Onssoortmensen

Tom Pauka – Het geluk van links. Over Joop, Wim, Wouter en de toekomst. ISBN 978-90-388-9656-4, 191 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: Nijgh en Van Ditmar 2013.

Tom Pauka, afkomstig uit Nieuw Links, heeft een groot deel van zijn leven doorgebracht als adviseur van verschillende PvdA-politici, zoals Joop den Uyl, Ed van Tijn, Wim Kok, Wouter Bos en Gerdi Verbeet. In dit boek beschrijft hij de beperkingen van zo’n adviseurschap. Je bent veel meer bezig met de inhoud, dan met de strategie, iets wat Pauka eigenlijk graag zou willen, te meer omdat hij wel degelijk een mening heeft over waar de partij en haar leiders voor zouden moeten staan.

Joop den Uyl

Hoewel Pauka zeker geen stilstand bepleit heeft hij nog altijd dierbare gevoelens voor Den Uyl en Van Tijn en hun tijd. Den Uyl inspireerde, ‘ik rende voor hem de benen uit mijn gat’. ‘Joops persoonlijke communicatieve kwaliteiten waren ver beneden de maat, maar hij was (toch?) in hoge mate charismatisch.’ Pauka wijst er terloops op dat Den Uyl in 1986 min of meer als partijleider aan de kant werd gezet. Jammer dat deze passage niet wat grondiger is uitgewerkt, zo weet de nieuwsgierige lezer nog niet wat er is gebeurd.

Ook Ed van Tijn werd door Pauka mateloos bewonderd: ‘Ed had de wens te leven als een rechtvaardige…in de politiek wil ik eerlijkheid gepraktiseerd zien.’

Wim Kok

Hoe Pauka over Wim Kok denkt blijkt uit deze dodelijke zinnetjes: ‘Waarom is het voor een politiek leider erg om op Wim Kok te lijken? Waarom weet wouter Bos dat hij een harde waarheid vertelt als hij zegt dat hij meer een type Wim Kok is dan een type Joop den Uyl?

Pauka verwijt ‘de manager’ Kok dat hij zich heeft willen ontdoen van de sociaaldemocratische ideologie. Kok koos, net als bijvoorbeeld Tony Blair, voor de zogenaamde ‘derde weg’, waarin de markt een rol moest spelen bij het realiseren van gemeenschapsdoelstellingen en zag dit als een breuk met het socialisme.

Hij noemt diens regeerstijl ‘technocratisch’. Hij had in de Kok-jaren een heimelijk bewondering voor Frits Bolkestein, ‘die de coalitie bleef bestoken met giftige commentaren. Ik vond zijn standpunten meestal niks, maar zijn activiteit bewonderenswaardig. Zo was het dualisme bedoeld.’ Kok kon ook absoluut niet tegen kritiek. ‘Het zegt misschien iets dat hij Ad Melkert de meest geschikte persoon vond om hem op te volgen. Ikzelf vond Ad een prettig mens in de omgang en een man met veel bekwaamheden, maar ongeschikt voor de rol die Wim hem had toebedacht.

Pauka stemt in met Gerdi Verbeet, die beweert dat de technocratische regeerstijl van Wim Kok leidde tot de politieke crisis die volgde op zijn aftreden en tot de kritiek van Fortuyn op paars.

Pauka heeft zo goed en zo kwaad mogelijk Wouter Bos te helpen, nadat deze vanwege zijn voorstel om de AOW te fiscaliseren, de ‘Bosbelasting’, het etiket ‘draaikont’, een meesterzet van Jack de Vries, opgespeld kreeg en daar nooit meer van af kwam.

Onssoortmensen

Pieter Wimsemius onderscheidt vier soorten burgers, die elk zo’n 25% van de bevolking beslaan. De verantwoordelijken, door Pauka onssoortmensen (OSM) genoemd, zijn lid van politieke partijen en van Amnesty en Natuurmonumenten, ze lezen kranten en weekbladen en volgen televisieprogramma’s over politieke en maatschappelijke onderwerpen, gaan altijd stemmen, winkelen bij Albert Heijn, geven aan goede doelen zoals Oxfam Novib en dragen een donorcodicil. Hun aantal krimpt.

De pragmatici verdienen vaak goed en zijn goed opgeleid, maar moeten niets (meer) hebben van de politiek. Ze denken de overheid niet nodig te hebben en ondervinden er naar hun mening voornamelijk hinder van. Zo nodig komen ze in actie, maar verbinden zich niet aan een politieke partij. Er is eenrichtingsverkeer tussen verantwoordelijken en pragmatici.

De volgzamen hebben na hun achttiende geen onderwijs meer genoten, wonen vaak op het platteland en stemmen op de centrumpartijen.

Tenslotte zijn er de critici, Pauka noemt ze de verongelijkten. Ze behoren niet alleen tot de laaggeschoolden, maar ook tot de laagstbetaalden. Volgens Paula is de PvdA hen de laatste decennia kwijtgeraakt en moet de partij proberen hen weer te bereiken. Volgens hem zijn de huidige partijvoorzitter Hans Spekman en partijleider Diederik Samson zich daarvan bewust.

Gidsland

Volgens Pauka heeft onssoortmensen in hoofdzaak een positief beeld van Nederland: ‘in wezen een prima landje, redelijk egalitair, redelijk welvarend, redelijk eerlijk, een voorbeeld voor andere landen.’ Nederland was ooit een gidsland: libertijns, met legalisatie van abortus en (min of meer) euthanasie, gedogen van softddrugs, royaal met ontwikkelingshulp. Dit wed het zelfbeeld van de elite. Maar volgens Paul Schnabel is er waarschijnlijk nooit een echte meerderheid in ons land geweest voor de ideeën die ons tot gidsland maakten.

Ging en gaat het eigenlijk wel zo prettig in ons land?

In Nederland werd DES nog jarenlang aan zwangere vrouwen voorgeschreven, terwijl al eerder was vastgesteld dat het schadelijk was. Iets dergelijks gebeurde jaren later met de Q-koorts. Achteraf bleek dat de regering de watersnoodramp van 1953 had kunnen zien aankomen, maar weinig of niets deed. En inmiddels is er weer een verzwegen risico op dit gebied. Bij stormvloed op zee moet de stormvloedkering op de Nieuwe Waterweg dicht, bij hoog water uit de rivieren moeten de stuwen open. Wat moet er gebeuren als dit gelijktijdig plaatsvindt en hoe evacueer je zes miljoen mensen?

Wet van Dijkstal

Veel ambtenaren en politici opereren volgens de wet van (Hans) Dijkstal: ‘Nooit een probleem maken waar geen probleem is. En als er een probleem wordt aangedragen, dan kijken of je het kunt verkleinen.’ Ambtelijke inspecties gebeuren altijd door het eigen departement en de lobbies weten met name ambtenaren goed te vinden.

Rode draad?

Wat is nu de rode draad uit dit niet altijd even gemakkelijk leesbare boekje? Pauka wil de verbroken verbinding tot stand brengen tussen onssoortmensen en de verongelijkten. Als dat niet gebeurt zullen de laatsten voorgoed verloren gaan voor de PvdA en worden overgeleverd aan de SP en de PVV. Betekent dit concessies doen op het gebied van bijvoorbeeld cultuursubsidies, vredesmissies en Europa? Daar komt hij niet goed uit. En dat is de makke van dit boekje. Het is te volgepropt met niet goed uitgewerkte feiten en ideeën en blijft te veel steken in nostalgie naar Joop den Uyl.

Deze recensie is tevens gepubliceerd in Bestuursforum, 37e jaargang, nummer 8/9, pagina’s 22-23.

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Politiek. Bookmark de permalink.