De verhalen van de mensen van de ambulance

Beroep: ‘Held’  

Uit het leven gegrepen.

Op 18 januari 2024 schoof in Delft een auto van de spiegelgladde weg de gracht in. In het studentenhuis ertegenover zat de 23-jarige Max Pelsma voor het raam. Hij bedacht zich geen moment, rende naar beneden terwijl hij zijn kleren uitdeed, dook het water in en redde de bestuurster van de auto het leven. Max was een held. En helden zijn zeldzaam.

Het begrip ‘held’ heeft aan waarde ingeboet. Tegenwoordig zijn verpleegkundigen helden – zeker sinds de coronatijd – en als we het nu toch over helden hebben maken we het rijtje maar even af. Ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen zijn helden, en niet te vergeten artsen, leerkrachten, vuilnisophalers, politieagenten, brandweerlieden, bouwvakkers en met hen al die ambachtslieden waaraan een tekort is: bakkers, boeren, tehuiskoks, buschauffeurs, NS-personeel… Ik kan er nog wat vergeten. Maar de helden hebben één ding gemeen. Ze werken allemaal in een tekort-beroep, worden allemaal onderbetaald en verrichten tóch hun arbeid. Worden zij, in actie, door veelal dronken gepeupel uitgescholden, wordt het werken hen moeilijk gemaakt, dan stijgt hun heldenstatus. Maar eigenlijk, laten we wel wezen, zijn ze gewoon aan het werk.

Ambulancewerkers, politiemensen en brandweerlieden zijn speciaal onderhevig aan heldenverering. Ze kunnen in hun vrije tijd geen feestje bezoeken of de andere gasten vragen om spannende, bijzondere of mooie verhalen. Auteur Mariëtte Middelbeek ontdekte een gat in de markt en besloot aan de vraag te voldoen. Ze schreef inmiddels een flink aantal boeken vol ervaringsverhalen waarin ze de publiekshelden aan het woord liet. Dat was smullen geblazen, want ze heeft een vlotte pen.

En of ze nu vertelt over een bevalling bij een tankstation, over een patiënt in een huis dat stijf staat van het vuilnis, over een terminale patiënt van 24, een spoedgeval in de haven waar een container op de bestuurder van een heftruck valt, een zwaargewond kind dat liggend op de brancard protesteert als de verpleegkundige aan het ziekenhuis doorgeeft dat de ambulance eraan komt met een meisje van drie: ‘Ik ben zés!’ of een man die na zijn bezoek van een prostituee van de trap valt en nog een laatste kusje verlangt voor hij naar het ziekenhuis wordt vervoerd… Het is allemaal ernstig, treurig, grappig en vooral bijzonder wat de tientallen ambulancemedewerkers te vertellen hebben. Zíj doen gewoon hun werk. Ze fungeren ook vaak gewoon als ziekentaxi. Maar voor de lezer halen zij de krenten uit de pap.

Auteur

Mariette Middelbeek (1983) is schrijver en journalist. Ze zag brood in ervaringsverhalen en tekende sinds die tijd ervaringen op van ambulancemedewerkers, redders van de kustwacht KNRM, medewerkers van het kinderziekenhuis en mensen van de brandweer. Ze schreef naast een aantal jeugdthrillers en feelgoodboeken de historische romans Anna en Julia. Onder de naam Linda van Rijn schrijft ze een een populaire serie vakantiethrillers. In totaal heeft Middelbeek inmiddels miljoenen verkochte boeken op haar naam staan.

In deze dikke pil zijn de eerste vijftig pagina’s gewijd aan nieuwe ambulanceverhalen, de rest komt met een herhaling uit voorgaande delen, plus een kennismaking met de vertellende medewerkers per verhaal. De vertellers en de auteur hebben ervoor gezorgd dat niemand die ooit per ambulance vervoerd is bang hoeft te zijn dat hij/zij met zijn/haar verhaal geportretteerd is. Al heeft u het in die ambulance nóg zo bont gemaakt!

Een lekker leesbaar boek voor iedereen die houdt van verhalen die uit het leven gegrepen zijn. 

Last not least: U zou de her en der in het boek voorkomende hulp bij het geven van reanimatie in het hoofd moeten prenten: nuttige kennis die een leven kan redden.

Mariëtte Middelbeek – De verhalen van de mensen van de ambulance. ISBN 9-789-460-6847-15, 400 pagina’s, €19,99. Baarn: Uitgeverij Marmer 2024.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Ziekte en dood. Bookmark de permalink.