De wereld in een kleine kamer
Coming of age in retrospectief.
Een jongen van een jaar of twintig woont samen met zijn moeder in een huis, nadat zijn vader vertrokken is. De jongen ziet zijn moeder nooit en weigert te spreken met haar. Zij zet zijn maaltijden voor de deur van zijn kleine kamer, waar haar zoon zich heeft opgesloten. Hij voelt zich daar niet eenzaam, integendeel. Hij heeft via zijn computer contact met duizenden opgesloten jongeren als hij en deelt met hen het plan de wereld te gaan veranderen. Te verbeteren. De jongeren – en een enkel meisje – zijn Hikikomori. Ze leven sociaal teruggetrokken, zonder en met elkaar, de beste manier van leven. Hikikomori zijn geen bedenksel van de schrijver, ze bestaan echt. Een Japanse psychiater, Saîto Tamaki, bedacht deze naam voor hen: de jongvolwassenen – tussen de 17 en 39 jaar – die zich terugtrekken uit de samenleving. Alleen al in Japan zijn er ruim 3 miljoen hikikomori, maar ook in Nederland en elders op de wereld leven ze hun geïsoleerde leven, de computer geeft hen bestaansrecht.
De jongen uit dit boek heeft het druk in zijn kleine kamer. Als hij met zijn denkgenoten de wereld wil verbeteren moeten zij ook de regels van de bestaande wereld veranderen. Oude wetten, oude gezagsvormen, door de overheid vastgelegde leefregels die het oude leven ordenen moeten stuk voor stuk herschreven worden. Daarmee is de jongen bezig. Hij loopt alle ministeries na en verandert de reglementen. Onderwijs, gezondheidszorg, defensie alles komt aan de beurt. Alle bestaande huizen in de nieuwe wereld moeten door meerdere mensen worden bewoond, zo zal zijn moeder een extra bewoner moeten toelaten. Wil ze dat niet, want de jongen wil niet dat zij ongelukkig is, dan kan ze ook vertrekken en met gelijkgezinden gaan samenwonen en een moestuin houden. Dan blijft hij in dit huis met twee andere hikikomori. Zo ordent en schrijft de jongen door, morgen verandert de wereld. Zijn virtuele vriendin Naomi denkt met hem mee. Tussentijds hebben ze seks: via het beeldscherm, heel opwindend. Maar dan komt er een dag dat er een vreemde stem op de gang tot hem spreekt, iemand die niet zijn moeder is. Hij raakt geheel van slag. Wat wil die stem van hem?
Auteur
Gerrit Hoogstraaten (1953) is eigenaar van Faburo, een administratiebureau voor paramedici. Hij debuteerde in 1987 met de verhalenbundel Het schip van zand. Zijn eerste roman verscheen in 2014: Wie vleugels heeft. Daarna volgden een historische en een psychologische roman. Tot dit laatste genre kan ook dit nieuwe boek gerekend worden.
Hoogstraaten werd gefascineerd door de Hikikomori nadat hij daarover een artikel in de Volkskrant had gelezen. Daarin vertelt een moeder hoe het is, om zo’n ‘opgesloten kind’ te hebben. Hij verdiepte zich in de hikikomori en ontdekte dat ze wereldwijd voorkwamen. Op basis daarvan schreef hij deze coming of age roman.
Dit is een fascinerend boek. Hoogstraaten geeft op een verrassende manier blijk van inzicht in deze wereld. Hij schrijft in zijn verantwoording dat het gegeven hem deed denken aan een oude buurjongen van hem, die aan autisme bleek te lijden. Via een therapie werd hij succesvol behandeld. Achteraf vraagt hij zich af of deze buurjongen ook geen hikikomori was geweest, vóór het begrip bekend was. Daarnaast maakte Hoogstraaten gebruik van de dagboeknotities uit de tijd dat hij zelf 27 jaar oud was. In dat dagboek noteerde hij allerlei ideeën die hij nu gebruikte als ideeën voor de hikikomori uit deze roman. ‘Zo ben ik als het ware een dialoog aangegaan met mijn jongere zelf en is dit verhaal in diepste zin ook mijn eigen coming of age in retrospsectief’, schrijft de auteur.
Een bijzonder boeiend boek, dat de lezer ‘pakt’ en al lezende steeds benieuwder maakt hoe de jongen alle problemen in de nieuwe wereld denkt aan te pakken. Het leidt tot een ontroerend slot, dat niet elke hikikomori vergund zal zijn.
Fascinerend, dit boek.
Gerrit Hoogstraaten – Notities van een Hikikomori. ISBN 9-789-08341-841-4, 164 pagina’s, € 20,99. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij 2024.