Truman Capote – Waar de wereld begint. Vroege verhalen. Vertaald uit het Engels (The Early Stories of Truman Capote) door Harry Pellemans. Nawoord door Anuschka Roshani. ISBN 978-90-5759-749-7. 121 pagina’s, € 10,00. Amsterdam: Podium 2016.
Veertien proeven van jeugdig meesterschap.
Enige tijd geleden ontdekte een Zwitserse een stapel nooit eerder gepubliceerde verhalen van de wereldberoemde auteur Truman Capote. Deze bleek de verhalen al te hebben geschreven in zijn late puberjaren, ruim vóór zijn debuut Other Voices, Other Rooms waarmee hij als 24-jarige de wereld veroverde. De opwinding over de vondst was groot. En de kenners constateerden na lezing dat Capote zich in deze verhalen al duidelijk aan het warmlopen was en dat de stijl erin doorklonk waarmee hij later zijn meesterschap toonde.
De verhalen zijn kort. Maar ondanks die geringe afmeting zijn het complete sfeertekeningen en worden karakters gepenseeld in snelle, maar ragfijne streken. De piepjonge schrijver geeft blijk van een empathisch vermogen dat anderen op latere leeftijd lang niet altijd bereiken. Capote voelt zich in zijn verhalen gefascineerd door buitenstaanders: kinderen die net als hijzelf op jonge leeftijd liefde tekortkomen, volwassenen die door hun omgeving in de steek gelaten worden, bejaarden, mensen die de lachlust, de spot of de minachting opwekken van wie in de wereld ‘normaal’ is. En, niet te vergeten: homoseksuelen als hijzelf: buitenbeentjes van de maatschappij.
Truman Capote (1924 – 1984) is wereldwijd bekend door zijn romans In Cold Blood en Breakfast at Tiffany’s. Hij is eveneens beroemd om zijn alter ego Dill, de kleine jongen met zijn hoge, lispelende stem, zijn spierwitte haren en zijn opvallende maniertjes die ’s zomers kwam logeren bij de buren van de latere, al even beroemde, schrijfster Harper Lee (1926-2016). Zij gaf Dill een belangrijke rol in haar boek To kill a mockingbird.
In de verhalen uit deze bundel tekent de jonge Capote ook regelmatig een karakterportret van zichzelf. Bijvoorbeeld in Dit is voor Jamie: het verhaal van een kleine jongen die zo graag een lieve, warme moeder had willen hebben. Of in Lucy, het verhaal over een keukenhulp uit het verre zuiden die wordt verteerd door heimwee naar huis: net als de kleine Dill/Truman wanneer die ’s zomers uit logeren werd gestuurd.
De bundel eindigt met een zeer lezenswaardig nawoord van Anuschka Roshani. Zij schreef het in 2015 voor Wo die Welt anfangt. In dit nawoord vertelt zij dat de jonge Capote al sinds zijn achtste jaar ’s middags achter de typemachine zat om zich in het schrijven te bekwamen. Hij wilde beroemd worden en was ervan overtuigd dat oefening de beste leermeester was. Dus schreef en verbeterde hij zijn teksten continu, tot zijn zinnen helder als een bergbeekje op papier zouden staan.
Zelden kunnen we kennis maken met de aanloop van iemands schrijverschap. Als die aanloop van meet af aan blijk geeft van groot talent, moeten we die verhalen koesteren. Dit is de jonge Capote. Het wonderkind kijkt naar de wereld.
Opmerkelijk document en een must voor de liefhebbers van zowel Capote als Harper Lee.