Wat gebeurt

Verhalenbundel

Fictie of feit?

In een verheven en beschouwende schrijfstijl met een cynische ondertoon verhaalt Jaap Ferwerda over een diversiteit aan anekdotische ervaringen, die de schijn wekken autobiografische elementen te bevatten. De verhalen, die in grote lijnen op levenservaring zijn berust, zijn dusdanig verweven met het karikaturale dat bepaalde verhalen een geestige twist krijgen.

Auteur

Jaap Ferwerda was ijzersjouwer, bonnensorteerder, vertaler bij een oliemaatschappij, correspondent bij een spaarkas en redacteur bij tijdschriften in de voedingssector, voordat hij via een avondstudie leraar Engels en CKV werd voor Havo en VWO. Van zijn geboorteplaats Harlingen verplaatste hij zich via Nieuw-Amsterdam en Weesp, Amsterdam, Noord-Scharwoude en wederom Harlingen naar Arnhem. In zijn jeugd schreef hij proza en gedichten, maar als leraar alleen teksten voor het schoolcabaret. In het weekend dreef hij een antiquariaat gespecialiseerd in kinderboeken. Tegen de tijd dat hij met pensioen ging begon hij weer korte verhalen te schrijven. In 2017 verscheen in eigen beheer ‘Herenleven’, over de belevenissen van twee zeventigers, in 2019 ‘nee, serieus?’, een bundel kwatrijnen en in 2020 ‘De moeder’, korte verhalen.

Ferwerda heeft gepubliceerd in De Tweede Ronde, Tirade, Gierik/NVT, De Moanne, Twist, Op vRuwe Planken en De schaal van Dighter.

Persoonlijk vind ik het lastig een gedegen recensie te schrijven van een verhalenbundel omdat over elk verhaal wel iets opmerkelijks is te melden. De auteur hecht overduidelijk veel waarde aan experimenteren met vorm en stijl en minder aan de plot.

In ‘Noodlottig ongeval’ wordt de lezer in een medeplichtige rol gezogen en op contemplatieve wijze naar een verwarrend einde geleid. Oftewel, wat is er daadwerkelijk gebeurd en wat is ontsproten aan de enigszins rebelse schrijversgeest?

Almaar denkend aan het stille lichaam op de achterbank kreeg ik wel degelijk het gevoel dat het doden van je vrouw meer losmaakt dan wanneer het een willekeurige voorbijganger betreft, en ik piekerde of ik voorbeelden uit de literatuur kende die licht zouden kunnen werpen op de situatie.

In een aantal verhalen is er wel degelijk sprake van een plot. ‘De tekening’ maakte indruk door het vertelperspectief vanuit een jongentje van – schat ik – een jaar of zes, dat gelooft dat de Joodse buren, meneer en mevrouw Perlberger hun kunstcollectie aan de Duitsers verkoopt, omdat ze ‘gaan verhuizen’.

Ik keek uit het raam: ‘Meneer en mevrouw Perlberger gaan met de verhuiswagen mee! Ik ga kijken.’ Ik liep naar buiten, gevolgd door mijn vader en moeder. De vrachtauto had een zeildoeken kap en bankjes langs de kanten, waarop al een tiental mannen, vrouwen en kinderen zaten, allemaal met zo’n ster op als de buren. Ik vond dat ze er niet blij uitzagen …

Een zeer spitsvondig verhaal is ‘Slachtoffer’, waarin een schrijver een oplopend conflict observeert en noteert en uiteindelijk letterlijk in het verhaal wordt betrokken. Of is het zijn eigen verhaal?

De kroegbaas kwam dreigend op hem af, maar werd met een onleesbare krabbel naar de dichtstbijzijnde stoel geschreven en hield verder zijn mond. De schrijver sloeg zijn arm om Tonio’s schouders en nam de wankelende jongen al schrijvend mee naar buiten.

In eerste instantie bekroop me het gevoel dat ik de verhalen las van ‘een grootvader’ die zijn woelige levenservaringen voor het nageslacht had neergepend, maar die gedachte liet ik al vrij snel los.

Wat gebeurt leest als gelaagde geestige proza met een vleug magisch realisme. Vermakelijke leeskost die verwondering opwekt en raakt. Een kleurrijke bundel waarin de bij vlagen naar absurdisme neigende vorm zowel prettig als storend prikkelt.

Jaap Ferwerda – Wat gebeurt. 206 pagina’s, € 14,90. Arnhem: Eigen beheer (De Robijn, Arnhem) 2024*.

*Nog in beperkte mate verkrijgbaar bij boekhandel Jansen & De Feijter in Velp.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Humor, Korte verhalen. Bookmark de permalink.