Carolijn Visser – Argentijnse avonden. ISBN 978-90-457-0520-0, 254 pagina’s, € 19,95. Amsterdam / Antwerpen: Uitgeverij Augustus / Atlas Contact 2012, inmiddels tweede druk.
De lotgevallen van een bijzondere man en, vooral, zijn oudste dochter in Rotterdam, Japan, Batavia en Argentinië.
Visser vertelt het waargebeurde verhaal van de Rotterdammer Rinus van Mastrigt, een intelligente man, gediplomeerd bouwkundige, maar ook een ontzettende egotripper, die in 1937 per fiets richting Nederlands-Indië vertrok om daar werk te gaan zoeken. Rinus voltooide de fietstocht niet, maar belandde wel in Indië, waar hij trouwde en vader werd van twee dochters, Ida en Miep. Van Mastrigt verrichtte in de Tweede Wereldoorlog dwangarbeid in Japan. Na de oorlog trof hij zijn vrouw aan in bed met Amerikaanse militair en scheidde onmiddellijk van haar. De meisjes stuurde haar per boot naar zijn ouders in Rotterdam.
Na zijn terugkeer bleek Rinus niet meer te kunnen aarden in Nederland. Hij vertrok naar Argentinié waar hij met vallen en opstaan een nieuw bestaan opbouwde. Toen zijn ouders niet meer voor de meisjes konden zorgen liet hij ze ook naar Argentinië komen, waar hij het zelf echter veel te druk had om zich om hen te bekommeren. Ida en Miep werden liefdevol opgevangen in de Fries-Hollandse kolonie in Tres Arroyos, zo’n 500 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. Een agrarische gemeenschap, net zo benepen gereformeerd als dat milieu in het moederland van voor de oorlog.
Visser beschrijft de problematische verhouding tussen vader en dochter en tussen de dochters onderling. Miep trouwde met een boerenzoon en wist het uiteindelijk te brengen tot Nederlandse consul in haar woonplaats Tres Arroyos. Het boek begint en eindigt met Ida’s woonplaats, waar zij de Nederlandse gemeenschap mocht vertegenwoordigen.
Dit boek biedt niet alleen mooie karakterschetsen van Rinus en Ida, maar het geeft ook prachtige inkijkjes in de veranderingen van zowel de Nederlandse, als de Nederlands-Indische en vooral de Argentijnse samenleving, waarin het restant van de Hollandse kolonie, net als Ida’s eigen kinderen, nu praktisch is geassimileerd.
Carolijn Visser (1956) reist al jarenlang over de wereld en heeft veel ‘reisboeken’ op haar naam staan. Met dit boek won ze de Bob den Uyl Prijs 2013 voor het beste Nederlandstalige journalistieke reisboek van 2012. De jury stond onder leiding van Job Cohen. De jury ziet in Visser de ‘ideale reisleidster die niet zichzelf maar anderen op de voorgrond plaatst.
Een goedgeschreven, fascinerend verhaal.