Ismail Kadare – Het reisverbod. Requiem voor Linda B. Uit het Albanees (E penguara. Requiem për Linda B.) vertaald door Roel Schuyt. ISBN 978-94-616-4250-9, 208 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Van Gennep 2013.
Een beroemd Albanees toneelschrijver: zijn werk, zijn bewonderaars en het communistisch regime.
Ismail Kadare is in Nederland tamelijk onbekend en dat terwijl hij internationaal gezien wordt als een potentiële Nobelprijswinnaar. In Nederland ziet Abdelkader Benali hem als zodanig. Alle reden om kennis te maken met het werk van deze Albanese schrijver.
Hoofdpersoon is de in zijn land beroemde toneelschrijver Rudian Stefa. Hij is op weg naar het partijbureau van de communistische partij waar hij voor een commissie moet verschijnen. Hij is angstig, want onder dit regime worden alle tegenstanders keihard gestraft. Hij is soms kritisch over het beleid: hij heeft kritiek op Stalin, hij is voor vrijheid bij het toneel en hij keurt ook het verbod op religie af. Hij heeft ook nog een slecht geweten, omdat hij zijn vriendin Migene een paar klappen heeft gegeven. Eenmaal voor de commissie blijkt het om een totaal andere kwestie te gaan. Hij heeft een boek gesigneerd voor Linda B., een vriendin van Migene die zelfmoord heeft gepleegd. Het hele gesprek verloopt in een kafka-achtige sfeer: hij snapt totaal niet waarom ze hem lieten komen.
Linda. B. was een meisje uit een adellijke familie die in diskrediet was geraakt. De hele familie had gedurende vijf jaar een reisverbod. Linda was een groot bewonderaarster van Rudian Stefa. In haar dagboek schreef ze over hem. Ze kon niet naar de signeersessie komen om een boek met handtekening te bemachtigen. Daarom ging haar vriendin Migene een gesigneerd boek voor haar halen.
Rudian Stefa is erg nieuwsgierig geworden naar Linda. Hij wil precies weten wat er met haar aan de hand was. Hij belt een onderzoeksrechter op die in het partijcomité zat dat hem ondervroeg. Hij ontmoet hem in een café waar ze een openhartig gesprek hebben. De partij weet alles van de toneelschrijver, maar ze sparen hem vanwege zijn positie als beroemd kunstenaar. Hij krijgt ook veel meer te weten over Linda. Het gesprek is een anticlimax. Van de spanning en de angst voor de partij blijft niets over: hij heeft niets te vrezen.
Verdere informatie over Linda krijgt hij van Migene. Zij had een innige vriendschap met Linda. Deze had een extreme bewondering en liefde voor de schrijver Rudian Stefan die ze nooit had ontmoet. Toen ze het gesigneerde boek van hem kreeg, was er helemaal geen houden meer aan. Terwijl Migene een verhouding had met Rudian, beschouwde zij haar vriendin Linda als de echte geliefde. De wanhoop van Linda over haar beperkingen werd steeds groter. Door haar reisverbod kon zij niet in Tirana gaan studeren en ook Rudian bleef onbereikbaar. Dit brengt haar ten slotte tot zelfmoord.
Een andere verhaallijn is die van het schrijverschap van Rudian Stefan. Hij voelt zich zeer gefrustreerd, omdat een commissie zijn nieuwste toneelstuk nog steeds niet heeft goedgekeurd. Het is vooral de vrouwelijke minister van cultuur met haar vreselijke stem die het tegenhoudt. Hij hoorde in zijn verbeelding de vinnige, doordringende stem. De schrijver Kadare heeft een stuk van het toneelstuk in de roman opgenomen. Als lezer denk je intensief met hem mee wat hij in het stuk moet veranderen.
Stefan speelt erg met leven en dood. In het toneelstuk laat hij een Geest mee spelen. Uit een dialoog tussen de Moordenaar en de Geest: Hou je kop smerig lijk! Ook krijgen de hoofdpersoon en Linda contact in een droom, maar ook in de ‘werkelijkheid’. Kadare gebruikt daarvoor de mythe van Orpheus en Eurydice. Hij laat Linda als Eurydice uit het dodenrijk terugkeren. Ze woont de première van zijn toneelstuk bij en vraagt een handtekening. Hij mag haar niet aankijken anders verdwijnt ze weer (in de mythe mag Orpheus niet omkijken). Het staat in de raadselachtige slotzin: het meisje pakte het aan en slechts één moment raakten hun vingers elkaar aan, ijskoud, in de duisternis van het niets.
Er is ook een verhaallijntje waarin de toenmalige beruchte dictator van Albanië optreedt. Kadare doet dat op een zeer humoristische wijze. Gezellig bij de open haard laat de Leider zich informeren, onder andere over de beroemde toneelschrijver Rudian Stefa. Diens psychiater rapporteert dat Rudian een dode bruid wil. De parlementsvoorzitter weet wel een oplossing: twee executies. Eerst de bruidegom en dan de bruid. De Leider: Nee, nee en nog eens nee. Wat voor kuren die schrijvers ook hebben, ik bescherm ze. De Leider, evenals alle personages van de roman is ook aanwezig bij de première van het eindelijk goedgekeurde toneelstuk.
Het reisverbod is een zeer bijzondere roman. Het bevat interessante informatie over het destijds geheimzinnige Albanië. Het is alleen niet een boek dat zich gemakkelijk laat lezen. De verhoren en de gesprekken slepen zich voort. Het levendigst zijn nog de ontmoetingen tussen Rudian en Migene. Ook Rudians geneuzel over het toneelstuk is niet bepaald spannend.
Het is heel goed geschreven boek, maar de opbouw is rommelig en springerig en daardoor soms verwarrend.
Een interessante, maar moeilijk leesbare roman.