Herinneringen aan de studententijd
Een spel met woorden.
Wie dit boek begint te lezen zal zich verbazen. De eerste bladzijde bevat één zin: Ik krijg een uitnodiging voor een herdenkingsbijeenkomst op 29 juni in café Blomsten. Op de volgende bladzijde staan drie regels tekst die een grijze achtergrond hebben. Later kom je erachter dat het gaat om een uitwisseling van apps. We krijgen met deze ‘roman’ dus een literair experiment voorgeschoteld. Verder lezend in de bladzijden met weinig zinnen en veel wit blijkt het toch te gaan om een verhaal dat met enige moeite te volgen is. Het verhaal heeft twee tijdlagen: het heden waarin de ‘ik’ schrijfster is en bezig is met een roman en waarin haar vriendin Mai een dochtertje heeft. De tweede tijdlaag beschrijft haar studententijd. Asta woonde met een aantal studenten in een studentenhuis. Hoofdpersonen zijn Asta, haar vriendin Mai en haar relatie August. August sterft tijdens een feest. Hij had een erfelijke hartafwijking.
Auteur
Tine Høeg (1985) is een Deense schrijfster die met haar debuutroman Nye Rejsende de prijs won voor het beste literaire debuut van het jaar. Ook haar romans De A van Asta en Sult werden genomineerd voor prijzen.
Het studentenleven wordt heel treffend beschreven, heel herkenbaar. Asta wordt door haar vriendin Mai geïntroduceerd in een studentenhuis waarin zeven andere studenten wonen. Ze geniet ervan dat ze voor het eerst zelfstandig is. Het studentenleven vindt ze spannend: haar eigen plankje in de koelkast, zelf boodschappen doen, de gezamenlijke maaltijden, de spelletjesavonden, de feestjes en de keukenvergaderingen. In de keuken hangen meerdere spreuken: draag je lot als een jasje; meer amour en minder merde; wij zijn het antwoord op de crisis. Op de keukendeur staat: het imperium van begeerte.
Op twee bladzijden met een minimum aan tekst geeft Asta een uiting van haar tevredenheid over haar studentenkamer. Een fragment:
ik voel een hemelse rust
mijn boekenkast
de rieten stoel en het bureau
de sleutel van de kamer
die ik in het rode schaaltje gelegd heb, dat wordt de vaste plaats voor de sleutel
een cactus in de vensterbank
een thuis. Mijn hand
die het glas heft
mijn boodschappen in de koelkast
Deze geconcentreerde vorm van spreken lijkt op poëzie. Heel sfeervol.
Mai woont al twee maanden in de studentenflat en heeft sinds anderhalve maand verkering met August. Het probleem is dat Asta ook verliefd wordt op August. De roman beschrijft op subtiele wijze enkele intieme momenten tussen Asta en August. De manier waarop dit verwoord wordt met enkele woorden of zinnetjes in plaats van beschrijvingen maakt dat de inhoud heel sterk naar voren komt. Het wordt niet helemaal duidelijk hoe ver de intimiteiten tussen Asta en August gingen. Asta voelde zich erg schuldig tegenover Mai.
In het gedeelte dat in het heden speelt is Asta schrijfster. Het bestaat uit enkele korte teksten die handelen over haar schrijverschap, haar vriendschap met Mai en haar contact met haar moeder. Ze gaat naar een televisie-interview. Het gekke is dat ze schrijft over haar voorbereiding en heel gedetailleerd over de behandeling door de visagiste. Aan het eigenlijke interview wijdt ze maar enkele zinnen. Hilarisch is het stukje dat handelt over een optreden van haar in de aula van een middelbare school. Het is een grote ramp: de geluidsinstallatie hapert en haar optreden gaat slecht.
Ik aarzel en hakkel en laat lange stiltes vallen
de leraren blazen in hun koffiekopjes
de leerlingen slapen
ineens welt er woede op in mijn lichaam
wat is dit verdomme ook voor een vertoning dat ik hier een beetje de stand-upcomedian moet uithangen
teenagers naar de mond praten, parels voor de zwijnen!
Terwijl ik het liefst alleen maar wil schrijven
Een tamelijk groot stuk gaat over een verblijf in een schrijvershuis op het eiland Lolland. Midden in de tekst staat een appjes gesprek met haar vriendin: is het leuk in Lolland? Nou ja leuk ik schrijf. De appjes die de tekst even onderbreken hebben een leuk effect.
Is het ‘experiment’ met al die witregels geslaagd? Dat lijkt me wel. Veel wat er staat komt krachtig over. De schrijfster maakt het de lezer wel moeilijk. Zonder aanwijzing in de typografie wordt gewisseld van tijd en onderwerp. Er wordt niet aangegeven wie wat zegt, dat moet uit de context blijken. Paginanummers staan er soms wel en soms niet. Waarom? Het was wel bijzonder om kennis te maken met dit unieke en opmerkelijke boek, een leuke ervaring. Maar ik prefereer een boek waarin je lekker kunt doorlezen.
Tine Høeg – De A van Asta. Vertaald uit het Deens (Tour de chambre) door Adriaan van der Hoeven en Edith Koenders. ISBN 978-90-834-1195-8, 324 pagina’s, € 24,50. Amsterdam: Uitgeverij Koppernik 2024.