Een Hollandse soldaat op Java
‘Waarom in Godsnaam ben ik er niet kapot van?’
In 1948 arriveert Jan van Waveren als dienstplichtig soldaat op Java. Hij is ‘een van onze jongens die dapper vochten tegen de opstandelingen in de Oost’. Die ‘opstandelingen’ waren Indonesiërs die vochten voor de vrijheid van een zelfstandige republiek, los van Nederland dat al eeuwen een koloniaal bewind voerde. Zo zagen de soldaten dat niet. Ze verdedigden Nederlands ‘eigendom’ en schuwden geen middel om dat bewind niet uit handen te geven.
Jan van Waveren kreeg het er al gauw moeilijk mee. De manier waarop werd omgegaan met de Indonesiërs tijdens patrouilles, bij executies, stuitte hem vreselijk tegen de borst en verscheurde zijn geweten. Meteen na thuiskomst in Nederland schreef hij een autobiografische roman over zijn diensttijd. Hij figureerde daarin zelf als de soldaat Jenver. Soldatenheroïek was hem vreemd, Van Waveren – hij schreef het boek aanvankelijk onder het pseudoniem Jan Varenne – deed niet aan stoere taal, integendeel, hij wilde zijn geweten ontlasten. Maar zo kort na de oorlog was er geen uitgever die zijn handen wilde branden aan dit boek. Pas in 1969, toen oud-militair Joop Hueting op radio en televisie vertelde over de oorlogsmisdaden die in Indië hadden plaatsgevonden, kon ook Jan van Waveren zijn sterk ingekorte, dappere manuscript bij een uitgever kwijt. Dapper, omdat hij zijn handen niet wast in onschuld, maar zich medeschuldig verklaart aan een smerige oorlog. Hij doodde weliswaar in opdracht, maar als hij ’s avonds in bed lag vroeg hij zich vertwijfeld af ‘Waarom in Godsnaam ben ik hier niet kapot van?’
Jenver en zijn medesoldaten gingen op patrouille, schoten mensen dood die niets gedaan hadden. Hun kapitein noteerde dan in het logboek dat deze mensen ‘waren gedood bij een vluchtpoging’. Soms zei iemand: ‘we hebben er een paar gedaan’, dat stond gelijk aan doodschieten. Alles consequent in eufemistische codetaal. Van Waveren vergelijkt de strijd met die van rivaliserende rattenkolonies. De achtergronden van de ‘politionele acties’ komen nauwelijks aan bod. Maar als Jenver last van zijn geweten krijgt tracht hij zijn dienstkameraden uit te leggen dat vechten voor zelfbeschikking helemaal niet onredelijk is. De meesten reageren er niet op, een paar medesoldaten zijn het voorzichtig, aarzelend, met hem eens. ‘Het is verbijsterend om te ontdekken dat moraal alleen geldt binnen de eigen rattenkolonie’, schrijft Van Waveren in zijn voorwoord. Maar als de volgende dag daar is, gaan ze weer op pad. Want meedoen met de rest, zorgen dat je niet afwijkt, is voor Jenver en zijn kameraden een overlevingsstrategie. Nu worden ze wel beschouwd als ‘marionetten van een fout regime’, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Hij moest als dienstplichtige doen wat hem werd opgedragen, maar worstelde in de kolonie steeds vaker met zijn geweten. Later schrijft hij: ‘Ik persoonlijk heb geen reden om aan te nemen dat Nederlanders in dergelijke omstandigheden niet een vergelijkbaar percentage kampbeulen zouden opleveren als de Duitsers bijvoorbeeld.’
Auteur
Jan van Waveren (Van Varenne, pseudoniem voor de eerste druk van dit boek) leefde van 1928-2011. Hij was de zoon van Keukenhof-oprichter Tom van Waveren. Hij was een van de grootste muziekimpresario’s en voorvechter van de klassieke kamermuziek. ‘Eer de haan kraait’ verscheen in 1969 als sterk ingekorte versie van het oorspronkelijke manuscript uit 1954. De huidige versie is voorzien van een uitvoerig nawoord door de historicus Remco Raben. Deze biedt de hedendaagse lezers meer inzicht over de ‘Indische’ tijd, nu de discussies over de Nederlandse koloniale gedragingen wel ruimschoots aan bod kunnen komen. Voor die tijd werd er gezwegen. Praten was taboe.
Dit boek waarin Jan van Waveren de moed heeft te vertellen hoe de tijd in Indië voor hem en andere soldaten verliep is nog steeds actueel. Zó ervaart een soldaat een oorlog, waarin hij onvrijwillig terechtkomt. Het is een rampzalige tijd, de schuldigen zitten veilig thuis, regeren, trekken aan de touwtjes en graven gewetenloos andermans graf. Zo lang zij de macht maar behouden.
Een boek uit 1948 als tijdloos, indrukwekkend, prachtig geschreven document. Ik zou bijna zeggen: verplichte kost, gruwelijk en adembenemend.
Jan van Waveren – Eer de haan kraait. Een Hollandse soldaat op Java. ISBN 9-789-083-344-16-4. 131 pagina’s, €20,00. Amsterdam: Uitgeverij Jurgen Maas 2024.