Van toen naar nu

MijngeneratieHan Lörzing – Mijn generatie. Een ode aan de babyboomer. ISBN 978-90-253-0050-0, 312 pagina’s, € 15,00. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2015.

Beeld van de veranderingen die Nederland tijdens het leven van de babyboomers heeft ondergaan.

In vijf delen worden de veranderingen aan de orde gesteld van respectievelijk het dagelijks leven, de communicatie, het verkeer, huis, stad en land en tenslotte de maatschappij.

In de jaren vijftig leefde de Nederlander om te werken. De gangbare werkweek was 48 uur. Pas in 1961 werd de vijfdaagse werkweek met de vrije zaterdag ingevoerd. In de kantoren liep een legertje ‘koffiejuffrouwen’ verschillende keren per dag rond met een karretje om iedereen van koffie (’s middags thee) te voorzien. Het loon werd in contanten uitbetaald. Het leven was sober en velen emigreerden. Langzaam veranderde er iets op het gebied van de kleding (spijkerbroek, t-shirts) en muziek (roch n roll). De bierconsumptie steeg en Albert Heijn leerde ons (met pakken Pinard) wijn drinken. Weer later werd begonnen met het bestrijden van alcohol in het verkeer.

Ooit was roken de norm in het sociale verkeer. ‘Alles stond blauw van de rook’. Nu zijn rokers de outcasts van de samenleving. Pijprokers worden nauwelijks nog waargenomen.

HanLorzingOp het gebied van eten is er veel veranderd. Albert Heijn speelde een belangrijke rol bij de introductie van de koelkast. Je kon er zegeltjes voor sparen. Zo kon het vliegenkastje worden afgeschaft en bleven groente en vlees langer vers. De sudderlappen verdwenen. Met de auteur deel ik zijn aversie tegen de verschrikkelijk vieze schoolmelk. De Nederlanders ging buiten de deur eten, de snackbar deed zijn intreden.

Het is geen doen alle ontwikkelingen in deze recensie te vermelden. Daarom ga ik over op een aantal trefwoorden: de afname van het briefpapier en het verdwijnen van de postkantoren, de opkomst en ondergang van de giro, de veranderingen op telefoongebied en de opkomst van de mobieltjes, het verdwijnen van de typekamers en de opkomst van de pc, de e-bike, de DAFjes, de Rotterdamse en Amsterdamse metro, de rampzalige ontwikkelingen bij het spoor, goedkope vakantiereizen met chartervluchten, wederopbouw en woningnood, slopen en bouwen in de binnensteden, volksbuurten en Vogelaarwijken, design interieurs, de vrijetijdssamenleving, opgroeien met televisie, Feyenoord wint de Europacup en de Wereldcup, de voetbalrevanche van 1988 op Duitsland (de moeder aller overwinningen), de pil en de grotere seksuele vrijheid (pornoblaadjes- en films), de strijd om de abortus, van homo-emancipatie tot gay-pride, de afname van het kerkbezoek, maar de toename van interesse voor zaken als de Matthäus Passion en, recent, The Passion. Al deze zaken worden min of meer uitgebreid in het boek besproken en geduid.

Han Lörzing (1946), opgeleid als landschapsarchitect aan de Universiteit van Wageningen, heeft gewerkt als ambtelijk projectleider, adviseur ruimtelijke ordening en stedenbouwkundig onderzoeker. Dit is zijn tweede boek.

De auteur heeft een vlotte pen. Hij probeert een zekere neutraliteit in acht te nemen, maar kan niet altijd zijn linkse sympathieën verbergen. Ook legt hij te gemakkelijk links tussen de spruitjesgeur uit vroegere tijden en de rol van kerk en religie. Zijn enthousiasme voor de Rotterdamse manier van aanpakken vergoedt echter veel.

Natuurlijk overlap dit boek op sommige punten De Gouden Jaren en Als de dag van toen, maar dat is niet erg. Alle drie boeken vertellen hun eigen verhaal. Ze zorgen voor een aha-Erlebnis bij de babyboomers zelf en veel informatie voor hun geïnteresseerde nazaten.

Aanbevolen.

Dit bericht is geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis. Bookmark de permalink.