Stefan Hertmans – Oorlog en terpentijn. ISBN 978-90234-7671-9, 334 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2013, inmiddels veertiende druk.
Biografie van de grootvader van de auteur.
Stefan Hertmans (1951) is een Belgisch auteur die romans, verhalenbundels, essays en gedichten publiceerde. Eerdere boeken werden genomineerd voor literaire prijzen, Oorlog en terpentijn voor de Librisliteratuurprijs 2014. De roman kreeg mooie recensies en is nu toe aan de veertiende druk.
Om de authenticiteit van het verhaal over Hertmans’ grootvader te benadrukken bevat het boek ook vele originele foto’s. Hertmans herschreef de verhalen uit de twee cahiers die zijn opa voor zijn dood aan hem had gegeven. Bij het herschrijven hield hij zich zo nauwkeurig mogelijk aan de oorspronkelijke verhalen. Hij wachtte dertig jaar met het herschrijven.
De belevenissen van zijn grootvader die zich vooral afspelen in de Grote Oorlog, de Eerste Wereldoorlog, werden ineens weer actueel door de herdenking dit jaar. De schrijver vond publicatie nu belangrijk, omdat het hier gaat de om de eigen ervaringen van een frontsoldaat.
Het boek bestaat uit drie delen. In deel I en III is kleinzoon als ik-figuur aan het woord. In deel II, dat aangeduid wordt met de jaartallen 1914-1918, is de ik-figuur de grootvader zelf.
Het eerste deel beschrijft de jeugd van Urbain. Zijn eerste baantje is bij een metaalgieterij: heel zwaar en gevaarlijk werk. Hij is getuige van een gruwelijk ongeval: een jongen die in een oven valt. Zelf wordt hij ook slachtoffer. Het zijn beelden van armoede en barre werkomstandigheden. Urbain kiest voor een opleiding als militair om de gieterij te ontvluchten. Hij blijkt een geboren militair: hij blinkt in alles uit en laat zich niet door de Waalse officieren intimideren.
Het grootste deel van de roman gaat over de oorlog van 1914-1918. Voor veel Nederlanders is dit volstrekt onbekende geschiedenis, vooral als het gaat om Belgische militairen. Het bijzondere van deze roman is dat we ooggetuigenverslagen krijgen. Op zeer beeldende wijze wordt ons verteld over de enorme overmacht van de Duitsers, de slechte uitrusting van de Belgische soldaten en het gebrek aan behoorlijk eten.
Urbain is een dappere en intelligente soldaat. Hij ziet het vaak beter dan de eigenwijze en arrogante Waalse officieren. Zij kijken neer op de domme, boerse Vlamingen. Ze geven opdracht voor soms onverantwoorde, volkomen zinloze acties die talloze slachtoffers opleveren. Urbain raakt drie keer gewond. Hij revalideert dan in Engeland. Na herstel moet hij weer gewoon terug naar het front.
Behalve dat Hertmans heel beeldend vertelt kan hij ook heel spannend verslag doen. De ik-figuur zit midden in de strijd: ik gebaarde dat ze me hun kogels moesten toewerpen. Tien kogels ploften om mij heen in de rulle grond. Toen ik ze bij elkaar geraapt had, wreef ik ze zorgvuldig schoon, laadde mijn geweer, schoot rakelings langs de grond. Ik hoestte luid en dook achter de wal. Er werd promp in mijn richting geschoten, ik vuurde meteen terug. Een donkere schim sprong schreeuwend op en viel achterover.
De roman gaat voor een groot gedeelte over schilderen. Franciscus, de vader van Urbain, was kerkschilder. Hij schilderde fresco’s in Engelse kerken. Als Urbain in Engeland is voor revalidatie gaat hij op zoek naar zijn vaders werk. Hij ontdekt dan dat zijn vader en andere familieleden model stonden voor de heiligen die hij schilderde. Urbain zelf kopieerde beroemde schilderijen en kleinzoon Stefan tekent als hobby.
Een geweldig goed geschreven, boeiend en heel interessant boek dat je raakt en bijblijft. Een absolute aanrader.