Jo Baker – Landgoed Longbourn. Vertaald uit het Engels (Longbourn) door Aleid van Eekelen-Benders en Marijke Versluys) ISBN 978-90-234-8537-7, 416 pagina’s, € 19,90, Amsterdam: Cargo / De Bezige Bij 2014.
Het verhaal van de bedienden uit Jane Austens Pride and Prejudice.
Twee dienstmeisjes, Sarah en de nog piepjonge Polly, en het wat oudere echtpaar Hill, dat de functies van kokkin, huishoudster en koetsier en manus-van-alles in zich verenigt, zorgen er gevieren voor dat al het werk op landgoed Longbourn wordt verricht. Dat is geen geringe taak. De bewoners, de heer en mevrouw Bennet, vijf opgroeiende huwelijksrijpe dochters én permanente logees zorgen ervoor dat hun personeel van half vijf ’s morgens tot laat in de avond in touw is.
Hún personeel ja. Want Sarah, Polly en het echtpaar Hill zijn weliswaar geen slaven, maar hun bestaan is onvoorstelbaar zwaar en daar staat niemand van de familie een seconde bij stil. Zwaar? Ze krijgen toch een bed, ze hebben toch te eten? Dan hebben ze het toch goed?
Het is maar hoe je het bekijkt. Want het dagelijks legen en schoonmaken van po’s (nachtspiegels), het oppompen en sjouwen van water, de wekelijkse wasdag met de gekloofde handen in het loog, het hakken van hout voor de haarden, vegen, poetsen, schuren, zemen, permanent rommel opruimen, schoenen en laarzen poetsen, koken, opdienen, afwassen, op ieder belletje van ieder lid van ‘De Familie’ op ieder uur van de dag haastig een dienst gaan bewijzen: het zijn allemaal bezigheden waar ‘De Familie’ nooit bij stilstaat: ze zijn het van jongs af aan gewoon altijd bediend te worden. Daar zijn bedienden immers voor? Bedienden zijn niets. Ze zijn onzichtbaar. Je hoeft geen rekening met ze te houden.
Als onverwacht de jongeman James Smith het personeel komt versterken zorgt dat voor flinke opwinding in de dienstvertrekken: eindelijk gebeurt er wat! Maar James lijkt achter zijn vriendelijke uiterlijk en zijn behulpzame karakter een groot geheim te verbergen en dat gaat voor veel onrust zorgen. Als Sarah voor zijn charmes valt, geeft dat geheid complicaties.
In dit boek geeft schrijfster Jo Baker de onzichtbare bedienden gezicht. Ze tekent hun verhaal op en laat zien dat ook hún levens belangrijk zijn. Dat doet ze op zeer overtuigende wijze.
Baker (1973) werd geboren in Lancashire. Ze schreef van kind af aan. Ze ging op haar achttiende naar Oxford om Engelse literatuur te studeren. Na die studie verhuisde Jo Baker in 1995 naar Belfast om een masteropleiding te gaan volgen in Ierse literatuur. Na haar eerste boek Offcomer (2002) volgden nog drie romans die enthousiast werden ontvangen.
Jo Baker was altijd een groot bewonderaar van het wereldberoemde boek Pride and Prejudice (Trots en vooroordeel) van Jane Austen. Volgens eigen zeggen ‘woonde’ ze tijdelijk in het boek van Jane Austen en schreef vervolgens haar eigen verhaal vanuit de keuken, het erf en de stallen. Ze vertelt:
In Austens verhaal zijn de bedienden schimmige figuren, ze zijn ondergeschikt aan de familie en het verhaal. (…) Maar ze zijn, in mijn gedachten tenminste, ook mensen. Landgoed Longbourn duikt in het verleden van die personages en reikt verder dan de gelukkige afloop van Pride and Prejudice. Maar waar de twee boeken elkaar overlappen volgen de gebeurtenissen van deze roman trouw die van Jane Austen.
Dat houdt niet in dat de lezer een Austen-kenner moet zijn. De maaltijd die in Pride and Prejudice wordt gegeten, wordt in de keuken van Longbourn door mevrouw Hill klaargemaakt. En wanneer de meisjes Bennet in Jane Austens roman de balzaal binnengaan, laten ze in Landgoed Longbourn het rijtuig wachten. En mét dat rijtuig de koetsier. En daar komt James Smith weer boven water. Austen is hooguit ‘aangever’, Baker ‘gebruikt’ Austens boek.
In veel boeken uit vervlogen eeuwen verkeerde het personeel ‘onder de streep’ en had daardoor geen gezicht. Jo Baker geeft hen wel een naam en een gezicht. Ze schrijft beeldend over het werk wat zij doen, over de troep en het vuil dat zij ruimden. Ze vertelt van hun vreugde en hun verdriet, van hun liefde en van hun lijden. Zij tekent de emoties van al die naamlozen die zwoegden voor een bed en een maal en daarvoor dankbaar moesten wezen.
Ik heb dit boek in één adem uitgelezen. Dit is een volkomen nieuw soort historische roman. Ik vind het knap als een schrijver in staat is de lezer overtuigend mee terug in de tijd te nemen. Dit boek zorgt er bovendien voor dat je álle historische romans voortaan anders leest. Dat je anders naar vroegere rijkdom blikt: kijk, daar pal onder het dak, daar achter de keuken lagen de benauwde bediendenvertrekjes. Vóór die tijd zag ik ze niet, dacht ik niet aan die vertrekjes. Dank zij Baker zie ik ze voortaan wel. Zij stelt maatschappelijke situaties aan de kaak, die vroeger normaal gevonden werden. Haar rechtvaardigheidsgevoel als schrijver geeft het boek daarmee extra lading.
Een aangrijpende en fascinerende roman. Zeer aanbevolen.