Schrijver, schoolmeester, socialist
De ideale onderwijzer.
In deze omvangrijke biografie geeft Peter-Paul de Baar een uitgebreide beschrijving van het leven van Theo Thijssen. Wat vooral naar voren komt is de ’s mans veelzijdigheid. In de eerste plaats komt hij naar voren als een begenadigde schoolmeester die zijn tijd ver vooruit was in zijn opvattingen over het onderwijs en die ook een echte kindervriend was. Naast zijn onderwijscarrière was hij ook actief op vele andere terreinen. Zo was hij actief in de vakbond en de SDAP (voorganger van de PvdA). Thijssen was lid van de Tweede Kamer en van de Amsterdamse gemeenteraad. Tevens schreef hij voor het onderwijsblad De nieuwe school en niet in de laatste plaats werd hij bekend als schrijver, met Kees de jongen als zijn bekendste boek. Wat deze biografie waardevol en interessant maakt is de beschrijving van de historische context. Zo wordt aandacht besteed aan de aardappeloproer, de schoolstrijd, de werkloosheid en de opkomst van het nationaal socialisme.
Auteur
Peter-Paul de Baar (1952) is een Nederlands historicus en journalist. Hij werkte voor de Groene Amsterdammer en was hoofdredacteur van het maandblad Ons Amsterdam. De Baar werd bekend als kenner en fan van Theo Thijssen. Hij werkte mee aan het tot stand komen van het Theo Thijssenmuseum en hij organiseerde de Dag van de Zwembadpas in 2001 en De Dag van het Taaie Ongerief (2002). Hij werkte hij dertig jaar aan de biografie.
Het eerste hoofdstuk ‘Och, Jordaan…’ geeft veel informatie over de ontwikkeling van Amsterdam en vooral over het eigene van de Jordaan. Zo wordt er aandacht besteed aan het aardappeloproer in 1917, waarbij 2000 vrouwen in opstand kwamen en aardappelschepen en winkels leegroofden. Politie en leger maakten er een eind aan. De opstand kostte maar liefst tien doden en 113 gewonden. In dit hoofdstuk wordt ook een vergelijking gemaakt tussen Theo Thijssen en zijn romanfiguur Kees. In grote lijnen is er overeenkomst, maar het gezin van Kees was minder arm. Er was zelfs ruimte om Kees naar de Rijkskweekschool in Haarlem te laten gaan.
Volgens De Baar worden de boeken van Thijssen nog steeds gelezen. Niet alleen Kees de jongen, maar ook Schoolland, De gelukkige klas, Het taaie ongerief en Het grijze kind behoren tot de klassiekers. Het taalgebruik van Thijssen week nog al af van zijn tijdgenoten. De Baar zegt hierover: de schijnbare eenvoud van Thijssens taalgebruik contrasteerde scherp met de destijds populaire wolkerigheid en bombast van de toenmalige godheid Israel Querido. De manier waarop Thijssen over kinderen schreef is uniek en dan is er nog zijn humor, zowel subtiel als soms vlijmscherp-satirisch.
Theo Thijssen is nu nog belangrijk door zijn opvattingen over het onderwijs. Hij gaf zelf het voorbeeld. In zijn boeken kun je duidelijk zien hoe hij met zijn leerlingen omging. Als redacteur van het onderwijsblad De nieuwe school spuide hij menig nieuw idee. Hij pleitte heel sterk voor de zelfstandigheid van de onderwijzer. Een onderwijsvernieuwer was hij niet, want hij was tegen allerlei ondoordachte modieuze grillen zoals het montessorionderwijs. Essentieel was voor Thijssen de waarde van de klas als kleine gemeenschap. Hij was voor kleine klassen en aandacht voor het individuele kind. Zijn liefde voor zijn leerlingen blijkt heel duidelijk in het slot van De gelukkige klas. Daar zegt de onderwijzer: M’n lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik jullie dat nooit zeggen.
Thijssen was ook journalist. Het eerste blad waarin hij schreef was Baknieuws. Weekblad voor de Nederlandschen Kweekeling. Thijssenwas één van de oprichters. Hij gaf in dit blad zijn mening over jeugdlectuur: de meeste kinderboeken dienden vaak als opvoedingsmiddel, ze stonden vol zedenlessen. Ook in het blad De nieuwe school besprak hij kinderboeken, maar daarnaast gaf hij er zijn mening over het onderwijs. Zo was hij tegen de meeste leerboekjes met hun ijzeren procedures. Die waren te uitleggerig. Thijssen was meer voor veel oefenen. Als je veel leest dan leer je vanzelf de juiste spelling van woorden. Hij vond ook dat het leerprogramma overladen was. Aan veel lesstof waren de leerlingen nog niet toe. Een voorbeeld uit een natuurkundeboek laat zien dat de lesstof een krankzinnig abstract niveau had.
In deze biografie leren we Thijssen ook kennen als persoon. Zijn uiterlijk was indrukwekkend: heel lang, een rossige walrussnor, en handen ‘als bossen wortelen’. Maar Thijssen was ook goedmoedig en humoristisch. Zijn privéleven was niet zo succesvol. Zijn eerste vrouw stierf jong en zijn tweede huwelijk leek goed, maar jarenlang had hij een relatie met een andere vrouw.
Een zeer volledige en toegankelijke biografie.
Peter-Paul de Baar – Theo Thijssen (1879-1943). ISBN 978-90-282-3220-2, 544 pagina’s, € 39,50. Amsterdam: Uitgeverij Van Oorschot 2023.