Mieke Koenen – Dwars tegen de keer. Leven en werk van Ida Gerhardt. ISBN 978-90-253 0380-8, 816 pagina’s, € 39,90. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2014.
Complete biografie van Ida Gerhardt (1905 – 1997), één van de beste dichters van Nederland.
Dr. Mieke Koenen, universitair docent Latijn aan de VU, schreef op basis van talrijke nieuw ontdekte archiefstukken, brieven, lezingen en ongepubliceerde gedichten een volledige biografie. Zij schetst de verbanden tussen Gerhardts werk en haar levensloop.
Het is een zeer complete en toegankelijke biografie. Naast de levendige beschrijving van Ida Gerhardts leven en werk is er ook een grote verzameling foto’ s die zich als een apart foto-album midden in het boek bevindt. De degelijkheid is goed te zien aan de enorme verzameling noten: 123 pagina’s. Verder is er nog een complete bibliografie en zijn er registers van de gedichten en van de namen.
De titel Dwars tegen de keer is gekozen, omdat die haar karakter heel goed weergeeft. Mieke Koenen benadrukt sterk dat Ida zich vaak keerde tegen allerlei zaken in haar eigen tijd. Als dichteres hield zij vast aan het klassieke, het traditionele en keerde zij zich tegen haar experimentele tijdgenoten: de vijftigers en de zestigers. Ze voelde zich niet thuis in haar eigen tijd: veel was plat en lelijk. Zij keerde terug naar de klassieken, de oude talen, naar schoonheid, religie en vooral de natuur.
De jeugd van Ida Gerhard was afschuwelijk. Dit kwam vooral door haar geesteszieke moeder. Dieptepunt was een poging van haar moeder haar in het water te gooien. De zeer intelligente Ida mocht van moeder niet studeren, ze moest gewoon een man vinden en moeder en huisvrouw worden. Haar vader die zelf graag had willen studeren, dacht daar anders over, maar hij kon haar niet echt steunen. In veel gedichten komt haar moeder terug als haar grootste vijand, die zelfs na haar dood nog invloed had:
Zij, die mij naar het leven stond
in al mijn levensdagen.
En nu haar lichaam moet vergaan,
nu is zij in mij opgestaan.
Ik kan haar niet verslaan.
Zonder veel hulp heeft Ida uiteindelijk haar studie voltooid. Aan het gymnasium had ze enkele jaren veel steun van haar leraar Grieks J.H. Leopold, toen al een bekend dichter. Hij inspireerde haar niet alleen in de dichtkunst en de studie in klassieke talen, maar was ook een soort vaderfiguur met wie ze veel sprak en die ze ook buiten de lessen ontmoette. In Leiden en later in Utrecht studeerde ze klassieke talen. In 1933 studeerde ze af met Latijn als hoofdvak.
In die crisistijd was het heel moeilijk om werk te vinden. Tot 1939 moet Gerhard genoegen nemen met vervangingsbaantjes en ongesalarieerde betrekkingen in onder andere Leiden, Delft, Rotterdam en Groningen. Pas in 1939 kreeg ze een baan als lerares klassieke talen. Eerst in Kampen (1939-1951) en later aan De Werkplaats van Kees Boeke in Bilthoven (1951-1963). Ze was een enthousiast lerares met een groot hart voor haar leerlingen. Als ongehuwde vrouw had ze zelf geen kinderen. In veel gedichten komt haar liefde voor kinderen naar voren. Haar debuutgedicht Kinderspel gaat over haar verwondering hoe een kind volledig in zijn bezigheden op kan gaan.
Een lichtpunt in het leven van Ida Gerhardt was haar vriendin en levenspartner Marie van der Zeyde. Ze leerden elkaar kennen op het gymnasium in Rotterdam. Vriendschap werd liefde tijdens hun studie in Utrecht. Pas in 1956 gingen Ida en Marie samenwonen. Marie was een groot bewonderaarster van Ida. Zij adviseerde ook bij het vervaardigen van gedichten. Ida verdroeg uitsluitend van Marie aanmerkingen op haar gedichten. Critici die soms kritiek hadden kregen er van langs. Zelfs Kees Fens, terwijl hij toch heel vaak positief was geweest over haar werk en de vriendinnen had bijgestaan bij hun psalmvertaling. Eén kritiekpuntje en hij werd zelfs NSB’er genoemd. Ook zus Truus kreeg er van langs na wat kritiek, ze noemde Ida en Marie Twee vaatjes zuur bier.
Het dichten was voor Gerhardt de grote passie. Ze heeft een indrukwekkend aantal dichtbundels samengesteld. Haar werk is ook als Verzameld werk gebundeld. Daarvan verschenen zelfs dertien herdrukken. In de bekende bloemlezing van Gerrit Komrij staat het maximum aantal gedichten per dichter: tien. Natuurlijk staat daar ook het gedicht De Akelei, een gedicht dat bijna in alle literatuurboeken van de middelbare school voorkomt. Ida Gerhardt voelde zich lang niet gewaardeerd. Toch is ze veelvuldig bekroond: ze kreeg negen literaire prijzen, waarvan de P.C Hooftprijs de bekendste is.
Ida had een zwakke gezondheid. In 1963 ging ze vervroegd met pensioen. Ze ging Hebreeuws studeren om daarna te beginnen aan een vertaling van de Psalmen. Haar kritiek op de bestaande vertalingen was dat het geen levende poëzie was. Het gedeelte waarin Marie Koenen beschrijft hoe de vriendinnen samen bij het vertalen te werk gingen is een voorbeeld van haar werkwijze: veel details, veel citaten, veel voorbeelden. Als lezer krijg je zo een heel duidelijk beeld van de ideeën en manier van werken van Ida en Marie.
Naast haar geloof vond Ida ook rust in de natuur. Haar lievelingsgebied was de IJsseloever.
Ze had dat onder andere gemeen met haar oud-leerling Henk van Ulsen en de schilder Jan Voerman. Cherry Duyns filmde haar op de IJsseldijk, terwijl ze een toepasselijk gedicht voordroeg. We kunnen dit zien op een foto in het boek.
Er valt nog veel te zeggen over deze omvangrijke biografie en over deze zo bijzondere dichteres. De biografie kan een boeiend genre zijn en deze biografie is daar een voorbeeld van. De levensbeschrijving van Ida Gerhardt is zo compleet dat we haar echt goed leren kennen. Heel knap heeft Marie Koenen de gedichten van Gerhardt verbonden met haar leven. Bovendien bevat Dwars tegen de keer vele verhelderende analyses van gedichten. Daar komt bij dat het boek heel prettig leest door de vlotte stijl.
Zeer waardevolle biografie en een absolute must voor bewonderaars van Ida Gerhardt.