Margalith Kleijwegt & Max van Weezel – Op tv, of roemloos ten onder. ISBN 978-94-600-3638-5, 132 pagina’s. Amsterdam: Balans 2013.
Insiders over het oprukken van de mediacratie.
Het lijkt er steeds meer op dat tegenwoordig voor politici geldt: ‘op tv, of roemloos ten onder’. Dat is dan ook de titel van dit boek, waarin de ervaringen van politici en mediamensen in korte hoofdstukken op een rijtje worden gezet door twee ervaren leden van de schrijvende pers, die ook goed bekend zijn met het Hilversumse en met het Haagse wereldje.
Vroeger
De schrijvers blikken met Mies Bouwman en haar echtgenoot Leen Timp terug op het programma Mies en Scène, waarin politici en andere bekende Nederlanders tien vragen moesten beantwoorden. Volgens Mies kwamen toen politici op tv omdat ze een boodschap te vertellen hadden. ‘Nu denk ik: van de meeste politici wéét ik helemaal niet wat ze vinden’. Een politicus is een product geworden dat door de televisiemakers ‘in de markt wordt gezet’.
In de tijd van Koos Postema moest Herman Wigbold, hoofdredacteur van Achter het Nieuws, nog aan de VARA-directie uitleggen, waarom hij een defensiespecialist van de VVD had uitgenodigd, en niet iemand van de PvdA. Postema vindt: ‘Politici hebben tegenwoordig meer humor, ze zien er beter uit, ze komen makkelijker uit hun woorden. Dat vind ik een vooruitgang, het mocht allemaal wel wat vlotter.’
Sonja Barend hield en houdt nog steeds van ‘partijdige televisie’. Bij haar zou Paul Jansen, de politiek commentator van De Telegraaf, er niet in komen bij het VARA-programma Pauw en Witteman. Zij maakte een ‘amusementsprogramma dat maatschappelijke relevantie had’.
Hans Wiegel had (en heeft) de journalisten nodig als doorgeefluik, maar hij bepaalde zelf wel wanneer hij hen inschakelde en wat hij van hen wilde. Niet andersom. Als oppositieleider leverde hij commentaar op de wekelijkse persconferentie van de minister-president: ‘Ik zei dan altijd dat ik zeer ontsteld was over de gevolgde koers’. Najaar 2012 waarschuwde hij als eerste tegen het in zijn ogen onzalige plan om een inkomensafhankelijke zorgpremier in te voeren. ‘Een nivellerende maatregel die de hardwerkende Nederlander zou treffen’.
Niet volgen maar regisseren
Volgens oud-journalist en oud-minister van defensie Hans Hillen beschikte de PvdA destijds over een gigantische PR-machine, bijvoorbeeld via het VARA-radioprogramma In de Rooie Haan. Men volgde het nieuws niet, men regisseerde het. ‘Het persbericht lag al klaar voordat een interview met een politicus was opgenomen… Het hele programma was voorgekookt. Dit gebeurt echter nog steeds bij de talkshows Paul en Witteman en Knevel en Van den Brink. Je moet als politicus eerst toelatingsexamen doen. Je krijgt zo’n meisje aan de lijn die vragen stelt als: vindt u het kabinetsbesluit erg, hoe verschrikkelijk vindt u het, gaat u er wat aan doen? Als je door het toelatingsexamen heen komt, eisen ze ook nog exclusiviteit. Het lijken bijna wel contractbesprekingen.’
Volgens de auteur waren Elco Brinkman en zijn persoonlijk woordvoerder Frits Wester in 1994 hun tijd te ver vooruit. ‘Tegenwoordig pakken bijna alle politieke partijen een verkiezingscampagne aan zoals zij deden: met flitsende reclamespotjes, spontane podiumacts en optredens in talkshows en bij RTL Boulevard. Begin jaren negentig bezegelde je daarmee nog je politieke ondergang. Frits Wester stapte na het echec met Brinkman met veel succes over naar de parlementaire journalistiek. Hij is nu anchorman bij RTL en tevens een graag geziene gast in talkshows bij de publieke omroep. Hij heeft de 06-nummers van de meeste invloedrijke mensen aan het Binnenhof. Wester maakt zichzelf ondergeschikt ‘aan het verhaal dat de politici willen vertellen. Zij nemen de beslissingen, ik niet. Maar ik wil wel graag dat ze het verhaal zo vertellen dat het publiek het snapt. Daar probeer ik mijn bijdrage aan te leveren. Ik ben ervan doordrongen dat ik invloed heb. Macht vind ik een groot woord, maar invloed heb ik wel’. De auteurs laten zien dat Wester hier te bescheiden is.
Fortuyn
Pim Fortuyn doorbrak het taboe op negatieve berichtgeving over de multiculturele samenleving. Diens voorganger Hans Janmaat van de Centrumpartij werd nog genegeerd door de media. Fortuyn heeft het politiek-correcte klimaat doorbroken. ‘Iedereen mocht alles over hem weten, leek het. Hij bekende het in een darkroom wel eens met een Marokkaanse jongen te hebben gedaan’. Ferry Mingelen: ‘Politici weten nu: het gaat niet om de inhoud van mijn verkiezingsprogramma, maar om de vraag of ik sympathiek overkom of niet. Hun huiselijke omstandigheden zijn geen taboe meer’.
Hans Hillen is fel tegen die persoonlijke touch. Contacten tussen politici en media, oké, maar dan wel graag zo zakelijk mogelijk, vindt hij. Hillen was de architect van het non-agressiepact tussen Fortuyn en het CDA. Hij keek met verbijstering naar het lijsttrekkersdebat na afloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 2002: ‘Dijkstal en Melkert zaten daar als een stel beledigde kleuters. Het was ontluisterend. De paarse partijen hebben zichzelf vermorzeld. Hillen beschouwt talkshows niet als journalistiek, maar als ‘salonamusement’. Bewindslieden moeten niet aan cafépraat meedoen, vindt hij: ‘Ik ben daar best goed in, ik kom zelf uit de media, maar op tv de populaire bink uithangen draagt niet bij tot respect voor je ambt. De politici van nu zijn er op uit tof over te komen. Ze willen aardig worden gevonden. Maar als je gezag wilt uitstralen, moet je geen narrenkop opzetten. Er is een vermenging van politiek en entertainment ontstaan waar ik mijn twijfels bij heb. Het bezorgt de mensen hun dagelijkse portie opwinding, maar ik vind het geen zegen voor het land’.
‘Afwerkplek’
De auteurs laten zien dat het wekelijkse vragenuurtje op dinsdagmiddag van de Tweede Kamer allerhande randfiguren uit de journalistiek aantrekt. De balie waar de politici stukken kunnen afhalen wordt wel de ‘patatbalie’ genoemd, Jan Marijnissen gebruikte de term ‘afwerkplek’. Hier ging John Leerdam (PvdA) in de fout, zodat hij roemloos afscheid moest nemen van de Kamer. Het wil er bij veteraan Klaas de Vries niet in dat de politiek dankzij infotainment dichter bij de burger komt te staan: ‘Niets werkt zo vervreemdend als politici die zich belachelijk laten maken. De mediaberichtgeving op dinsdag lijkt nog alleen bedoeld om te Tweede Kamer te ridiculiseren.
Een informatief boek dat zowel politici als het journaille een spiegel voorhoudt.
Een iets ingekorte versie van deze recensie staat in Bestuursforum 38 nummer 3, maart 2014, pp. 20-21.
Dit boek is tevens op woensdag 19 maart 2014 uitgebreid besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.