Louis Couperus – Psyche & Fidessa. Met 75 platen van B.J. Reith. ISBN 978-90-815493-4-9. 349 pagina’s. € 45,-. Rotterdam / Zoeterwoude: Reith / Hendriks & partners 2014.
Bibliofiele heruitgave van twee sprookjes van Couperus, voorzien van alle illustraties die Beb Reith ooit voor de uitgaven maakte.
Louis Couperus (1863 – 1923) Hagenaar van geboorte en Indiër in de geest, produceerde een omvangrijk oeuvre, waarmee talloze mensen ook ver na zijn dood nog kennis maakten: via het onderwijs en ook in de voor televisie en toneel bewerkte romans. De bekendste hiervan zijn De boeken der kleine zielen, een Haagse familie- en generatieroman, Eline Vere, over de anorectische, nerveuze Eline die het leven niet aankan en Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan, dat zich afspeelt in de sfeer van het letterlijk ‘betoverende’ Nederlands-Indië en daarna, als de hoofdpersonen stokoud zijn in Den Haag zijn vervolg-drama vindt.
Naast deze en talloze andere boeken, schreef Couperus ook sprookjes en reisverhalen. Twee bekende sprookjes zijn nu heruitgegeven in een bibliofiele uitgave met beperkte oplage: Psyche & Fidessa. Zoals ook bij andere sprookjesschrijvers (Grimm, Andersen) vormen kuisheid, liefde, verleiding, schuld en boete de belangrijkste thema’s.
Voor Psyche vond de schrijver zijn inspiratie in een oude mythologische vertelling. Psyche leeft samen met haar twee oudere zusters en haar bejaarde vader in het ‘Rijk van het Verleden’. Zoals altijd bij verhalen met drie zusters zijn de karakters zwartwit getekend. De oudste zus, Esmeralda, is uit op de macht, de tweede zus, Astra, haakt naar kennis en de nog heel jonge Psyche hunkert, maar weet nog niet naar wat. Na allerlei problemen vormt zij tenslotte een paar met Eros. Maar ook dan wacht haar geen geluk.
Fidessa’s pad leidt evenmin over rozen. Zij vlucht weg van de kuise nimfen bij wie ze is opgegroeid en wordt gered door een ridder, Sans-Joye, die haar meevoert naar zijn stad. Eind goed, al goed? Natuurlijk niet. Couperus maakt het zijn sprookjesfiguren evenmin eenvoudig als de mensen uit zijn romans. Ook dit stel wacht nog vele problemen.
De verhalen zijn integraal uitgegeven met alle tekeningen die voor de werken bedoeld waren. Toen in 1927 de achtste druk van Psyche verscheen, gaf Couperus te kennen dat hij voor die uitgave graag gebruik zou maken van illustraties van B.J. (Beb) Reith (1894-1974), die hij zeer bewonderde. De editie werd daarmee wereldberoemd. Het was dus geen wonder dat Louis Couperus voor Fidessa graag opnieuw wilde werken met Reith. Die maakte inderdaad de illustraties, maar de uitgever gebruikte ze uiteindelijk toch niet.
De illustraties voor beide sprookjes – die van Psyche waren ook niet allemaal gebruikt – werden geschonken aan het Rijksprentenkabinet in Amsterdam. Daar werden zij opgeborgen. Toen ze eenmaal achter slot en grendel lagen, heeft niemand ze ooit meer aanschouwd, hooguit voor studie-doeleinden. Ze hebben als Doornroosje bijna 100 jaar liggen slapen. Nu zijn ze weer tot leven gewekt. Couperus zou daar zeker blij mee zijn geweest, want hij had te kennen gegeven dat hij de sprookjestekeningen ‘bizonder mooi’ vond.
Deze bibliofiele uitgave – zwart linnen band, gouden letter – is uitgegeven in hetzelfde formaat (37 x 279 x 212mm) als beide oorspronkelijke uitgaven uit de jaren twintig. De beperkte oplage van 1250 stuks is een initiatief van twee nazaten van Beb Reith: Bernard en Maarten Reith. Dit is een boek om aan te ruiken, om te aaien, om plaatjes te kijken; het is een prachtig kunst-leesboek dat zwaar in de schoot ligt als een kostbare last van papier.
Blijft de vraag: welke lezer van deze tijd leest nog sprookjes van Couperus? Dit zijn immers geen pageturners, geen snelle vliegtuigboeken. Maar Couperus wordt nog wel gelezen. Door een selecte groep fans, al zou Louis Couperus waarschijnlijk gruwen van dat woord. In zijn stijl dan: door het coterietje voor wie Couperus de tijd overleeft. Voor die mensen is dit een boek dat zij zeker niet mogen missen.
Psyche & Fidessa is een boek om te hebben.