Tim Keller – Bidden. Vertrouwelijke omgang met de ontzagwekkende God. Vertaald uit het Engels (Prayer – Experiencing Awe and Intimacy with God) door Heleen Sytsma. ISBN 978-90-5194-536-2, 351 pagina’s, € 19,95. Franeker: Van Wijnen 2015.
Wat is bidden, waarom moet het en hoe doe je het?
Tim Keller (1950) is een wereldberoemde Amerikaanse predikant. Hij is de stichter en predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York. Keller richt zich op atheïsten, agnosten en sceptici, maar ook op gelovigen die vaak vanuit de samenleving kritiek krijgen op hun geloof. Hij begon in New York City met zijn eigen kerk eerst met enkele tientallen. Tegenwoordig bezoeken wekelijks 5000 mensen zijn diensten. Hij schreef een zestal boeken, dit is het laatste.
Waarom een boek over bidden? In zijn inleiding stelt Keller dat er eigenlijk geen goed basisboek bestond over het christelijk gebed. De meeste boeken over gebed zijn geschreven in zo’n oud taalgebruik dat ze voor hedendaagse lezers niet toegankelijk zijn. Bovendien zijn ze doorgaans of theologisch, of meditatief of praktisch van aard. Keller wilde in dit boek deze drie terreinen combineren.
Er waren ook enkele aanleidingen. De aanslagen op het WTC veroorzaakten een soort gezamenlijke klinische depressie bij veel New Yorkers. Zowel Keller als zijn vrouw werden ernstig ziek. Zij kwamen allebei tot het inzicht dat regelmatig bidden voor hen een absolute noodzaak was. Keller is heel eerlijk en zegt dat hij eigenlijk niet goed wist hoe je moet bidden. Hij begon met een studie van het Bijbelboek Psalmen. Ook bestudeerde hij de opvattingen over het gebed van Augustinus, Luther en Calvijn. Bij hem ontwikkelde zich een methode van bidden die vier kenmerken heeft: Psalmen doornemen, hierna tijd voor meditatie en dan pas het gebed, ’s morgens en ’s avonds bidden en meer verwachtingsvol bidden. Na twee jaar begon deze manier van bidden vruchten af te werpen en kwam er af en toe een doorbraak. Wat de schrijver hiermee bedoelt legt hij niet nader uit. Maar uit de context zou je kunnen opmaken dat hij door meditatie een stadium bereikt dat hij openstaat voor de Heilige Geest, een mystieke ervaring.
Keller onderscheidt steeds twee soorten gebed. Het bekendste is natuurlijk het gebed waarin iets gevraagd wordt, voor jezelf of in een voorbede voor een ander. We willen iets gedaan krijgen, er zijn zorgen of we hebben bepaalde verlangens. Eigenlijk is zo’n gebed overbodig omdat God de enige is die weet wat we echt nodig hebben. Daarnaast is er het meditatieve gebed waarin het eigenlijk alleen maar gaat om een ontmoeting met God. Keller wil deze twee soorten niet scheiden, maar juist verbinden. Hij besteedt echter nauwelijks tijd aan de eerste soort gebed. Bijna het hele boek gaat over de tweede soort.
Waarom hebben mensen vaak het gevoel dat hun gebed niet aankomt? Als hoofdoorzaak wordt aangegeven dat we spiritueel leeg zijn. Hoe kunnen we die leegte opvullen? Voor een goed gebed moet je de Bijbel veelvuldig lezen. Zo leer je God beter kennen, leer je wie God is. Belangrijk is dat over die Bijbelteksten gemediteerd wordt. Zo kom je tot spirituele ervaringen. Als dit mislukt is het besef van zwakheid en tekortschieten ook een soort spirituele ervaring.
Een heel hoofdstuk wordt gewijd aan het gebed aller gebeden: het Onze Vader. Regel voor regel wordt uitgelegd, met raadpleging van Luther, Calvijn en Augustinus. Duidelijk wordt dat het Onze Vader een heel compleet gebed is. In dit gebed is ook plaats voor onze concrete dagelijkse behoeften geef ons heden vandaag het brood dat wij nodig hebben, maar er is ook plaats voor lofprijzing en het erkennen van Gods grootheid: Laat uw naam geheiligd worden, want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid.
De vijfde bede Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. Luther wijst op de noodzaak dagelijks om Gods vergeving te bidden. Dit leidt tot een toename in vertrouwen en vreugde in je leven. Dit vertrouwen en een vrolijk hart kunnen alleen voortkomen uit de zekerheid dat onze zonden keer op keer worden vergeven. De redding uit genade is de kern van het geloof. Oorspronkelijk was Keller Luthers, zijn veelvuldige verwijzingen naar Luther wijzen daar op.
Het laatste hoofdstuk van dit boek gaat over het bidden in de praktijk. Naast enkele voorbeeldgebeden presenteert Keller ook een schema voor het gebedsleven (tweemaal per dag bidden) dat uit vijf punten bestaat: naderen tot God, meditatie, Bijbelteksten bidden, vrij gebed, contemplatie. Met contemplatie wordt een ervaring bedoeld waarin degene die bidt allerlei rijke en goede gedachten krijgt die niet voortkomen uit eigen gedachten. Volgens Luther is het de Heilige Geest zelf die dan spreekt.
Dit is ongetwijfeld een heel rijk boek waaruit zeer gelovige en vrome mensen veel kunnen leren. Maar is het wel geschikt voor het publiek waarop Keller zich aanvankelijk richtte: de moderne, haastige, zakelijke mensen van deze tijd? Wat Keller van ons vraagt lijkt niet haalbaar. Niet reëel. Dit is hoogstens weggelegd voor gelovigen die in retraite gaan of voor kloosterlingen. Wat niet wegneemt dat ook haastige mensen meer tijd zouden moeten nemen voor gebed en meditatie. Dat maakt Keller ons in ieder geval duidelijk. Al is het een veel te uitgebreid boek, Keller schrijft wel in zijn eigen toegankelijke stijl: sympathiek, eerlijk en vol hoop.
Het handboek voor een goed gebed.