Walter Benjamin – Kinderjaren in Berlijn rond 1900. Vertaald uit het Duits door Hans Driessen. ISBN 978-94-6004-211-9, 104 pagina’s, € 17,50. Nijmegen: Vantilt 2015.
Herinneringen aan een voorgoed verdwenen Berlijn.
Filosoof Walter Benjamin (1892-1940) kijkt in geschreven miniaturen terug op de stad Berlijn, waar hij werd geboren en opgroeide. Rond 1900 staat de stad op de drempel van een eeuw vol geweld, terwijl de voorbije Frans-Duitse oorlog voor Duitse triomf had gezorgd.
In die nieuwe eeuw groeit de kleine Walter op. Het is een sfeergevoelig, nieuwsgierig kind dat bij alles wat hij ziet zijn fantasie meteen aan het werk zet. Als hij tussen 1932 en 1938 zijn miniaturen schrijft wordt hij bevangen door heimwee. Wat gebeurde er toen toch veel in Berlijn. Alles was zo mooi, waarom zijn al die dingen verdwenen?
Hij ziet een klok en denkt meteen: symbool voor ’te laat’, omdat hij zelden op tijd op school kwam. Hij maakt een wandeling door de Tiergarten en voor zijn ogen beginnen de beelden te draaien van de families die daar picknickten en flaneerden. Hij gaat naar de markt voor zijn boodschappen en ziet zichzelf als kind weer terug onder die glazen bogen waardoor het zonlicht zo prachtig scheen en waar overal in de kramen de heerlijkste etenswaren geurden. Overal komt Walter Benjamin in Berlijn het jongetje tegen waaruit hij nu zelf tot man is gegroeid, een man die minder gelukkig was dan het kind van toen.
Walter Benjamin, afkomstig uit een joods-Berlijns milieu, was niet in staat een carrière op te bouwen als filosoof. Hij schreef om rond te komen en publiceerde gigantisch veel. Aangezien veel werk in opdracht was, moest hij knarsetandend aanzien dat er veel geschrapt werd in zijn werk, onder andere door zijn baas Thomas Mann.
Gevolg was dat na zijn dood – de filosoof pleegde in 1940 zelfmoord toen hij op de vlucht voor de nazi’s aan de Spaanse grens werd opgepakt – zijn schriftelijke nalatenschap ‘een zootje’ was, aldus vertaler Hans Driessen. Van allerlei verhalen bestonden verschillende versies.
Benjamins korte nostalgische verhaaltjes over zijn kinderjaren kwamen in 1981 boven water in een typoscript dat in de Bibliothèque Nationale in Parijs werd gevonden. Eerdere gepubliceerde versies verschilden aanzienlijk. De versie die in dit boekje staat, was opgenomen in de laatste wil van Benjamin: Ausgabe aus letzter Hand. Het is dus de definitieve.
De uitgever prijst dit boekje aan als een soort reisgids. Dat kan, maar dan is het wel een reisgids voor wandelaars met een vergelijkbaar grote dosis fantasie als de auteur. Wie deze kinderschetsen als handleiding neemt, wandelt door een stad met als reisgids een boekje vol ansichtkaarten uit 1900. Iedere stad heeft sinds 1900 een enorme metamorfose ondergaan. Slechts avonturiers in de tijd zullen hun weg dan weten te vinden. Deze bundel roept op tot nostalgische gevoelens. Wie wandelen wil in weemoed, moet de stad met Benjamin rondlopen en herontdekken.
Walter Benjamin had tijdens zijn leven weinig succes. Hij werd in 1960 herontdekt. Zeer terecht. Want deze mooie poëtische bundel is er een voor alle eeuwen.
Op naar Berlijn met dit boek. Ga op zoek naar de stad van weleer. En doe uzelf eerst dit boek cadeau.
Het is vakantie. Verwen uzelf maar!