Lodewijk van Oord – Albrecht en wij. ISBN 978-90-5936-523-0, 248 pagina’s, € 18,90. Amsterdam: Cossee 2014.
Ontroerend verhaal over liefde in Artis.
Edo Morell is de directeur van een noodlijdende Amsterdamse dierentuin. Hij wil de tuin (toevallig Artis genaamd) en zichzelf opstuwen in de vaart der volkeren. Artis moet wereldfaam krijgen en hij wordt Artis’ verlosser. Hij bedenkt een plan waarbij de tuin zal worden opgedeeld in werelddelen. Afrika aan de Amstel moet de grootste trekpleister worden. Om dat te bereiken koopt hij Albrecht, de laatste neushoorn-bul op aarde, waarmee hij een fokprogramma wil opzetten. Dát zal klanten trekken, verwacht hij, dát zal geld in het laatje brengen.
Hij neemt Sariah Malan in dienst, een Zuid-Afrikaanse neushoornspecialiste. Zij moet hem helpen zijn plan te verwezenlijken. Maar Sariah ziet neushoorns niet als geld, maar vooral als bedreigde diersoort. Zij houdt van neushoorns, vereenzelvigt zich zo zeer met hen dat zij zich soms, net als de neushoorns, ‘bedreigd voelt door stropers’. De basis daarvoor ligt al in haar vroege jeugd. Voor Sariah is de neushoorn het symbool van verloren liefde.
Als Edo en Sariah een liefdesrelatie krijgen, is het dan ook geen wonder dat Albrecht zijn neushoorn ertussen wringt…
Lodewijk van Oord (Madrid 1977) publiceerde verhalen, gedichten, essays en opiniestukken. Voor het verhaal Thesmophoria won hij de Nieuw Proza Prijs 2011. Na zijn studies in Leiden en Utrecht doceerde hij onder andere conflictstudies en de geschiedenis van het Midden-Oosten en verbleef onder meer in Wales en Swaziland. Sinds 2014 woont en werkt hij in een Noord Italiaans dorp Duino, nabij Triëst. Albrecht en wij is zijn langverwachte romandebuut.
Allereerst – en dat is wellicht een merkwaardige reactie op een boek – : ik kreeg tijdens het lezen ongelooflijk veel zin om snel naar Artis toe te gaan. Dierentuinen zijn altijd charmant, hun bewoners lief, vals, mooi, lelijk, gevaarlijk, opzienbarend, merkwaardig… Wie Albrecht en wij leest, kan aan deze lijst bijvoeglijke naamwoorden nog een lange reeks beschrijvingen toevoegen. Mooie beschrijvingen. Want Lodewijk van Oord beschrijft dieren alsof hij ze met penseelstreken uittekent, als een artiest. Wie leest ziet de dieren voor zich:
Een zebra is in wezen weinig meer dan een wandelende houtsnede.
Het oog van de uil behoort tot de meest verbazingwekkende instrumenten die de natuur heeft voortgebracht. De uilenverzorger heeft me eens verteld dat een mens met uilenogen in staat zou zijn de ochtendkrant op vijf kilometer afstand te lezen.
Ik groet de Chileense flamingo’s, die nichterig als altijd in de vijver staan…..
De lama’s liggen er deze ochtend als een stel verwende Latino’s bij, terwijl de kuifhoenderkoeten zich elders in de wei staan op te maken voor een nieuwe dag in de etalage.
Een waarlijk: ‘Goedemorgen dieren’. Deze ‘begroetingen’ vinden dagelijks plaats, als directeur Edo Mortell van zijn huis binnen de hekken van Artis naar zijn kantoor toe loopt. Die wandelingen doen hem dagelijks beseffen hoe zeer hij van ‘zijn’ Artis houdt, van die ‘ijdele bedoening, waarin gekeken en vooral ook bekeken moet worden’.
De verhouding van mens tot dier, de verhoudingen van mensen tot mensen, Lodewijk van Oord beschrijft ze met een poëtische toon die nergens overdreven wordt, maar vooral enthousiasme opwekt. Het enthousiasme dat de lezer doet denken: ‘Ik moet gauw naar de dierentuin toe!’
Edo Mortell, Sariah Malan, maar ook Frank, het bejaarde bestuurslid van Artis, ze houden zich vol overgave met de dierentuin bezig. Albrecht de neushoorn speelt voor ieder zijn eigen, bijna menselijke rol. Hij verbindt, zorgt voor vreugde, verbazing en voor oprecht verdriet.
Dit is geen ‘dierentuinboek’. Het is een schitterende roman over de manier waarop mensen zich tot mensen verhouden. En dat niet alleen. De rol van de eigen geschiedenis die voor ieder mens immers anders is, kleurt die verhoudingen zeer. De menselijke wijze waarop Albrecht figureert, is ontroerend en opzienbarend.
Een ingetogen, kleurrijk en werkelijk prachtig boek.