Een heldin op de prairie
Hoe de jeugd de dood overwon.
Jaren geleden emigreerde een aantal Zweedse gezinnen naar Nebraska. In eigen land konden ze het zout in de pap niet verdienen, en daar, op de prairie, kregen zij de beschikking over een flink stuk land. Ze zouden het ontginnen en er bloeiende boerenbedrijven van maken. Althans, dat was het plan. Maar de wilde prairie liet zich niet zomaar temmen. De grond was droog en hard en zat vol stenen, zaaigoed kwam niet op, van oogsten kwam helemaal niets. De Amerikaanse Zweden waren nog even arm als in hun thuisland.
Dat gold ook voor John Bergson. Hij is arm geboren en sterft arm. Op zijn sterfbed, kort voor hij voorgoed onder zijn akkers gaat rusten, roept hij zijn kinderen bij zich. Maar eerst voert hij een gesprek met ‘dotter’ (Zweeds voor ‘dochter’) Alexandra, zijn oudste, zijn lievelingskind. Met haar heeft hij altijd over het bedrijf kunnen praten, zij is intelligent en toont een helder inzicht in zaken en komt, zo jong als ze was, met knappe ideeën. Zíj zal het armzalige bedrijf tot bloei kunnen brengen, verwacht hij.
Daarom vertelt hij zijn zoons Oscar en Lou, 19 en 17 jaar oud, dat hun zus de leiding over het bedrijf zal krijgen. Een meisje, dat is ongehoord vinden zij. Maar zij zullen zich moeten schikken naar haar plannen. De jongste zoon, Emile, een nakomertje, zal zijn vleugels uit moeten slaan en gaan studeren. Moeder zal haar groentetuin behouden. Kort daarna sterft hij. Alexandra heeft een zware taak op haar schouders gekregen. Maar zij verdiept zich door zelfstudie in de moderne landbouwmethoden en maakt een bloeiend bedrijf van de boerderij.
De broers trouwen en krijgen elk een stuk land. Alexandra werkt, studeert en innoveert het bedrijf dusdanig dat alle boeren van de boerderijen rondom haar land er lering uit trekken. Maar waar iedereen een geliefde heeft, is Alexandra alleen. Haar beste en vertrouwde jeugdvriend Carl is vertrokken. Ze mist hem ontzettend. Ze hoopt op zijn terugkeer, wie weet op liefde met hem. Maar als Carl na jaren verschijnt, verandert niet opeens alles ten goede. Integendeel, er doemen allerlei problemen op. Wint de liefde voor het land of kiest zij voor andere dingen?
Auteur
Willa Cather (1873 – 1947) werd in Virginia in de Verenigde Staten geboren. In 1883 verhuisde ze met haar familie naar Nebraska. Ze begon met een studie medicijnen, maar switchte naar Engels. In 1906 verhuisde ze naar New York, waar ze hoofdredacteur werd van McClure’s Magazine. Ze debuteerde in 1912 met Alexander’s Bridge, een boek waarmee ze achteraf niet gelukkig was. Daarna verscheen in 1913 O Pioneers! Dat was het begin van een succesvolle carrière als romanschrijfster. Op dit boek volgden The Song of the Lark (1915) en My Antonia (1918). Deze drie boeken worden wel ‘de prairietrilogie’ genoemd. Haar jeugd in Nebraska inspireerde haar daarbij zeer. Cather won in 1923 de Pulitzer Prize voor One of Ours. In totaal schreef zij twaalf romans.
Romans over pioniers zijn bepaald niet doorsnee. Kijk naar de wereldberoemde romans van John Steinbeck die onder meer door zijn pioniersromans de Nobelprijs voor de Literatuur won, of de grote Zweedse schrijvers die met vergelijkbare thema’s in romans uit hún deel van de wereld, miljoenen lezers aan zich wisten te binden.
De verhalen zijn stoer, open, menselijk, de karakters herkenbaar beschreven. Dat geldt ook voor dit boek. Willa Cather heeft van O pioneers! ook nog een fraaie vroeg-feministische roman gemaakt.
Onvoorstelbaar dat het meer dan een eeuw moest duren voordat dit schitterende boek in het Nederlands werd vertaald. Het is het lezen meer dan waard.
Willa Cather – O pioniers! (vertaald uit het Engels O Pioneers!) door Johannes Jonkers, ISBN 978-94-9216-832-0, 216 pagina’s, € 22,99. Elburg: Uitgeverij Karmijn 2022.