Per Olov Enquist – Het boek der gelijkenissen. Een liefdesroman. Vertaald uit het Zweeds (Liknelse Boken) door Cora Polet. ISBN 978-90-414-2421-1, 207 pagina’s, € 21,95. Amsterdam: Anthos.
Losse herinneringen die samen één grote legpuzzel vormen.
Per Olov Enquist, een internationale bestsellerauteur, schreef vooral historische romans. Nu als tachtigjarige schreef hij een liefdesroman, voor een groot deel autobiografisch. Zijn jeugd in Noord-Zweden in een streng christelijk milieu, zijn schrijversleven, zijn drankprobleem, het komt allemaal overeen met zijn eigen leven. De grens tussen fictie en realiteit is echter steeds heel onduidelijk.
De titel Het boek der gelijkenissen verwijst naar de Bijbel. Je zou dus verwachten dat de verschillende hoofdstukken, die allemaal het woord gelijkenis in de titel hebben ook werkelijk een gelijkenis bevatten. Dat blijkt echter niet zo te zijn. Een gelijkenis in de Bijbel is een door Jezus verteld verhaal dat de mensen iets leert. Beide aspecten zijn in dit boek niet van toepassing.
De hoofdpersoon is een verder niet met naam genoemde ‘hij’, een schrijver die terugkijkt op zijn leven. Twee onderwerpen staan centraal en komen vaker terug. Een blocnote van de vader van de hoofdpersoon met liefdesgedichten. Die blocnote is gedeeltelijk verbrand en er zijn bladzijden uitgescheurd. Het andere onderwerp gaat over ‘de vrouw op de kwastvrije grenenvloer’, het verhaal waarin de vijftienjarige hoofdpersoon door de buurvrouw wordt verleid.
Daarnaast bestaat de roman uit een stroom van herinneringen. Het is verwarrend dat de ‘hij’ het soms heeft over zijn eigen leven: moeder, familie, het geloof, de liefde, maar dat ‘hij’ ook af en toe ineens romanfiguren uit zijn werk erbij haalt. Als hij personen noemt, doet hij dat zonder verdere introductie. Dat maakt het lezen extra lastig, je denkt dan: wie is dit nu weer?
Godsdienst speelt een grote rol. De hoofdpersoon komt uit een zeer gelovig gezin. Alles draaide om verlossing en hiernamaals. De verlosten, de ware gelovigen, zouden bij de eerste wederkomst van Jezus in de hemel komen, de anderen moesten wachten op de tweede wederkomst en velen zouden dan moeten achterblijven. Geestig is de vraag of de hond van de schrijver bij de eerste of de tweede wederkomst zou worden meegenomen. Trouwens is er überhaupt een hemel voor honden?
De moeder was zeer vroom. De liefdesgedichten van haar man vond ze zondig, vandaar dat ze de blocnote probeerde te verbranden. Negen bladzijden had ze er zelfs helemaal uitgescheurd.
‘Hij’ krijgt de blocnote jaren na de dood van zijn vader toegestuurd en is heel verrast dat zijn vader dichter was.
De hoofdpersoon zelf is niet verlost, maar bevrijd. Zijn eerste seksuele ervaring met zijn buurvrouw heeft dit bewerkstelligd. Die ervoer hij als bevrijd worden van het benauwende geloof. Het was gewoon de zin van het leven binnengaan, als het ware tot in het centrum van het leven, tot aan de bodem en tot in de zin van alles, bijna nog wonderbaarlijker dan verlost worden.
De gelijkenis van de vrouw op de kwastvrije grenenvloer, is een wonderlijk hoofdstuk. In feite gaat het hier om seksueel misbruik. Een vijftigjarige vrouw die al jaren geen seksuele omgang meer heeft ziet in haar buurjongen ineens een man die haar lusten kan bevredigen. Enquist vertelt dit echter zo poëtisch, zonder enige grofheid, dat het tot één van de indrukwekkendste fragmenten van de roman is geworden.
De auteur zegt over seksualiteit opmerkelijke dingen. Hij doet dat in het hoofdstuk De gelijkenis van de binnenste ruimte. Als geliefden seks hebben, betreden ze de binnenste ruimte. Je ging in elkaar op en daarna was het nooit meer als tevoren. Sommigen zagen het als uitoefenen van macht. Hij had dat nooit begrepen. Je legde alle macht juist af, je was totaal onbeschermd. Het was het enige moment waarin je onbeschermd kon zijn zonder dat je bang was.
Het boek der gelijkemissen bevat zeer mooie gedeeltes, puur literatuur, een waar leesgenot voor de liefhebber. Het is echter geen wervelende liefdesroman van een meesterverteller, zoals de flaptekst belooft en soms lees je fragmenten waar je geen touw aan vast kunt knopen. Pas later begrijp je (bijna) alles en valt alles op z’n plaats, is de legpuzzel gelegd. Dit is zeker geen roman om lekker achter elkaar uit te lezen. Eén keer lezen is ook niet genoeg. Voor lezers die van literatuur houden, is deze roman zeker een uitdaging. Het is net als bij een heerlijk gerecht: kleine hapjes, langzaam genieten.
Een mooi literair werk voor wie niet bang is van een ingewikkelde structuur.