De gestolen generatie van Aboriginal kinderen
Langdurig onrecht.
Lot van Millo, een alleenstaande vrouw van 53 jaar woont in een strandhuis in het Australische dorp Holloways. Ze is een onderwijzeres die lesgeeft met de satelliettelefoon aan kinderen in buitengebieden. In Nederland was zij te vondeling gelegd en geadopteerd. Met haar adoptieouders emigreerde ze naar Australië. Toen zij weer terugkeerden naar Nederland bleef Lot achter, ze was toen 15 jaar. Lot leidde een zwervend bestaan. Later werd ze opgevangen door een oudere vrouw. Zij zorgde ervoor dat Lot ging studeren. Zo kon zij onderwijzeres worden. Hoewel Lot uitdrukkelijk alleen wil blijven krijgt ze toch bezoek van enkele mensen waarmee ze het nodige beleeft. Uiteindelijk wordt ze ook nog geconfronteerd met haar Nederlandse afkomst.
Auteur
Marij van der Meij (1951) begon na haar pensioen te schrijven. In 2020 verscheen haar eerste roman Bevroren behoeften.
Lot wordt in haar huis bezocht door het vijfjarige meisje Frida, dat bij haar wil wonen en van haar les krijgen. Haar IJslandse moeder Gudrun wil terug naar IJsland, maar zonder haar dochter. Ze wil haar afstaan aan Lot en als deze weigert vraagt ze Dorothy Nakamarra, een aboriginal vrouw. Deze ontfermt zich liefdevol over Frida.
Met Dorothy is ook het een en ander aan de hand. Zij kreeg een kind. De vader was een blanke en daardoor werd het als half aboriginal beschouwd. Zij werd van de moeder afgenomen en geadopteerd door een blank echtpaar, wat de gewoonte was in Australië. Nu spreekt men van de Gestolen Generatie van Aboriginal kinderen. De schrijfster besteedt aan dat onrecht uitgebreid aandacht.
Adoptie is een van de thema’s in het boek. Het blijkt dat geadopteerde kinderen zich niet echt erkend voelen. Vaak zijn de echte ouders en de geboortedatum niet bekend, krijgen ze hun naam van de adoptieouders en er wordt een nieuwe geboortedatum vastgesteld. Lot, die immers ook geadopteerd is, heeft soms het gevoel dat ze niet echt bestaat. Ze is haar hele leven bezig geweest ‘iemand te worden’. Uiteindelijk gaat ze toch op zoek naar gegevens over haar geboorte en haar ouders.
Lot is een bijzondere vrouw. Ze is heel stoer. Met behulp van enkele dorpsgenoten heeft ze haar strandhuis gebouwd. Dagelijks vangt ze vis, die ze schoonmaakt en bereidt op een vuur. Haar grote liefde is de natuur. Aan een partner heeft ze geen behoefte. Lot wil alleen zijn. Daarom weigert ze ook om het meisje Frida bij zich op te nemen. Ze heeft wel een korte relatie met William. Geweld speelt bij hun seks een grote rol, ze spreekt van ‘wederzijdse verkrachting’. In een gevecht met William heeft ze hem ernstig verwond met een mes. Ze bezoekt soms de plaatselijke kroeg, waar verder alleen mannen zitten, maar door haar strenge gezicht en haar stoere leefwijze hebben ze ontzag voor haar.
Gudrun, de vrouw uit IJsland, blijft een duistere figuur. Haar gedrag vertoont vele uitersten: van normaal tot zwaar gestoord, een moeder die haar kind zo maar wil afstaan als speeltje en meewerkt aan een ontvoering van haar dochter en haar weggeeft aan een Australische vrouw. Dit alles is tamelijk ongeloofwaardig. Het hele hoofdstuk IJsland had de schrijfster beter achterwege kunnen laten. Waarschijnlijk wilde de schrijfster wat spanning in het verhaal brengen. Ook William is een raadselachtige figuur vol tegenstellingen. Hij had een vreemde gewelddadige verhouding met Lot en ook een duistere kant. Hij had bedenkelijke plannen met het meisje Frida en bemoeienis met pornosites. Maar hij had ook zijn zachte kanten. Zo was hij voor Lot ook heel zorgzaam. De scene waar hij de knie van Lot opereert is bijna ontroerend. Soms toont hij zich als een man vol levenswijsheden.
Lot wordt meesterlijk beschreven. Haar uitzonderlijke karakter komt goed naar voren. Het liefste wil ze alleen zijn, tegenover de toenadering van Jane staat ze lang afwijzend en van het meisje Frida wil ze niets weten. Haar omgang met de natuur is heel bijzonder. Haar manier van vissen is ontroerend. Het lijkt wel of de zee haar de vissen cadeau geeft. Deze gedeeltes op het strand worden in mooie, poëtische taal beschreven. Het meisje Frida is hartverwarmend. Veel indruk maakt de Aboriginal Dorothy, een lieve en wijze vrouw, die een grote steun is voor Lot.
De opbouw van het verhaal is nogal wisselend. Sommige beschrijvingen en dialogen zijn uitvoerig, maar er zijn ook gedeeltes die heel summier zijn. Als die wat meer uitgewerkt zouden worden kwam dat de helderheid ten goed.
De roman heeft nogal wat raadsels. Bepaalde scenes worden soms ineens afgekapt. Een voorbeeld is de verdwijning van Frida. In het volgende hoofdstuk bevinden we ons ineens in IJsland. Geen plannen, geen beschrijving van de reis. Ook de vraag waarom Frida naar IJsland is gegaan blijft onbeantwoord.
Lot is een bijzondere roman die ondanks enkele tekortkomingen een rijke en soms ontroerende inhoud heeft.
Marij van der Meij – Lot. ISBN 978-94-6365-725-9, 259 pagina’s, € 22,50. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2024.