Afscheidsbrief aan Djaman
Veertig jaar reizen in vriendschap.
Twee vrienden: één uit Nederland en één uit Indonesië. Ze komen uit twee verschillende vaderlanden. Ooit was de geschiedenis van hun landen samengesmolten, voor de ouders en grootouders van de vrienden betekende dat kolonialisme, onderworpenheid, een strijd om vrijheid, oorlog, wreedheid en uiteindelijk de vrijheid waarom verbeten werd gevochten. ‘Jouw ouders en grootouders zaten er middenin en God weet wie nog meer uit jouw omgeving’ schrijft Kees Ruys in de enige en laatste brief aan de vriend met wie hij veertig jaar optrok. Niet dat ze elkaar vaak zagen, zo eens in de paar jaar trok Ruys naar Indonesië, kwam aan in Surabaya en reisde van daaruit, vijf uur lang, over de Grote Postweg naar de gewoonste aller badplaatsen Pasit Putih, zonder zijn vriend Djaman, die daar woonde, daarvan vooraf op te hoogte te stellen. Heel ongebruikelijk in dit land, waar gastvrijheid hoog in het vaandel staat. Een gast wordt rijkelijk onthaald, er wordt voor hem gekookt, er wordt een feestmaal aangericht. Bij Djaman was dat niet nodig. Als Kees Ruys bij hem aanklopte wist zijn vriend al dat hij kwam, hij had hem in zijn dromen aan zien komen.
Maar dit keer, wist Ruys, vervuld van diep verdriet en melancholie, zou Djaman hem niet opwachten. Hij was dood. Zijn stiefkleindochter Lastri had Ruys een paar keer een heel summier appje gestuurd, eenmaal met een foto van haar sterk vermagerde grootvader, zijn skelet duwde door zijn huid. Later kwam er via haar telefoon een spraakbericht waarin Djaman zelf vertelde dat hij ziek was en dat hij medicijnen kreeg die al zijn geld opslokten. Of Kees hem helpen kon. De onrust had sinds die tijd bezit van Kees Ruys genomen, want ze belden nooit met elkaar. Hij besloot Djaman te gaan opzoeken. Ze hadden als vrienden nooit veel woorden nodig gehad. Citaat: ‘Kan een omgang ‘vriendschap’ heten als je nauwelijks praat, elkaar ontziet, alleen maar naast elkaar voortstapt, jaar in jaar uit, als twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers, ja zelfs als prille zestigers, twee stramme lijven in een houten dans?’
Ja dat kan, dat kunnen alleen twee mannen in een diepgevoelde mannenvriendschap die geen discussies nodig heeft. ‘En hoewel ik opgroeide in een cultuur waar openhartigheid de norm is, veins en draai ook ik er om de lieve vrede graag op los. Wat dat betreft zouden we allebei met speels gemak in een Javaanse hofhouding mee kunnen draaien.’ Terwijl Kees Ruys zijn reis maakt naar het huis waar ooit Djaman woonde komen de gebeurtenissen, de dagen die zij gezamenlijk hebben doorgebracht één voor één weer bij hem boven. Als een rituele dans, een afscheidsceremonie voor de oude vriend.
Auteur
Kees Ruys (1955) reisde sinds de jaren zeventig al een keer of twintig naar de Indonesische archipel. Het immense eilandenrijk werd de inspiratiebron voor bijna al zijn boeken. Ruys debuteerde in 1986 met de roman Een afgedragen huid. Daarna volgden verschillende romans en reisverhalen. In de eerste drie delen van De randgebieden beschrijft Ruys zelfstandig te lezen non-fictie verhalen over Indonesië. Dit nieuwste boek is het vierde deel.
Daarnaast scheef Ruys twee biografieën, een over de (Indische) schrijfster Aya Zikken en een over de meester-fluitist en componist Chris Hinze.
De tocht naar Pasit Puteh is geschreven als een liefdevolle brief, een afscheid met pijn en met vreugde in het hart. De schelpenversierder en -verkoper Djaman was voor Ruys een verpersoonlijking van de cultuur van het land waaraan hij zijn hart verpand heeft. In de terugblikken wandel je mee met de vrienden, door de jaren heen. Dit boek lezen is muziek horen én het kabaal van de het verkeer, voedsel proeven, de brandende zon voelen, rusten, samen zwijgen en soms, bijna onmerkbaar, even de wereld aftasten waarin de ander, de vriend, zich bevindt. Voorheen, als hij aankwam, werd er gezwaaid en geroepen: ‘De lange mister is er weer!’ Nu hing er alleen Djamans schim. De vriend was voorgoed verdwenen. De vriendschap van zoveel jaren wordt vereeuwigd in een boek.
Ruys schrijft teder, schitterend, humoristisch. Ontroerend ook heel vaak. Hij schrijft De Stille Kracht nabij. Wat een briljante schrijver. Ik heb nog heel veel in te halen, want ik wil veel van hem lezen.
Kees Ruys – De Madurese vriend. ISBN 9-789-493-2149-10, 319 pagina’s, €23,50. Haarlem: In de Knipscheer 2023.