Esther Gerritsen – Roxy. ISBN 978-90-445-3339-2, 213 pagina’s, € 18,95. Breda: De Geus 2014.
Hoe verwerkt een jonge, zeer onzelfstandige vrouw de dood van haar verongelukte en overspelige echtgenoot?
De zeer succesvolle schrijfster Esther Gerritsen (1972): literaire prijzen en enkele nominaties, schreef al weer haar zesde roman. Ook deze roman werd genomineerd, namelijk voor de Libris Literatuur Prijs 2015. Daarnaast kreeg ze de eervolle opdracht het volgende Boekenweekgeschenk te schrijven.
Roxy is het verhaal van een jonge vrouw die al op haar zeventiende het ouderlijk huis verliet en ging samenwonen met de veel oudere filmproducer Arthur. Ze leidde een teruggetrokken leven. Haar belangrijkste activiteit was het schrijven van romans. Na zeven jaar kreeg ze een dochtertje dat de meeste tijd door oppas Feike werd verzorgd. Roxy is zevenentwintig als haar man met zijn minnares verongelukt. Ze kreeg dus een dubbele schok: echtgenoot dood en ook nog eens overspelig.
Roxy staat er niet alleen voor, want ze wordt bijgestaan door Feike en Jane, de assistente van Arthur. Ook haar ouders komen over uit Brabant. Eigenlijk schaamt ze zich voor haar ouders: moeder is alcoholiste en vader vrachtwagenchauffeur. Na de begrafenis gaat ze heel impulsief op vakantie met haar dochtertje Louise, Feike en Jane. Ze gaan via Parijs op weg naar Zuid-Frankrijk. De reis verloopt bepaald niet rustig: Louise eist veel aandacht en de sfeer tussen de dames wordt steeds slechter en zelfs onhoudbaar. Louise gaat verder met Feike en Jane, terwijl Roxy achterblijft. Ze belt haar vader met de vraag of hij haar wil ophalen.
Roxy is bepaald geen feelgoodroman. Het verhaal is vrij triest en soms absurd. Roxy is een ongeleid projectiel. Het lijkt er op dat ze haar rouwverwerking vooral zoekt in seks. Het begint al met de begrafenisondernemer. De eerste ontmoeting verloopt zo prettig dat hij nog een keer terugkomt. Helaas staan de fotografen van de roddelpers dan voor de deur. Tijdens de reis duikt ze nog enkele keren het bed in met willekeurige mannen, ze neemt genoegen met de mannen die voorhanden zijn.
Roxy is niet bepaald een modelmoeder. Als haar dochtertje huilbuien heeft gelukt het haar niet haar te troosten, dat moet Feike doen. Louise misdraagt zich soms, maar ze wordt dan niet gecorrigeerd door haar moeder. Louise pikt het speelgoed van een jongetje en bij het eten misdraagt ze zich tot ergernis van andere gasten: ze gooit met rivierkreeftjes en chocoladetaart eet ze niet met een vorkje maar met haar handen.
Het is voor de lezer bijna onmogelijk sympathie te voelen voor deze verwende, normloze, en volkomen afhankelijke vrouw: al haar zaken werden geregeld door haar man en nu door Jane. De bom barst als ze zich aan het eind van de roman afreageert op een paar onschuldige schapen.
Deze roman is een gemakkelijk leesbaar boek. De zinnen zijn kort en helder geformuleerd. Het gaat bepaald niet om een diepgravende psychologische roman waar we de hoofdpersoon met haar grote problemen en vreemde gedrag leren doorgronden. In deze tijd waarin alles snel moet, is deze roman voor sommigen heel aantrekkelijk.
Opvallend in dit boek zijn de dialogen. Gerritsen vond het kennelijk nodig om soms hele nietszeggende gesprekken volledig weer te geven. Alle vragen en antwoorden worden onder elkaar gezet. Op die manier wordt soms een hele bladzijde gevuld met een gesprek dat vaak heel banaal is en alleen uit korte stopwoordjes bestaat.
Een vlot geschreven wat vlakke roman die niet vrolijk maakt.