Claudia de Breij – Neem een geit. Leven voor gevorderden. ISBN 9768-90-488-2620-9, 208 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Lebowski 2015.
Lessen van bekende en onbekende mensen die allemaal weten wat Leven inhoudt.
Er zijn van die dagen dat het leven één grote chaos is. Daar kom je overheen. Maar soms rijgen die dagen zich aaneen tot weken, maanden of zelfs nog meer. Als die gevoelens van onzekerheid, verwardheid en ‘ik-weet-echt-het-niet-meer’ dan nog niet over zijn, krijg je behoefte aan goede raad. Dat overkwam Claudia de Breij: ze was verliefd, verhuisd, gescheiden, oververmoeid, moeder van een kind en cabaretier van wie het publiek keer op keer verwachtte dat ze hen zou vermaken. Ze wist het allemaal even niet meer.
Ze dacht aan filosoof René Gude die ooit had gezegd dat je nooit op zoek moest naar dingen die anderen al hadden uitgezocht en die als belangrijke les gaf: ga te rade bij anderen.
De Breij volgde dat advies dankbaar op. Ze besloot raad te gaan vragen aan 70-plussers die alle shit waarin zij zelf terecht was gekomen al eens hadden meegemaakt. Claudia en haar nieuwe partner journaliste Jessica van Geel interviewden Hanneke Groenteman, Nico ter Linden, Geert Mak, Paul van Vliet, Erica Terpstra, Herman van Veen, Willeke Alberti, Hedy d’Ancona, Anne-Wil Blankers en Hans Wiegel. Daarnaast lieten ze familie, vrienden, de pedicure en Spinoza aan het woord. Uit deze mix van bronnen vol levenservaring ontstond dit boek.
De dames schuwden geen onderwerpen. Overspel, scheidingen, ziekte, seniorenseks, vriendschap, ruziemaken, dood en handicaps hadden immers haar gesprekspartners de levenslessen geleerd waarvan ook zíj wilde leren? De geïnterviewden deden evenmin aan taboes. Ze gaven frank en vrij antwoord op de gestelde vragen.
Claudia de Breij (1975) maakte als cabaretier tot nu toe zeven succesvolle theatervoorstellingen. Ze is daarnaast columnist en schreef Krijg nou tieten!, een opgewekt boek over zwangerschap. Jessica van Geel (1973) is freelance journalist onder, andere voor NRC Handelsblad. De Breij en Van Geel vormen een: ‘hypermodern samengesteld mozaïekgezin’.
Het is ondoenlijk alle levenslessen hier te berde te brengen. Ik diep er een paar op. Claudia’s vader kwam met een hele klassieke. Hij gaf zijn kinderen mee dat zij alles konden worden: niets was te hoog of te laag, niets was onbereikbaar want zijn kinderen waren bijzonder. En: ‘Al word je putjesschepper, dan word je wel de béste putjesschepper van de wereld.’. Een wijze les.
Nog een. Deze steekt op vileine wijze de draak met het voedingsfanatisme dat een stijgend aantal ‘verantwoord levende mensen’ heeft besprongen. De Breij vertelt van vrienden die een maand niet zouden drinken. Tot Claudia plaats reserveerde in een ‘iets te goed restaurant’. De ober prees een prachtige wijn aan en de alcoholvrije vriend zei: ‘Lekker, doe die maar.’ En toen zijn vriend hem stomverbaasd aankeek reageerde hij: ‘Het is geen wedstrijd.’
‘Kijk. That’s the spirit. Discipline is mooi maar het moet niet manisch worden en de manier waarop sommige mensen met voeding omgaan doet af en toe wel heel erg denken aan fundamentalisme’, schrijft De Breij. Zij verhief ‘Moet? Nee. Hoeft niet. Mag’ tot familiemantra.
Vlot geschreven, vol humor, spot en zelfspot en op zijn tijd, al naar de onderwerpen, een broodnodige dosis ernst. Alle lessen van grote diversiteit maken dit boek zo aangenaam.
Een heerlijk boek.