere opdrachten blijven ook uit. Caroline Hollander is echter verrukt van de zijden stoffen en laat er een japon van maken. Dan volgen de dramatische gebeurtenissen in huize Hollander elkaar op. Hebben de kruiden van Rowan daar schuld aan?
Auteur
De journalist en redacteur Kayte Nunn is geboren in Singapore, groeide op in Engeland en de Verenigde Staten, maar woont al weer meer dan 20 jaar in Australië. Van jongs af aan is schrijven haar lust en haar leven. Ze heeft inmiddels zes boeken op haar naam staan. De verdwenen brieven van Esther Durrant heeft veel belangstelling getrokken.
Ruim twee eeuwen later komt Thea Rust uit Australië aan bij Oxleigh College, waar ze niet al te hartelijk ontvangen wordt door de portier meneer Battle. Het is duidelijk dat hij er geen voorstander van is dat er meisjes op de exclusieve kostschool worden toegelaten. Hij geeft de nieuwe docente geschiedenis drie sleutels van haar onderkomen, het Zijden Huis, waar ze met de meisjes zal verblijven: één voor de voordeur, één voor de achterdeur en waar de derde voor is moet ze zelf maar uitzoeken.
In het Zijden Huis wordt ze opgewacht door een lange, magere vrouw met zilvergrijs haar die haar het huis laat zien. Thea’s kamer is op de zolder. Net als ze naar bed wil gaan, wordt alles plotseling donker en dan hoort ze een ijzingwekkende kreet.
Er gebeuren meer vreemde dingen. Zo vindt Thea bijna elke dag hoopjes zand in haar kamer en hoort ze iemand piano spelen. Haar onderzoek naar de oorzaken leidt tot bizarre conclusies.
Dat in Engeland spookverhalen de ronde doen is algemeen bekend. De auteur weet echter dit gegeven en het verband tussen het verleden en heden op een pakkende manier te beschrijven. De zijden stoffen, die een belangrijke rol in deze roman spelen, zijn bijna te zien en te voelen. Echte hekserij, zoals op de cover staat, is echter niet aan de orde. In vergelijking met De verdwenen brieven van Esther Durrant is dit werk wat minder, maar alleszins de moeite waard.
Kayte Nunn – Het Zijden Huis. Vertaald uit het Engels (The Silk House) door Marga Blankestijn. ISBN 978-90-443-6115-5, 349 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: The House of Books 2021.