Stef de Bont & Marco Timmer – Koning van de Krommedijk. Het wonderlijke jaar van FC Dordrecht in de Eredivisie. Amsterdam: VI Boeken 2015.
Gedetailleerd verslag van het eredivisie-seizoen 2014-2015 van FC Dordrecht, maar vooral van het reilen en zeilen van technisch directeur Marco Boogers.
Er valt veel op Marco Boogers ( Dordrecht 1967) aan te merken, maar niemand kan ontkennen dat hij één van de kleurrijkste figuren, of anders gezegd smaakmakers, is die in het toch al nooit saaie wereldje van het Nederlands betaald voetbal rondloopt.
Boogers begon zijn carrière als betaald voetballer bij DS’79 (nu FC Dordrecht) en speelde onder andere voor FC Utrecht, RKC Waalwijk, West Ham United, Volendam en Dordrecht’90. ‘Ik kon iemand echt pijn doen, alles voor de winst. Als mijn moeder in de laatste minuut alleen op de keeper af zou gaan, zou ik haar keihard van achteren tackelen’.
Na zijn voetballoopbaan bleef hij ‘hangen’ bij FC Dordrecht, dat in 2014 via de nacompetitie naar de eredivisie promoveerde.
Stef de Bont (1986) wilde graag in Voetbal International meer aandacht besteden aan ‘het ondergeschoven kindje’ de Jupiler League. Hij groeide vervolgens door tot clubwatcher van Vitesse, FC Dordrecht en FC Den Bosch. Ook Marco Timmer (1972) werkt bij Voetbal International, waar hij de Jupiler League behandelt.
Boogers verschafte De Bont en Timmer de volgende uitnodiging: ‘Ik wil dat jullie me in de Eredivisie volgen. Laat de mensen maar zien hoe de voetbalwereld echt is. Mijn enige voorwaarde: jullie schrijven alles op. Maar dan ook echt alles. Namen, rugnummers, cijfers en getallen’. Het resultaat is dit boek.
Volgens de auteurs is Boogers de centrale figuur waarom alles draait. Een enorme egotripper die uitsluitend uitgaat van zijn eigen gelijk. Hij heeft het belang van zijn club heel hoog in het vaandel, maar dat is wel het belang volgens zíjn perceptie. Wie het daar niet mee eens is, speler, trainer of wie dan ook, mag ‘oprotten’.
De manier waarop Boogers trainer Ernie Brandts behandelt verdient op zijn zachtst gezegd geen schoonheidsprijs, maar Marco zal het wel in het belang van de club vinden. Op een gegeven moment trekt hij Jan Everse aan als trainer, maar die is vlak na het verschijnen van dit boek ook al weer opgestapt.
Marco heeft zijn heel eigen benadering. Bij ruzie tussen spelers: ‘Moet ik ze allebei straffen, een boete geven? Daar kan ik helemaal niks mee. Ik heb ze als kleine kinderen tegenover elkaar gezet. Ik heb gezegd: Jullie geven elkaar een handje en daarna een knuffel. Goed zo, goed zo. En nu lief zijn tegen elkaar. De volgende keer moet je elkaar een kusje geven. Ik geloof niet in boetes. Als ik een jongen uit de selectie zet, moet hij minimaal iemand verkracht hebben. We zijn een voetbalclub, geen politiebureau. Bovendien, ik heb ze allemaal nodig vanavond.’
Boogers joking relationship met zakelijk directeur Ad Heijsman wordt mooi neergezet: ‘Hij heeft een passie voor de club, slaapt onder een dekbed van de club en hij noemt zijn vrouw FC Dordrecht. Dat is Marco… Qua eigenwijsheid is Marco Johan Cruijff in het kwadraat.’ Twaalf jaar delen ze lief en leed, ze schelden elkaar de huid vol en gaan daarna samen biljarten. Alleen de regeltjes die de KNVB de nieuwbakken eredivisieclub met krakkemikkige accommodatie (waar de frikandellenverkoper een tweejarig contact heeft: ‘langer dan de meeste spelers hier’) allemaal oplegt worden Heijsman op een gegevens moment te veel. Hij geeft de pijp aan Maarten. ‘Weet jij hoe wij die mannen van de KNVB hier noemen? De Matrix-boys. Strak in het pak, kale kop en zo’n moeilijke stropdas. Volgens mij moet je kaal zijn om op sollicitatie te mogen komen in Zeist.’
Ontroerend is het verhaal over het trainerschap van Theo Bos (Mister Vitesse) bij FC Dordrecht en de vriendschap tussen hem en Boogers.
Het boek is bij tijd en wijle hilarisch en er staan prachtige anekdotes in. Het leert ons veel over FC Dordrecht als armlastig kluppie waar elke cent moet worden omgedraaid (Boogers betaalt geen cent te veel bij contractonderhandelingen) en dat nodeloos door de bond op kosten wordt gejaagd. Ook Marco Boogers leren we goed kennen: ‘Als mijn spelers winnen krijgen ze een biertje, een kus en een saucijzenbroodje.
Alleen werd uw recensent wel moe van de zoveelste tirade van Boogers. Op een gegeven moment voegt die niets meer toe. Ook de verhalen van Marco’s maatje Paul Beijersbergen doen niet echt ter zake. Mijns inziens had het boek behoorlijk kunnen worden ingekort. Of wil de lezer echt alles weten?
Een boek voor de vele voetballiefhebbers die in het randgebeuren geïnteresseerd zijn.
Dit boek is op woensdag 24 september 2015 besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.