Marcel van Silfhout & Andries van den Berg – De ontsporing. Het fiasco Fyra. ISBN 978-90-81936-81-1, 207 pagina’s, € 16,95. Oosterbeek: Zilverster Media 2014.
Analyse van een kostbare ontsporing.
Overal in Europa rijden hogesnelheidstreinen. Nederland wil meedoen in die race. Dus als de leden van een werkgroep uit het kabinet Den Uyl in 1973 de mogelijkheid verkennen om ook Nederland te laten aansluiten op een Europees Flitstreintraject, laten ze zien dat ze bij de tijd zijn. Dan nog wel. Maar in 1989 waarschuwt verkeersminister Kroes: ‘Nederland mag niet het Jutland van Europa worden.’ Er was nog niets gebeurd sinds 1973. Hogesnelheidstreinen leiden tot trage beslissingen.
Bij de Fyra gold hetzelfde. Na jarenlang touwtrekken, onderhandelen en rollende koppen op beleidsniveau besteedde men in 2004 de latere Fyra uit bij het Italiaanse AnsaldoBreda. Toen de Fyra in 2013 ging rijden (de oplevering was 5 jaar vertraagd), stond de trein na 40 dagen weer stil. Het materieel zou niet deugen.
Er zijn dan talloze aanbestedingen geweest, berekeningen over latere opbrengsten, concessievergoedingen. Geen van die cijfers klopten. Maar aan het eind van de rit was één ding zeker: dit project zou vele, zeer vele miljoenen meer gaan kosten dan er gereserveerd was, faillissementen dreigen. In het najaar van 2014 ging er een parlementaire enquête van start: hoe had alles zó verschrikkelijk mis kunnen gaan?
Onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout (1968) en FNV-vakbondsman Andries van den Berg houden zich, ieder op eigen terrein, al vele jaren bezig met de NS. ‘Het rondje om de kerk’ was een ‘project’ van Van den Berg, Silfhout volgde al jaren de ruzies en capriolen van NS en de diverse ministers van Verkeer. De twee bundelden hun krachten voor dit boek.
De auteurs hadden daarbij de beschikking over allerlei geheime rapporten en vertrouwelijke correspondentie en interviewden NS-bazen en hun medewerkers. Omdat er in de strijd zo veel koppen rolden, bleken mensen die aanvankelijk niet genegen waren te praten opeens aanzienlijk loslippiger. Praten was dan dé manier om je gram te halen of het eigen gelijk te bewijzen.
Botsende ego’s en verkeerde wissels is de ‘ondertitel’ van deze reconstructie van een treindrama. Of het boek inderdaad ‘de parlementaire enquête tot een formaliteit maakt’ zoals de aanprijzing op de kaft luidt, moet nog blijken. Feit is wel dat de leden van de enquêtecommissie dit boekje uitstekend als naslagwerk hebben kunnen gebruiken.
Nooit eerder zag ik het Fyra-drama zo minutieus langs de tijdlijn gelegd, zó helder voorzien van commentaar en zó samengebald tot één zaak. Voordien was dat onmogelijk doordat het nieuws wel steeds de kranten haalde maar versnipperd moest worden gelezen. Alle lof voor de auteurs die deze onontwarbare kluwen gegevens ontwarden.
De auteurs ‘excuseren’ zich voorin het boek: ze hebben niet alle 760 ministeriële ordners en 300.000 digitale NS-pagina’s documenten gezien. Ik vermoed dat dit ook opgaat voor alle leden van de commissie die zal oordelen over het Fyra-drama.
Wie wil weten wat een heksenketel het was en is bij het spoor, wie zich wil verbazen over de manier waarop van overheidswege beslissingen tot stand komen: hij/zij leze dit boek. Het zou bijna een thriller kunnen zijn, als het niet zo’n dramatisch verhaal was.
Voortreffelijk document over een treurig debacle.