Janny van der Molen en Klaas A.D. Smelik – Ik zou lang willen leven. ISBN 978-94-600- 3691-0, 160 pagina’s, € 16,90. Amsterdam: Balans 2014.
Introductie op het leven van Etty Hillesum.
Op 15 januari 2014 was het 100 jaar geleden dat Etty Hillesum geboren werd. Dat wordt dit jaar gevierd met lezingen, voorstellingen, en cursussen over Hillesum en haar levenswijsheid. Tevens verschijnen er drie boeken, waaronder Ik zou lang willen leven. Dit boek is bestemd voor de jongere generaties en daarom op zeer toegankelijke wijze geschreven. De kinder- en jeugdboekenschrijver Van der Molen studeerde af op Etty Hillesum. Klaas Smelik jr. is de zoon van Etty’s vriend Klaas, die destijds haar dagboek na de oorlog in bewaring kreeg. Hij is directeur van het Etty Hillesum Onderzoekscentrum van de universiteit Gent.
Het boek begint met een Woord vooraf van Jan Terlouw en zijn dochter Sanne. Zij maken duidelijk waarom de dagboekbrieven geschreven tussen 1941 en 1942 pas in 1981 onder de titel Het verstoorde leven werden uitgegeven. In Nederland zat men niet te wachten op diepzinnige en genuanceerde gedachten over de oorlog. De haat tegen de Duitsers was nog te groot. Ze wijzen ook op de gedeeltes die het kamp Westerbork behandelen, waaruit blijkt dat het kamp tot juli 1942 onder Nederlandse leiding stond en dat vele Nederlanders (politiemensen, spoorwegpersoneel, plaatselijk personeel uit Westerbork) zonder protest meewerkten aan de vernietigingsindustrie van het Joodse volk.
Ik zou lang willen leven is de titel van dit boek. Etty Hillesum wilde lang leven: om het later toch nog eens te kunnen uitleggen. Ze had een missie. Ze wilde na de oorlog haar kennis, inzichten en ervaringen met mensen delen. Het mocht niet zo zijn. Hoewel ze van haar vriend Klaas Smelik een concreet voorstel kreeg om te gaan onderduiken, koos ze ervoor haar Joodse volk niet in de steek te laten en zich niet te onttrekken aan het collectieve lot (das Massenschicksal). Ze betwijfelde of ze als overlevende, als achterblijver nog wel gelukkig zou kunnen zijn. Vrijwillig ging ze naar Westerbork. Aanvankelijk verrichtte ze daar sociaal werk, als vrij mens. Later werd ze ‘gewoon’ kampbewoner en werd ze in september 1943 op transport gesteld. Op 29-jarige leeftijd stierf ze in Auschwitz-Birkenau.
De ideeën die uit haar dagboeken naar voren komen, zijn heel bijzonder. Ondanks het feit dat zij als Jodin alle discriminatie, alle steeds verdergaande verboden en de deportaties moest ondergaan, wilde zij toch niet toegeven aan haat tegen de Duitsers. Haat is een negatieve energie die je persoon aantast en beschadigt. Etty wilde krachtig leven: de mooie en de moeilijke kanten van het leven krachtig dragen. Als je zou toegeven aan het lijden, dan beroof je jezelf en doe je jezelf lijden aan.
Etty was een gelovige vrouw, maar wel op haar manier. Met de joodse godsdienst had ze al van huis uit niets. Ze zag ook niets in een Vader in de hemel. Zij zag God als de kern in jezelf.
Toch heeft de God uit de Bijbel haar niet helemaal losgelaten. Ze klampte zich vast aan een uitspraak uit het Bijbelboek Jeremia: wees niet bang – zo spreekt de Heer – want Ik ben met je!
Had God schuld aan de oorlog, aan de Sjoa? Etty stelde aan God geen waaromvragen. Zij keerde het juist om: God is niet verantwoordelijk voor de zinneloosheden die wijzelf aanrichten: mensen zijn verantwoordelijk voor wat mensen doen. God staat daarbuiten.
De vraag is niet waar was God in Auschwitz? De vraag is: waar was de mens?
Het boek geeft een vrij volledig beeld van Etty. Ze kwam uit een chaotisch gezin, waar de kinderen vanzelf gestoord werden: twee broers naar een inrichting, Etty naar de therapeut. Ze had relaties met vooral oudere mannen. Haar ongeremde seksualiteit. De onmogelijkheid voor haar om monogaam te zijn. Vooral ook haar bijzondere verhouding met haar psychotherapeut Spier die veel voor haar betekende. Hij leidde haar weg uit de chaos. Hij was ook een leermeester in haar geloofsleven.
Het boek is geschreven door twee auteurs: Janny van der Molen de oneven en Klaas Smelik junior de even hoofdstukken. In stijl zijn ze niet te onderscheiden, beiden schrijven heel toegankelijk. Wel word je als lezer soms een beetje heen en weer geslingerd in de tijd. Als de auteurs hun hoofdstukken iets beter qua chronologie op elkaar hadden afgestemd, dan zou de geestelijke ontwikkeling van Etty door de jaren heen wat duidelijker en beter te volgen zijn geweest.
Behalve het hiervoor genoemde minpuntje verdient dit boek alleen maar lof. Heel goed is bijvoorbeeld de keuze van de dagboekfragmenen. Zij sluiten mooi aan bij het verhaal over Etty. Het beeld dat van Etty onstaat is dat van een bijzondere persoon van wier ideeën wij nu nog heel veel kunnen leren. Zo positief in het leven staan, zo onbevooroordeeld, het is erg bewonderenswaardig. De vraag is alleen of het boek geschikt is voor jongeren. Etty’s filosofische bespiegelingen, hoe eenvoudig ook verwoord, blijven behoorlijk abstract.
Iedereen die meer wil weten over het lot van de Joden, van binnen uit, en die wil leren van Etty Hillesums positieve levenshouding moet dit boek lezen.
Dit boek is tevens op woensdag 5 maart 2014 uitgebreid besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.