Ontroerende vriendschap
Per Petterson – Twee wegen. Vertaald uit het Noors (Jeg nekter) door Martin Mars. ISBN 978-90-445-2643-1, 315 pagina’s, € 19,95. Breda: De Geus 2014, nu al vijfde druk.
Prachtig ingehouden verhaal over een hechte vriendschap van twee totaal verschillende jongens.
Elke uitgever zou smullen van zo’n presentatie. Boek van de maand in DWDD en direct een hit in de boekhandel. Eén van de boekhandelaren in de jury noemt de roman Een literair fjord. Magnifiek en fenomenaal, indrukwekkend. Zijn deze superlatieven terecht?
Twee wegen gaat in hoofdzaak over Tommy en Jim. Beide jongens komen uit gebroken gezinnen. Ze verschillen sterk, maar zijn als vrienden onafscheidelijk en vinden veel steun bij elkaar.
Tommy en z’n zussen hebben een vader die hen regelmatig ernstig mishandelt. Hun moeder verlaat het gezin en de kinderbescherming grijpt in en stuurt de kinderen naar drie verschillende gezinnen. Tommy komt terecht bij de buurman die hem later werk bezorgt in zijn houtzagerij en hem zelfs mede-eigenaar maakt.
Jim woont alleen met z’n moeder. Hij is een zeer intelligente jongen. De vriendschap met Tom betekent veel voor hem. Toch kan hij z’n draai niet vinden in het leven. Hij doet een zelfmoordpoging en belandt in een inrichting. Als hij weer naar huis gaat, vertrekt hij met z’n moeder in alle stilte. Ook van Tommy neemt hij geen afscheid.
Het boek begint met het toevallige weerzien van Jim en Tommy. Jim is aan het vissen op een brug en Tommy passeert in zijn nieuwe Mercedes. Ze hebben elkaar dertig jaar niet meer gezien. Tommy zegt: We gingen ieder onze eigen weg, nietwaar. Er is een groot contrast tussen de vrienden: een sjofele man, die al heel lang in de ziektewet is en de geslaagde zakenman, gekleed in dure kleding.
Twee wegen is een roman waarin zeer dramatische dingen gebeuren. De stijl die Per Petterson hanteert, is heel ingehouden. Zelfs als er heftige gebeurtenissen plaatsvinden, bijvoorbeeld als de vader van Tommy hem weer eens ernstig mishandelt, is de verhaalstijl juist erg afstandelijk en beschrijvend. Emoties ontbreken. Het effect hiervan is juist dat de gebeurtenissen toch heel sterk uitkomen. Per Petterson is dan ook een meester in het beschrijven: je kunt alles net als in een film duidelijk voor je zien. De opbouw is heel scenisch. Er is geen doorlopend verhaal, maar korte verhaalfragmenten, waarbij de schrijver steeds wisselt van tijd en perspectief. Hij geeft wel altijd duidelijk de tijd aan en wie de verteller is.
Het mooiste deel van de roman is ongetwijfeld het gedeelte over de vriendschap.
Heel ontroerend is de beschrijving van een nachtelijke schaatstocht in het maanlicht.
Ze zweefden, ze vlogen, en Tommy lachte, Jezus, riep hij, daar gaan we, en ze lachten allebei, en het geluid van hun stemmen was heel speciaal, alsof het een scène uit een toneelstuk was, maar dan zonder publiek.
In een ander gedeelte vindt ook een nachtelijke activiteit plaats. Ze komen van een feestje en zijn een beetje aangeschoten. Ze belanden bij een plek waar arbeiders een geul graven voor telefoonkabels. Heel impulsief duiken ze de geul in en gaan met houwelen en scheppen als bezetenen aan de gang. Net als de arbeiders zingen ze erbij om het ritme vast te houden. Ze graven maar liefst vijf meter. En toen waren ze helemaal uitgeteld. Ze konden geen schop meer in de grond steken, ze konden geen houweel meer optillen. Hun knieën trilden zo erg dat ze bijna niet meer rechtop blijven staan.
Elk hoofdstuk wordt vanuit een verschillende persoon verteld: Jim, Tommy, het zusje van Tommy, Siri, de moeder van Tommy en de buurman Jonsen. Voor veel lezers is het fijn als duidelijk wordt hoe het met de verschillende personen afloopt. Per Petterson vertelt ons hoe het gaat met zus Siri die in een ander gezin wordt geplaatst, de weggelopen moeder, de verdwenen vader. Wat wel onduidelijk blijft, is hoe het verder gaat met Jim en Tommy. Wordt hun vriendschap weer opgepakt? Doet Jim een nieuwe zelfmoordpoging? Het blijf gissen.
Opvallend is ook dat Per Petterson goed vertelt en beschrijft, maar bij de personages blijft alles aan de buitenkant. Wat er in hen omgaat, hun gevoelens, hun motieven, het blijft onduidelijk. Wat is er precies aan de hand met Jim? Waarom doet hij een zelfmoordpoging? Waarom verlaat de moeder van Tommy het gezin zonder haar vier kinderen?
Mevrouw Berggren verlaat heimelijk het huis en gaat naar buurman Jonsen. Hij zal haar wegbrengen. Het heeft echter te heftig gesneeuwd. Ze blijft daarom bij hem slapen. De andere ochtend ziet ze vanuit Jonsens huis haar kinderen de schoolbus instappen. Zelfs bij deze zeer dramatische gebeurtenis wordt alleen verteld wat er gebeurt, wat zij ziet, niet hoe ze dit ervaart.
Weer een Noorse roman die in Nederland een succes is. Na de prachtige boeken van Knausgård, nu een nieuwe Noorse bestseller. De boeken lijken niet op elkaar, zeker niet qua stijl. Wel is opvallend dat we weer te doen hebben met een keiharde, wrede vader. Vrolijk word je ook niet van die Noorse boeken, maar voor de liefhebber van literattuur valt er weer veel te genieten.
Een indrukwekkende roman, waarin de schrijver veel weglaat, maar waarin de dramatiek des te sterker naar voren komt.
Dit bericht is geplaatst in
Alle Boeken,
Fictie. Bookmark de
permalink.