Arthur Japin – Maar buiten is het feest. ISBN 978-90-295-8492-0, 311 pagina’s, € 21,95. Utrecht / Amsterdam / Antwerpen: Arbeiderspers 2012.
Een aangrijpende roman over hoe een slachtoffer van seksueel misbruik binnen het gezin uit daarboven weet uit te stijgen.
Als de vader van Weijnanda (Weijntje) vreemd gaat zet haar moeder hem subiet buiten de deur. Maar omdat ze bang is alleen achter te blijven met haar drie dochters valt ze al snel voor de charmes van de kermisfotograaf Sijmen, een schuinsmarcheerder van de eerste orde, die iedereen in zijn omgeving chanteert met compromitterende foto’s. Weijntje snapt niet hoe haar moeder eerst op de een en later op de ander heeft kunnen vallen. ‘Ik geloof dat de smaak van veel vrouwen nogal te lijden heeft onder hun angst om over te schieten.’ Alle herinneringen aan hun echte vader moeten verdwijnen en de meisjes krijgen Sijmens achternaam, waarmee hen een stuk van hun identiteit wordt ontnomen.
Langzamerhand dringt Sijmen zich op aan de oudste dochter Laura en aan Weijntje, wat uiteindelijk lijdt tot veelvuldig seksueel misbruik. Laura laat zich in eerste instantie daartoe dwingen omdat hij haar chanteert anders Weijntje te pakken en die op haar beurt denkt zo haar jongste zusje Isa te kunnen beschermen. Als de meisjes hier hun moeder mee confronteren beschuldigt ze hen haar man af te willen pakken. Nadat Sijmen Laura zwanger heeft gemaakt verlaat ze het ‘ouderlijk’ huis, maar beide zusjes houden contact via een ‘hotline’ op hun mobieltjes. Uiteindelijk weet Weijntje haar moeder op een bijzonder merkwaardige, maar wel effectieve manier, met haar neus op de feiten te drukken.
Weijntje probeert zich vaak zo veel mogelijk gedeisd te houden, maar het is moeilijk zich te verstoppen in een huis waarin Sijmen overal kijkgaatjes heeft geboord, zelfs in de wc-deur en de wand van de badkamer.
Intussen ontdekt koordirigente juffrouw Verbeet dat Weijntje een fantastische stem heeft. Sijmens weigert Weijntje zanglessen te laten nemen, totdat Verbeet erin toestemt met hem naar bed te gaan. Weijntje breekt door onder de artiestennaam Zonne, die ze associeert met haar echte vader. Ze wordt een geliefde zangeres en realiseert zich dat ze veilig is in het volle licht van de schijnwerpers.
Na het overlijden van Laura breekt er een strijd uit tussen Zonne en Sijmen over de voogdij van Lotte, Laura’s dochter. Tijdens de rechtszaak hierover wordt Zonne op een indringende wijze met haar verleden geconfronteerd, maar ze gaat de strijd aan. ‘Eigenlijk, dacht ze, zou je een slachtoffer maar één verwijt kunnen maken, en dat is dat het ervoor kiest om het te blijven’.
Volgens sommigen heeft Japin zich voor deze roman laten inspireren door het verleden van de cabaretière Karin Bloemen. Als dit klopt kan ik er alleen maar respect voor hebben dat zij geworden is tot wat zij is.
Voorzover ik (geen vrouw en ook geen incestslachtoffer) het kan invoelen lijkt de auteur me op een fijngevoelige manier de ziel van zijn hoofdpersoon te hebben blootgelegd. Het laatste telefoongesprek met Laura is hartverscheurend.
Het is grootmoedig hoe Zonne aan het eind met haar moeder omgaat. Maar als deze ‘een oma als andere oma’s’ voor Lotte wil zijn weet ze dat nog niet: ‘Voordat een vrouw oma kan worden, moet ze eerst een tijdje moeder zijn geweest.’.
Wel ik mis is nog een paar losse eindjes, zoals het lot van Isa en de afloop van de rechtszaak, maar dat is bijzaak.
Een goedgeschreven en fijnzinnig boek over een in triest onderwerp.
Aan dit boek werd tevens ruim aandacht besteed in de boekenrubriek LeesKost van het programma PuurCultuur op MeerRadio (woensdag 13 februari 2013). Klik op Maar het is buiten feest om dit te beluisteren.