Kluun – Haantjes. ISBN 978-90-5759-444-1, 191 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: Podium 2011.
Kluun, wie kent hem niet? Onder andere van het ook door mij besproken Komt een vrouw bij de dokter, zijn bij tijd en wijlen ontroerende boek over de ziekte en dood van Carmen, de vrouw van Kluuns alter ego Stijn van Diepen. Dit boek is een zogenaamde prequel. Het behandelt een voorafgaande passage uit het leven van Stijn. Samen met zijn partner Frenk runde deze de creative & strategic marketingagency Merk in Uitvoering, vooralsnog met weinig concreet resultaat, ondanks het mooie Amsterdamse grachtenpand en hun bloedmooie assistente Maud. Als Frenk en Stijn in aanraking komen met Charles, een homofiel topmodel, haalt deze de partners over te investeren in het ultieme souvenir voor de binnenkort in Amsterdam te organiseren Gay Games, vlaggen voor alle deelnemende nationaliteiten waarin de kleur rood vervangen is door rose. Voor ieder land een eigen homovlag. Helemaal Kluun is de passage waarin hij beschrijft hoe Stijn omging voor dit idee: ‘Ik dacht na. Eenn oude marketingwet ging op. De beste ideeën zijn zo simpel dat je eroverheen kijkt. En hoe simpeler het idee, hoe beter. Dit was goed. Dit was erg goed.
Internationaal concept.
Eenduidig concept.
Innovatief concept.
Grote doelgroep.
Kooplustige doelgroep.
Homogene doelgroep.
Bereikbare doelgroep.
A marketeer’s wet dream.’
Met groot enthousiasme proberen Frenk en Stijn dit idee te gaan slijten. Allereerst bij de Bijenkorf. Daar echter gruwt de marketing manager van het ‘provocerende’ idee, dat een bedrijf dat koninklijk in zijn naam voert de nationale driekleur zou transformeren. Ook andere bedrijven zien niets in het idee en tenslotte besluiten de compagnons zelf de vlaggen te laten produceren. Ook het verslag over het selecteren van de vlaggenproducent is echt Kluun op z’n best, evenals de ontmoeting met Arno de Hen, oprichter van Gay Business Amsterdam, een rat die de partners er met boter en suiker in laat lopen. Het blijft niet bij vlaggen, maar men besluit ook T-shirts, petten en fluiten te laten vervaardigen. Uiteindelijk gaat men in zee met een bedrijf in cadeauartikelen en bestelt men voor ruim een ton in guldens (toen nog) aan souvenirs. Als resultaat van een creativityboosterbrainstorm met leden van de doelgroep wordt het als naam voor het in de markt te zetten merk gekozen voor Gay Flags. Er komen websites in verschillende talen, er worden marktkramen gehuurd en een bus om die kramen naar steeds andere locaties te vervoeren. En dan komen de spullen binnen in zo’n honderdvijftig dozen. Het kantoor staat helemaal vol. Dan blijkt dat alle tienduizend fluiten van een roze koord moeten worden voorzien. Er verschijnt een persbericht over de ‘wereldwijde primeur’. Maar langzamerhand gaan er dingen mis. De Gay Games zit niet op de vlaggen te wachten, want er is al een internationale homovlag en de Gay Games hebben al een logo. De Gay Games zijn al failliet voordat ze beginnen en kunnen alleen doorgaan dankzij royale financiële ondersteuning van de gemeente Amsterdam, geregeld door de welwillende burgemeester Schelto Patijn. Arno laat weten dat de organisatie niet blij is ‘dat er straks over de ruggen van nichten vet geld wordt verdiend door twee gladde hetero reclamejongens’ en eist en krijgt 8000 gulden voor het Aidsfonds, waar hij zelf bestuurslid van is. Ondertussen kunnen de partners hun waar aan de straatstenen niet kwijt. Nu worden de hilarische passages en daarmee het boek duidelijk minder, met uitzondering van de beschrijving van de Canal Pride, waar de Gay Flags onder andere opduiken als luier, string of nog erger. Niets lijkt meer te lukken. Het is natuurlijk ook moeilijk om hilarisch te blijven als je je eigen mislukking, al dan niet gefingeerd, beschrijft. Je voelt als lezer dat dit niet meer goed komt en dat doet het ook niet. En tussendoor word je nog vergast op een ranzige beschrijving van homosex, waar althans ik niet op zit te wachten.
Het begin van dit boek is dankzij de treffende en vrolijke beschrijving van de snelle jongens Stijn en Frenk sterk en veelbelovend, maar Kluun heeft dit niveau niet vast kunnen houden. Toen ik het uit had dacht ik: ‘Is dit alles?’ Jammer. Toch kijk ik met interesse uit naar het volgende boek van Kluun, want schrijven kan hij.
Dit boek is uitgebreid besproken in het programma PuurCultuur van MeerRadio (woensdag 9 februari 2010).