Rutger Vahl – Xandra Brood. Rock-‘n-roll widow. ISBN 978-90-388-0131-5, 240 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2016.
Het verhaal van Herman Broods vrouw.
De 24-jarige Xandra Jansen (1958) leerde Herman Brood (1946-2001) kennen in de Amsterdamse discotheek Richter, waar haar oom Gert-Jan Dröge bedrijfsleider was. Xandra was daar net begonnen als barmeisje en de popartiest Brood was een vaste bezoeker. Hij sprak haar aan met ‘Hé kontje’, maar zo noemde hij alle meisjes die hij leuk vond. Enige tijd later belandde Xandra, die al twee verhoudingen achter de rug had, met Herman op zijn oude matras in zijn voorkamer. Ze kon zich van die eerste keer weinig herinneren, behalve haar uitspraak ‘Steek hem er nou maar in, want dan kan ik gaan slapen’.
Na een paar weken trok Xandra definitief bij Herman in op de Lange Leidsedwarsstraat. Ze kocht wat meubels en planten en maakte zo de woning gezelliger. Overigens bleef ze werken in de Richter en hield haar eigen vrienden. Haar ouders waren niet blij met haar nieuwe vriend, maar kregen later een goede verstandhouding met hem. Ze waren trots op hun schoonzoon.
Toen Xandra zwanger werd trouwde ze met Herman. Ze werden de trotse ouders van Lola Pop. Het gezin werd uitgebreid met een pleegdochter, Brenda, die Xandra en Herman als een eigen dochter beschouwden. Tijdens het huwelijk, dat tot Hermans dood duurde, ging de laatste verschillende keren vreemd, hij had daarbij een voorkeur voor jonge meisjes. Nadat Xandra hem uiteindelijk het huis had uitgezet ging hij een tijdje samenwonen met Daniëlle, een medisch studente. Als reactie op Hermans gedrag voelde ook Xandra zich vrij om seksuele betrekkingen met andere mannen aan te gaan. Van één van hen werd ze zwanger. Herman verheugde zich op de komst van zijn ‘derde dochter’, Holly Mae. Toen Holly werd geboren had Xandra al gebroken met haar verwekker.
Na zes jaar vroeg Herman of hij weer thuis mocht komen wonen. De extended family trok in een huis met verschillende verdiepingen, waar ieder een eigen kamer kreeg en Herman zich boven kon terugtrekken. Brood had zich inmiddels ook tot een vooraanstaand kunstschilder ontwikkeld.
Zo’n dertig jaar was Herman Brood verslaafd aan speed (amfetamine) en alcohol. Op de een of andere manier hield die speed de alcoholverslaving in toom. Op een gegeven moment bleek echter het goedje ‘uitgewerkt’ en betaalde Hermans lichaam de tol. Hij takelde snel af en werd incontinent. Xandra verpleegde hem zo goed als ze kon tot Herman zelf een einde aan zijn leven maakte door van het dak van het Amsterdamse Hiltonhotel te springen.
Xandra Brood vertelt het verhaal van haar echtgenoot zonder opsmuk. Het is zeker empathisch, maar beslist niet kritiekloos. De journalist Rutger Vahl (1972), bekend van de prachtige biografie van Nederlands-Zweedse bard Cornelis Vreeswijk, schreef het op. Hij verkoos er echter voor om Xandra’s relaas in de ik-vorm te brengen en dat wringt nergens.
Ik had niets met Herman Brood, maar door dit boek bent ik toch een beetje van onze nationale knuffeljunk gaan houden.
Een must voor de vele Brood-liefhebbers.
Het boek is tevens op woensdag 2 maart 2016 besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio. Het geluidsbestand wordt staat hieronder.