Marente de Moor – Gezellige verhalen. ISBN 978-90-214-5887-8, 246 pagina’s, € 19,99. Amsterdam Querido 2016.
Tien verhalen vol vileine gezelligheid.
Twee echtparen gaan op een cruise. De mannen zijn gepensioneerde ‘zeehelden’, altijd op zoek naar de bonkige toon van hun oude bestaan, de vrouwen in hun kielzog zijn blokken aan hun zeebenen. Hoe gezelligheid wordt dat?
Of: een eenzame vrouw, Iris, koopt een huis op het platteland. Daar, in die vredige omgeving zal zij haar proefschrift schrijven en het geluk vinden. Maar haar buren blijken bemoeizuchtige oude heren. Eén is gezegend met een hond die in haar tuin ‘als een kwispelende wichelroede’ naar botten graaft, de ander bemoeit zich onder een voortdurend ‘meisje, meisje toch’ continu met haar leven. Het charmante oude huis staat bol van de gebreken. Iris huurt een klusjesman. Als zij boven op zolder komt kijken, zit de man te huilen. Ze zoekt afleiding in haar Marktplaats-verslaving en spiedt daar naar de gezelligheid die zij thuis niet kan vinden. Maar als op een avond haar verwarmingsketel het begeeft en zij zich brandt aan het kokende water bereikt zij ook zelf het kookpunt. Zij schreeuwt haar ongehoorzame huis woedend toe: ‘Godverdomme, graag of niet! Dan wordt het Funda voor je! Klotehuis! Laat anderen het maar opknappen, Funda zal het zijn!’
Dat zijn nog maar twee voorbeelden uit de tien verhalen die elk hun eigen naargeestige gezelligheid kennen. De kern van de verhalen stuk voor stuk oplepelen zou ongezellig zijn. Maar neem van mij aan dat de invulling die Marente de Moor in deze bundel aan gezelligheid geeft, niet de ‘Hollandse gezelligheid’ is van de theepot op het lichtje. En dat, aldus de schrijfster in een interview terwijl zij ‘écht de bedoeling had een bundel met gezellige verhalen te schrijven, gezellig voor mijzelf en gezellig voor de lezer’.
Marente de Moor (1972) debuteerde in 1999 met Petersburgse vertellingen. In 2010 won zij de AKO Literatuurprijs. Deze bundel werd zojuist bekroond met de J.M.A. Biesheuvelprijs 2016.
Ook de jury laafde zich, volgens het juryrapport, aan de ‘ongekende verhaaltechnische zekerheid’ van de auteur. ‘Zij heeft verhalen en personages volledig in de hand en durft tegelijkertijd effectief te ontsporen, wat dikwijls onvergetelijke beelden en gebeurtenissen oplevert’.
Marente de Moors gezelligheid is ironie, haar humor zwarte humor en tegelijkertijd spreidt zij een zeker medeleven tentoon voor al die mensen uit haar verhalen die zo ontzettend graag gelukkig willen zijn, maar de kunst tot geluk ontberen.
Daardoor kan de gezelligheid het noodlot binnenhalen, de eenzaamheid accentueren en de knusheid die zo gewenst was bot de deur wijzen.
Marente de Moor heeft veel prachtige vondsten die vragen om citeren. Lees mee: ‘De man duwde als een waterbuffel zijn vrouw voort. Zij, die haar kapsel voortreffelijk in de krul hield, die iedere dag een andere bloemetjesjurk aantrok over haar imposante lichaam, liet dat toe. De man leek op Gerrit, met zo’n gezicht waarop de elementen hadden huisgehouden, een neus die teveel op de tocht had gestaan, wangen van rosbief, wenkbrauwen die als markiezen over zijn ogen groeiden. …’ Voilà, en dat gaat maar door.
Als u er nu nog niet van overtuigd bent dat u deze bundel vol verhalen niet mag missen, dan weet ik het niet meer.
U doet uzelf tekort als u deze ‘bekroonde’gezelligheid misloopt.