Remco Campert – Vandaag ben ik een lege kartonnen doos. ISBN 978-90-234-9009-8, 191 pagina’s, € 17,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2015.
Verzameling ontroerende en amusante columns.
Vanaf de omslag kijkt ons een zeer vitale en hip geklede 85-jarige Remco Campert aan. De zeer productieve dichter en romanschrijver schrijft ook prachtige columns, dat doet hij nog steeds. Wekelijks zijn ze te lezen in de Volkskrant. De 65 columns in deze bundel verschenen van januari 2014 tot en met half mei 2015.
In tegenstelling tot de energieke blik op de omslag wordt door de columns wel duidelijk dat Remco Campert tegenwoordig in een klein wereldje leeft. Hij komt maar moeilijk op gang, kijkt uit het raam, gaat boodschappen doen en moet onderweg uitrusten. Hij leeft vooral in zijn herinneringen: de Tweede Wereld Oorlog, Parijs, overleden vrienden. Maar liefst zeven columns gaan over de huizen in zijn leven: Rue Mouffetard, Jagtlust, Bloemgracht, Gounodstraat, Valeriusstraat, Rue Paul Codos en het Sandbergplein. Dit zijn misschien wel de aardigste columns. Een teken van bezadigdheid zijn z’n opmerkingen over zijn dagelijks spelletje scrabble met degene die hij liefheeft. Zelfs ’s nachts denkt hij eraan wat woorden als huppelkutje en wangzakspringmuis opleveren aan punten.
Enkele keren vertelt Campert hoe het schrijfproces bij hem eruit ziet. Het schrijven kost hem moeite, maar van zichzelf moet hij doorgaan, het lijkt wel een dwangneurose. Schrijven is mijn huiswerk nu. Het verschil is dat ik me dit huiswerk zelf heb opgedragen en dat ik hoop dat het altijd zal doorgaan. Hij denkt ook vaak aan de dood en is er nogal laconiek over. Hij is er van overtuigd dat het schrijven de dood weghoudt: Het schrijven van woorden is mijn enige redding, daardoor houd ik watertrappend mijn hoofd boven water.
De bundel bevat veel poëzie. In bijna elke column staat een gedicht van hemzelf of van een ander. Deze vele vaak mooie en treffende gedichten zijn een verrijking van de bundel. Uit veel van zijn stukjes komt naar voren dat het maken van gedichten voor hem het ultieme schrijven is. In tegenstelling tot het schrijven van zijn wekelijkse column ontbreekt het heilige moeten. Met veel geduld wacht hij op inspiratie. Hij is op het ogenblik bezig met een bundel gedichten die hij Levenswandel noemt. Hij citeert een ontroerend gedicht over zijn vader Jan Campert die omkwam in een concentratiekamp:
op bekende grond van een journalistencafé
ontmoet ik jaren na zijn dood
op vreemde bodem van een Duits kamp
in zo’n droom mijn vader
ik omhels hem snikkend
eindelijk thuis
Het gedicht staat in de column Kleurwoorden. Hij vertelt dat het journalistencafé Scheltema was, waar hij veel tijd doorbracht met Henk Hofland. Appie Scheltema schokte ons ieder keer met de rekening.
Een mooie en soms ontroerende bundel columns. Fijn om te hebben, maar ook om cadeau te geven.