Mirjam van Hengel – Hoe mooi alles. Leo en Tineke Vroman, een liefde in oorlogstijd. ISBN 978-90-214-5499-3, 326 pagina’s, € 12,50. Amsterdam: Querido 2015.
Indrukwekkend verhaal van ‘zij leefden nog lang en gelukkig’.
Op 12 oktober 1938 vond bij de Utrechtse studentenvereniging Unitas het jaarlijkse diner voor ouderejaars en novieten plaats. Zesdejaars biologiestudent Leo Vroman zat aan tafel met een aantal andere vegetariërs. Een van hen was de zeventienjarige noviet Tineke Sanders. ‘Kennelijk uit Indië’ constateerde Leo, ‘want ze had een kalmerend bruine huid en sprak niet’. Ze at ook amper en Leo bood haar wat van zijn rijst aan. Ze keek hem aan en bedankte. En, Leo Vroman verhaalde daarover vaak, op dat moment dacht hij letterlijk: ‘Godallemachtig! Ik zit naast mijn vrouw!’
Een filmscène, compleet met vervagende achtergrond en aanzwellende vioolmuziek, het effect van een blikseminslag: liefde op het eerste gezicht. En al zou het vanaf die dag nog zeven jaar duren voor Leo Vroman en Tineke Sanders elkaar officieel het jawoord gaven, vanaf dát moment begon voor Leo Vroman de grote liefde. Voor Tineke kwam hij wat later. Want laten we wel wezen: Tineke was 17, wel érg jong om zich te binden. Ook kwam de oorlog roet in het eten strooien. Want de joodse Leo Vroman realiseerde zich met het naderen van de Duitsers angstaanjagend goed dat hij moest wegwezen, dat het gevaarlijk werd. Hij was net op tijd. Toen Rotterdam brandde ontsnapte Leo met een vissersboot. Zonder Tineke. Tineke – 19 jaar – mocht niet mee van haar ouders. En Leo en Tineke hebben zich levenslang schuldig gevoeld daarover: wie liet nu wie in de steek?
Mirjam van Hengel (1967) is poëzieredacteur. Toen dichter Leo Vroman nog leefde was zij zijn redacteur bij uitgeverij Querido. Zij had zo veel en zo goed contact met hem, dat Leo en Tineke Vroman haar regelmatig uitnodigden om op bezoek te komen. In 2011 kwam het ervan.
Nadat bij Van Hengel het plan was ontstaan om te schrijven over het begin van de levenslange liefde van de bejaarde Vromans, reageerde zowel Leo als Tineke enthousiast. Zij vertelden verhalen over hun jeugd en hun familie. Van Hengel kreeg de fotoalbums van Tineke te zien.
Ook schreven de twee gelieven elkaar ongeveer duizend brieven, sommige alledaags, andere zeer intiem en innig: ‘paren op papier’ noemden de Vromans dat opgetogen.
Maar die brieven lagen niet ter inzage. Ze waren ooit in een afgesloten doos bij het Museum voor Letterkunde in Den Haag afgegeven met het decreet dat het zegel pas in 2025 verbroken mocht worden: ‘zulke intieme brieven, die mochten hun kinderen zelfs niet lezen’.
Uiteindelijk krijgt Mirjam van Hengel ze toch onder ogen. En ze citeert er mondjesmaat uit. ‘Volg je gevoel maar’, hadden de Vromans gezegd. Dat vertrouwen heeft zij niet beschaamd.
Leo kwam na zijn vlucht in het toenmalige Nederlands-Indië terecht. Later werd hij daar onder de wapenen geroepen. Lange jaren in verschillende kampen volgden en in het Japanse kamp voor krijgsgevangenen in Osaka liet hij bijna het leven.
Als hij na de oorlog zijn eerste voorzichtige brief naar zijn ‘meizebees Tineke’ schrijft – zij kan wel getrouwd zijn inmiddels – blijkt dat Tineke op hem gewacht heeft. Zij trouwen. De rest is historie.
Dit meeslepende, aangrijpende boek is een ode aan de liefde, maar het is ook een liefdesverklaring aan Leo en Tineke Vroman: Van Hengel is duidelijk idolaat van het stel. Dat maakt niet uit. Zij schrijft over de liefde van twee heel bijzondere mensen, het is voor de lezer een feest om te lezen dat zo’n liefde kon bestaan. Kón. Want Leo Vroman stierf in februari 2014, 99 jaar oud. Tineke lag naast hem in bed. Haar liefde voor het leven reikt duidelijk tot in de dood.
Warm, ontroerend boek. Mooi cadeau voor geliefden.